12 november 2019
‘De Zoon en de Vader.’
De Zoon werkt in opdracht van de Va-
der. Hij zei dat bij gelegenheid:
Mijn voedsel is dat Ik de wil doe van
Hem Die Mij gezonden heeft en Zijn
werk volbreng Johannes 4:34
En dat betekent, dat Hij levendmaakt
wie Hij wil. Later lees je, dat het werke-
lijk om alle mensen gaat. De Heer zei
nog meer in Johannes 5, dat we giste-
ren lazen:
want ook de Vader richt niemand,
maar heeft heel het gericht aan de
Zoon gegeven Johannes 5:23
‘De Vader richt niemand.’
Zo is dat toch weer een bijzondere
uitspraak in Johannes, van de Heer.
Als we overwegen, dat God de Recht-
vaardiger is (Romeinen 8:33), lezen
we hier, dat de Vader niemand richt.
Als het gaat om de gerichten, lees je
in Jesaja 28 dat het een vreemd werk
voor God is. In Johannes 5 ontdek je,
dat Hij dat werk aan de Zoon gegeven
heeft. De Zoon zal dat doen en krijgt
daarvoor alle wijsheid en inzicht.
‘De grote witte troon.’
Dat is een uiterst belangrijk gericht.
De meeste mensen zullen daar indivi-
dueel gericht worden. Alle ongelovi-
gen zullen daar staan, groot en klein.
Op de troon zit de Heer Jezus Christus,
Die Redder is. Maar op dat moment is
Hij de Richter. Hij zal dat doen zonder
aanzien van persoon. Alle werken en
de motieven of beweegredenen zullen
aan de orde komen. Maar, na deze ge-
beurtenis blijkt Hij hun Redder te zijn!