Woord vandaag

De woorden uit de mond van een man zijn diepe wateren
de bron van wijsheid is een overvloeiende beek.
Spreuken 18:4

‘Een bijzonder woord weer uit deze Spreuken van Salomo.’

De woorden die een man spreekt, komen uit zijn hart. Zoals de
Heer zei: ‘uit de overvloed van het hart spreekt de mond’.
Met het oog op het tweede deel van deze Spreuk kan het niet
anders dan om de Heer zelf gaan, die hier naar voren komt.
Voor zover het om anderen gaat, moet er eerst een diepgaand
werk van de geest van God in iemands leven en hart plaatsvin-
den voordat dit ook van een ‘gewone’ man gezegd kan worden.

‘Je kunt ook alleen ‘Jezus is Heer’ van harte zeggen door de heilige
geest van God.’

Ja. Zo schrijft Paulus dat aan de Corinthiërs. De ‘diepe wateren’
staan in dit vers tegenover ‘de bron van wijsheid’ en ‘de woorden
uit de mond van een man’ tegenover ‘een overvloeiende beek’.
Als het gaat om het woord van God, dan is dat levenbrengend,
helder en verfrissend water. Zoals de Thessalonicenzen de woorden
van de apostel en zijn medewerkers aanvaardden als wat het inder-
daad is: Gods woord en niet dat van mensen.

‘Ja dat werkte heel krachtig onder hen.’

Dat bleek, want er was kracht, de heilige geest werkte merkbaar en
er was volkomen zekerheid in de harten van de Thessalonicenzen.

Tegelijkertijd bewijst dat woord van God steeds, dat de bron is van
ware wijsheid. We zijn daarin gezegend met de diepe wijsheid, die
lang verborgen was in God, maar nu onthuld door de brieven van de
apostel Paulus. Uit het woord van God borrelt steeds nieuw, fris water
op en loopt over naar de mensen toe, voor ieder die wil horen.

‘Je ontdekt steeds meer, dat dat echt de enige bron voor werkelijke
wijsheid is voor je leven.’

Je richt je leven naar die principes, en als je dat doet, levert dat vreugde
in je hart op, te midden van omstandigheden die normaal gesproken je
geen blijdschap zouden geven. Je wordt hoe langer hoe meer onafhanke-
lijk van je omstandigheden als het gaat om die vreugde in je hart. Je weet
dat God als je Vader niets fout doet en alles doet samenwerken tot het
goede!

Woord vandaag

‘We kijken weer naar een Spreuken 18 tekst vandaag?’

Waar een goddeloze binnenkomt, komt ook verachting,
en met schande komt ook smaad. Spreuken 18:3

Je kunt ook vertalen:

Waar slechtheid komt, komt ook verachting
met oneer (komt) schande

Het woord voor ‘slechtheid’ (rasja) wordt vaak vertaald met
‘goddeloos’. Daar zit vanzelfsprekend een verband tussen.
Dat zien wij ook in de lijn die Romeinen 1:18-32 laat zien.
Waar mensen God niet langer als God erkennen, wordt dat zicht-
baar in levensstijl en gedrag. Het uit zich in allerlei daden, die
met name in de verzen 28-32 duidelijk geschetst worden; alle-
maal daden en werken, die te maken hebben met slechtheid, en
afwijken van God.

‘De gevolgen van het niet erkennen van God zijn ernstig!’

Er staat in Romeinen 1 zeer duidelijk, dat God overgeeft aan…
en je ziet ook in de lijn lopen van ‘dwaasheid’ (Romeinen 1:22)
naar de ‘slechtheid’ van vers 28-32, net als hier in Spreuken 18
vers 2 en 3. Opmerkelijk.

De slechte of goddeloze zal de eerbiedige (degene die God wel er-
kent) verachten of minachten. Als we de lijn even doortrekken van
de vorige dagen, dan zien we dat ook in de houding van de farizeeën
tegenover de Heer Jezus; uiteindelijk moest Hij gedood worden.
Later zijn talloze gelovigen een martelaarsdood gestorven door toe-
doen van de handen van goddelozen (de Romeinen bijvoorbeeld).

‘Dat zijn de feiten, zo zien we dat Spreuken de waarheid spreekt.’

De tweede regel van dit vers wijst ook op wat met goddeloosheid
of slechtheid gepaard gaat: oneer, schande. De goddelozen of slechte
mensen brengen oneer, niet alleen aan degenen die God vereren,
maar over zichzelf. Zij onteren daarmee ook zichzelf; want ook zij
zijn mensen, door God geschapen om tot Zijn eer te zijn; door hun
wandel en handel zijn zij tot oneer. Ten eerste eren zij God niet, en
daardoor onteren zij zichzelf, dat is tegelijk hun schande.
Uiteindelijk kan alleen God zelf hen door Zijn Zoon redden, en men-
sen die tot geloof komen, worden onttrokken aan deze verdrietige
gang van zaken, en zijn in hun leven wel tot eer van God, die hen
-en allen- liefheeft! 

Woord vandaag

‘Bijzonder, wat in zo’n Spreuk van gisteren naar voren kwam.’

Voor vandaag kijken we naar Spreuken 18:2 :

Een dwaas vindt geen vreugde in inzicht,
maar in het blootgeven van zijn hart.

Het woord voor ‘dwaas’ heeft hier te maken met ’traag (dikkig)
zijn’ met bijbetekenis ‘dom’. Het komt regelmatig in Spreuken
terug, dit woord dat vaak met ‘dwaas’ vertaald is. Deze heeft
geen welgevallen in ‘inzicht’; een woord dat afgeleid is van een
van die andere bekende woorden uit Spreuken, het Hebreeuwse
‘binah’ dat te maken heeft met ‘onderscheidingsvermogen’ en
van daaruit: ‘inzicht’.

‘Dus een dwaas, een trage, wil zich liever niet inspannen om tot
inzicht en dergelijke te komen?

Ja, dat kun je eruit opmaken. Als we kijken naar de afgelopen
90 jaar, dan zien we dat de gemiddelde mens er niet in inzicht
op vooruit is gegaan. In de maatschappij zie je dat er van leer-
lingen qua prestaties minder verwacht wordt. In Amerika heeft
een mevrouw, Charlotte Thomson Iserbyt, dat verschijnsel be-
schreven in een boek, dat zij schreef na zorgvuldig onderzoek:
‘The deliberate dumbing down of America’. Daarin toont zij aan,
dat de Amerikanen omgevormd werden van pure individualisten,
probleem oplossende mensen, tot slaafachtige, onnadenkende
mensen die alles -zonder zelf te denken- doen wat hun wordt opge-
dragen.

‘Ongelooflijk, waarom horen we daar nooit iets over?’

Dat maakt deel uit van het hele plan. Het werd allemaal erg in
het geheim ontwikkeld en doorgezet.
Maar goed, het tweede deel van de Spreuk vult aan en zegt dat
een dwaas zijn of haar mond niet kan houden en alles maar
(luidruchtig) zegt wat in het hart opkomt. Een sektarisch mens
verkondigt uit het eigen hart wat als waarheid beschouwd wordt
en maakt dat wereldkundig. Daarmee zet zo iemand echter de
eigen leegte te kijk.

Beter is het, te luisteren naar Zijn woord en daaruit te putten als
het gaat om wijsheid, leiding en uitzicht, voor nu en morgen!

 

 

 

 

Woord vandaag

‘Zeg, ik vond die Spreuken wel fijn. Dat was een hele serie.’

Misschien is het goed, ons daar nog een keer in te verdiepen.

Spreuken 18:1 zegt:

Een zelfzuchtige zoekt naar zijn eigen verlangen,
hij barst los tegen alle wijsheid.

‘Zelfzuchtige’ – het woord heeft in het Hebreeuws (parad) iets
in zich
van ‘afzonderen’, dus ‘hij die zich afzondert’. Dat kan te
maken hebben met iemand, die sektarisch denkt dat hij het al-
lemaal beter weet dan anderen. Vaak zijn dat diegenen, die zich
alleen opstellen en tegelijk zoeken hun verlangens te vervullen.

‘Tsja, je had heel wat jaren geleden ene Lou de palingboer die
allerlei profetieën kreeg.’

In de tijd van de Heer Jezus waren dat de farizeeën, waar ook
Paulus bij hoorde. Dat was een soort sekte, we weten het. Dat
sektarisch zijn een werk van het vlees is, stelt Paulus later in
Galaten 5:19-21. Deze mensen getuigen in hun handel en wan-
del niet van de gezindheid van Christus Jezus (Filippenzen 2).

‘En dat: ‘barst los tegen alle wijsheid?’

Je kan het woord dat in het Hebreeuws voor ‘wijsheid’ staat, ook
met ‘inzicht’, ‘scherpzinnigheid’, ‘vernuftigheid’ of ‘pienterheid’
vertalen. Buber/Rosenzweig vertaalt in het Duits een woord, dat
wijst naar ‘bezinning’ of ‘scherpheid’. Dus degene die zich afzon-
dert, zal zich verzetten tegen al wat hem tot bezinning kan brengen
om weer terug in de realiteit te komen. Zo zien we dat in scherpste
tegenstelling bij de Heer Jezus tegenover de farizeeën. Zij wezen Zijn
woorden af, Zijn Messiasschap af. Zij wilden hun positie handhaven,

en desnoods offerden zij Hem daarvoor op.

‘Dat was inderdaad wel de scherpste tegenstelling. Hij botste voortdu-
rend met de schriftgeleerden en overpriesters.’

We lezen er veel over in Johannes. Hij deed tekenen waarmee Hij Zijn
Messiasschap onderstreepte en dat leidde steeds tot botsingen met de
Joodse leiders van Zijn dagen. Steeds wees Hij hen op de Tenach, die
zij goed moesten kennen. Zij hadden echter hun eigen uitleg en veel
extra wetten en regeltjes aan de Thora toegevoegd, waardoor de ware
betekenis ondergesneeuwd raakte!
Hij zei zelfs tegen hen: ‘Onderzoek de Schriften’ (Johannes 5:39)! En
dat is iets wat wij ook zouden doen.

 

 

Woord vandaag

‘Staan de huidige schermutselingen in de Gazastrook ook
in Daniël 11?’

Zo eenvoudig ligt het niet met het Profetisch Woord. Het dagelijkse
nieuws dat we uit de media naar ons toe krijgen, is niet iets om in
detail naast de Schrift te leggen. Het werkt andersom: eerst het Pro-
fetisch Woord leren kennen en dan kun je soms uit zekere ontwik-
kelingen opmaken dat er een stukje Profetie in vervulling is gegaan.
Maar, zoals weleens gezegd wordt dat je de krant naast de Schrift
kunt leggen: zo werkt het niet.

‘Duidelijk, maar hoe zou je de huidige ontwikkelingen kunnen zien?’

De Heer Jezus sprak van ‘oorlogen en geruchten van oorlogen’ in Mat-
theüs 24, daar past het in. Dat hebben we in de afgelopen tijd gezien
met het omvallen van regimes in diverse landen rond Israël, en op dit
moment is Syrië erg in de belangstelling. Maar ook in Jordanië en in
Saoedi-Arabië (dat was vroeger o.a. Midian) is het niet rustig. Allemaal
indicaties van (grote) veranderingen, ná de invasie in Irak en Afgha-
nistan, en ná de golfoorlogen.

‘Er is heel wat gebeurd vanaf ongeveer 1989/1990.’

Dat was na het omvallen van de muur in 1989. Vanaf dat moment begon-
nen allerlei wereldleiders te spreken over ‘De Nieuwe Wereldorde’, dus
ongeveer na afloop van ‘de koude oorlog’. Er zijn vanaf dat moment ge-
weldig veel grote ontwikkelingen in het Midden-Oosten geweest. Vanuit
de Schrift zien we daarin de oude strijd tussen Izaäk en Ismaël, tussen
Ezau (Edom) en Jakob en nog steeds zijn er de Amalekieten (Exodus 17!).
Er lijkt zich langzaamaan iets te vormen, maar dat heeft nog tijd nodig.

In elk geval zal alles gaan uitlopen op wat in Zacharia geschreven staat:

 

 

Op die dag zal het gebeuren, dat Ik alle heidenvolken, die tegen Jeruzalem
oprukken, zal zoeken weg te vagen.
Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik
de geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij
aanschouwen, die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw be-
drijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem
bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene.
Op die dag zal in Jeruzalem de rouwklacht groot zijn, zoals de rouwklacht
van Hadad-Rimmon in het dal van Megiddo.