Woord vandaag

‘We hadden het gisteren over het complement van de era’s. Era is mij
nu duidelijk, maar: complement?’

Het woord complement wijst op iets dat compleet maakt. Het laatste dat
nog ontbrak. We hebben gezien dat het complement van de era’s wijst
naar de laatste (vijfde) eon. Dat is de eon waarin de ontwikkeling van
Gods plan compleet wordt. De Zoon van God zal dan regeren in de nieu-
we schepping, en alle vijanden zullen onder Zijn voeten gebracht worden,
met als laatste de (tweede) dood. Dat staat in 1 Corinthiërs 15:26. Nu kij-
ken we met Paulus heel ver in de toekomst!

‘De volkomen regering van Christus, is dat alleen op aarde, of meer?’

Het geheimenis van Gods wil staat in Efeziërs 1:9-11. Namelijk het al te
culmineren in de Christus
. Het woord culmineren houdt in, het opwaarts

richten van de schepping, alle schepselen dus, op het Hoofd: Christus.
Het al zal onder dat ene Hoofd tot volkomenheid groeien. Hij zal alles
doen toegroeien naar geestelijke volwassenheid, volledige onderschik-
king. En het al betreft niet alleen de aarde, maar óók de hemelen! En
dat is wat verborgen was gebleven in de voorgaande Schriften, maar nu
in Efeziërs onthuld: Hij zal ook Hoofd zijn over alle hemelse machten en
krachten!

‘Het is enorm. Wat een hoge plaats heeft Hij ontvangen van Vader!’

Het geheimenis van Christus was tot aan Efeziërs onthuld in de eerdere
Schriften, maar betrof alleen de aarde, dat Hij zou regeren over de heel
de aarde. Nu wordt in Efeziërs het hemelse aspect van het geheimenis
van Christus onthuld. En dat is dus het geheimenis van Gods wil. Paulus
komt daar in Efeziërs 3 op terug. In het beheer van het complement
van de era’s, zal dat volkomen gaan gebeuren. Alles komt dan onder de
Zoon van God, Christus Jezus. En het adembenemende van Efeziërs is,
dat wij als leden van Zijn lichaam daar heel nauw bij betrokken zijn.
Inderdaad, Vader laat de rijkdom van Zijn genade overvloeien in ons!

 

Woord vandaag

‘Het wordt al iets duidelijker, dat hele moeilijke stukje Efeziërs 1:9-11.
Woorden als ‘culmineren’ en zo…vind ik lastig.’

We nemen er rustig de tijd voor, want het gaan zien waar het precies
om gaat is veel belangrijker dan wat je tegenwoordig moet doen. Je
moet alles in één zin kunnen zeggen. En dat gaat bij Gods woord ab-
soluut niet. We denken na over het geheimenis van Zijn wil. Dat is
iets bijzonders, met het woord geheimenis wordt al gezegd dat het
eerder niet bekend was. In de Hebreeuwse Schrift (OT) wordt Gods
wil bekend, namelijk dat de Messias Jezus op de troon zal zitten in
Jeruzalem en over de volkeren zal regeren.

‘Ja het staat ook in Psalm 2 en in Daniël. En ik ontdekte het ook
in Jesaja 4.’

Als je verder zoekt, zul je zeer zeker nog meer teksten vinden. De
Heer opende het verstand van de Emmaüsgangers en liet hen zien
al wat in de Thora en de Profeten op Hem betrekking had. En dat is
erg veel. Hij heeft ongetwijfeld toen een bloemlezing gegeven. Maar
niet uitputtend, want dan zou Hij veel meer tijd nodig hebben gehad.
Maar goed, wat is precies het geheimenis van Gods wil? Dat is dat er
een tijd zal komen, die in Efeziërs 1 genoemd wordt: het complement
van de era’s
, waarin iets bijzonders zal gebeuren.

‘Dat is dus toekomst. Maar is dat dan de vierde of de vijfde eon?’

Dat zal de vijfde eon zijn. De eon van de nieuwe hemel en de nieuwe
aarde. Die tijd wordt aangeduid als het complement van de era’s. Wat
is een era? Dat is een tijd met bijzondere kenmerken, en die kan van
heel korte duur zijn. Maar ook wat langer en soms behoorlijk lang. In
Gods plan heb je diverse era’s, waarin bijzondere dingen gebeuren die
Zijn voornemen verder ontwikkelen. Zo staat bijvoorbeeld in 2 Thessa-
lonicenzen 2:6, dat de wetteloze in zijn eigen era onthuld zal worden.
Dat wijst op de tijd dat hij de wereldleider zal zijn!

 

Woord vandaag

‘Erg fijn, die geestelijke zegeningen. Het maakt je hart vreugde-
vol en vrij.’

God schenkt het in genade, dat wij door Zijn geest in ons iets
kunnen verstaan van de grote waarheden uit deze brief. We
zouden ons bewust zijn, dat wij de diepe wijsheid van God leren
kennen, die van voor de eonen. Dat kon Paulus bij de Korintiërs
niet bekendmaken (1 Corinthiërs 2:6-9). Daarom bidt hij dat
wij vervuld worden met de geest van wijsheid en onthulling in
erkenning van Hem (Efeziërs 1:17). Dat gebed bidden wij ook.

De volgende woorden zijn ook weer heel bijzonder in wat zij
zeggen over de Zoon van God, Christus Jezus.

‘Het geheimenis van Zijn wil. Maar wat is dan Zijn wil? En hoe
kunnen wij dat weten?’

Eerst zegt de tekst, dat God ons bekendmaakt het geheimenis
van Zijn (Gods) wil. Hij doet dat aan degenen, in wie Hij de rijk-
dom van Zijn genade laat overvloeien. Vergeet dat niet.
En dat doet Hij in alle wijsheid en bezonnenheid. Dus de diep-
ste voorraad aan wijsheid en bezonnenheid (verstand, gezind-
heid) wordt als het ware aangesproken om dit aan ons bekend
te maken: de hoogste heerlijkheid van Christus Jezus.

‘Ah het wordt al iets duidelijker. Maar de NBG vertaling begrijp
ik hier niet goed.’

Nee, zoals vaker begrepen de vertalers niet waar het precies
over ging. Maar er staat: ons bekendmakend het geheimenis
van Zijn wil …. tot beheer van het complement van de era’s
om het al te culmineren in de Christus: zowel wat in de hemelen
als wat op de aarde is, in Hem
.

Dit is zo op het eerste gezicht een moeilijke tekst.
Wat was geheim aan Zijn wil? Zijn wil had Hij bekendgemaakt
in de Hebreeuwse Schrift, namelijk dat de Messias Jezus zou
komen. Onder Zijn voeten zou heel de aarde gesteld worden,
wij lezen dat onder meer in Psalm 8, 45, 110 en vele andere
Schriftplaatsen. Hij zal het Hoofd zijn over heel de aarde, heel
de mensheid!

Woord vandaag

‘Mooi, dat die vrucht van God in ons leven nooit door onszelf
bewerkt kan worden.’

In Galaten 5:22 lezen wij dan ook over de vrucht van de geest.
Het is Gods geest die in ons vrucht zet. Wij lezen dagelijks Zijn
woord en worden opgebouwd door de brieven van Paulus.
Die geweldige boodschap geeft ons steeds moed en verwach-
ting om door te gaan. Waar anderen moedeloos worden, ver-
liezen wij de moed niet, schrijft de apostel in de zo troostrijke
2e Korintebrief!

‘Er is geen ander evangelie, dat zoveel genade, licht, liefde en
leven geeft dan dat wat Paulus bracht.’

De vrucht van de geest is liefde en de rest vloeit daaruit voort.
Vreugde is er over de ontvangen uiterst rijke genade van God.
Je kunt de Thora (wet) van Mozes in acht nemen wat je wil,
maar dat levert geen vrucht van de geest in je leven op. De ge-
lovige is niet iemand die wetteloos is omdat hij niet onder de
wet van Mozes leeft. Als je door de geest van God geleid wordt,
zou het absurd zijn om te proberen je aan Mozes’ wet te houden.

‘Paulus zegt ook dat tegen zodanigen geen wet is.’

Waarmee aangetoond is, dat je niet wetteloos (en dus steeds
zondigt) leeft als je je bewust niet onder het oude verbond (dat
van de letter) stelt. Wij 
als gelovigen zijn niet onder de
Mozaïsche Thora (wet)
. Wij leven van 
harte onder Gods genade!
En niet alleen dat, wij leven als ge
redde mensen ook in de gena-
de van God
. Dat wil zeggen, dat 
Zijn genade ons leefklimaat is
geworden. Dan leef je niet onder 
het veroordelende van de
Thora (wet), maar ben je je bewust 
van de liefde van God.
Wij hebben de vergeving van de krenkingen in overeenstem-
ming met de rijkdom van Zijn genade!

 

Woord vandaag

‘Ja het is zó waar, dat je nooit de liefde van God kan kopen. God
geeft het om niet, in Zijn Zoon.’

Het is bij de gelovige precies andersom dan wat in de wereld geldt.
De rijkdom bij ons, zit niet aan de buitenkant, maar aan de binnen-
kant. Al is onze uiterlijke mens in verval, toch wordt de innerlijke
mens van dag tot dag vernieuwd. Hoe? Door dagelijkse voeding met
de woorden van het geloof en de ideale leer. De geest van God werkt
daardoor en dat levert liefde, genade en ootmoedigheid op.

‘Mensen kunnen materieel erg arm zijn, maar erg rijk in God.’

Dat is het ‘geheim’. Zij kennen een God, die liefde is en die niet de
wijzen van deze wereld uitkiest. Maar juist het zwakke, het onedele,
de buitenstaanders als het ware. God kiest degenen die door men-
sen niet gekozen zouden worden. Zoals de Heer tijdens Zijn aardse
rondwandeling degenen opzocht die eruit gegooid waren. Hij stond
bekend als vriend van zondaren, in de ogen van de Joden.

‘Mensen kijken vaak naar de buitenkant, maar God ziet het hart.’

Dat bleek toen Ieue David, de herder, uitkoos en niet de anderen
die wellicht groter en sterker waren. David was de man naar Gods
hart. Hij was daarom ook een prachtig type van de Heer Jezus
Christus, de ware Herder van Israël, die ook Koning zal zijn. De
geest werkte in Davids hart en daar kwamen heel wat prachtige
liederen uit voort (heel wat Psalmen). Die zijn ook weer profe-
tisch. God woont door Zijn geest in de harten van de gelovigen,
waardoor (door die geest) ook de liefde van God in ons hart
uitgegoten is (Romeinen 5:5). Wij zoeken voedsel in God zelf
en vinden daar Zijn liefde, die groei in ons werkt: Zijn vrucht!