Woord vandaag

aan allen die in Rome zijn, 
geliefden van God, 
geroepen heiligen.
   Romeinen 1:7a

Paulus spreekt allen in Rome 
aan. Ze kwamen samen in de
diverse huizen. Daar was niet
sprake van een formele
organisatie of iets dergelijks.
Bepalend was goed nieuws dat
van God kwam. Zij -en wij- zijn 
geliefden van God
Een bevoorrechte plek die niet
afhankelijk is van werken. Het
is de plaats van genade. God is
het, Die ons liefheeft, omdat 
Hij liefde is. Niet omdat wij iets
gedaan hadden dat Zijn gunst
bewerkte. Integendeel. Ook de
geroepen heiligen zijn zo, want
heilige geest woont in hen.

Woord vandaag

onder wie ook jullie zijn, 
geroepenen van Jezus Christus

  Romeinen 1:6

De gelovigen in Rome vormden 
een groep uit alle natiën. Men 
had samenkomsten in diverse
huizen; samen vormden ze een
lokale ekklesia. Uitgeroepen, in
duisternis geweest, het licht van
het goede nieuws was in harten
gekomen. Daar bestond géén 
formele organisatie van mensen. 
De ware eenheid is uitsluitend en
alleen door de geest. Gelovigen 
vormen een levend organisme.
Allen weten zich door Hem, de 
Heer Jezus Christus, geroepen. 
In Romeinen wordt nog niet de
richting aangezegd: de hemelse
toekomst
 werd pas later door de
Efezebrief bekend.    

Woord vandaag

door wie wij genade en het 
apostelschap ontvangen, tot 
gehoorzaamheid van geloof 
te midden van alle natiën, 
voor Zijn naam.
         Romeinen 1:5

De gehoorzaamheid van geloof
is in wezen anders dan die van
de wet
. De wet eist van degene
die daar onder gesteld is. En hoe
anders is het onder de genade!
Géén eis, maar liefdevolle roep
én kracht om tot Zijn eer te zijn.
Paulus is de apostel van genade
voor alle natiën, dus inclusief zijn
eigen volk Israël. Zijn evangelie 
roept geloof op. Dát rechtvaar-
digt en geeft vreugde aan ieder
die gelooft. God geeft dat. 
Het is ook: voor Zijn Naam, de 
naam Jahweh: Ik zal zijn/zijnde/
was, is met redding verbonden.
God redt je, hoe dan ook. 

Woord vandaag

door wie wij genade en het 
apostelschap ontvangen, tot 
gehoorzaamheid van geloof
te midden van alle natiën 
voor Zijn naam
         Romeinen 1:5

Evangelie van God heeft alles
met de beloften van Tenach (OT) 
te maken. Karakter van belofte
is, dat de mens die niet verdient.
Ze is gegeven in genade. En de 
vervulling ervan is een geschenk,
om niet, genade dus. De roeping 
van Saulus was, dat hij apostel is
en dus afgevaardigde door zijn 
Heer. Ook dat is hem in genade
geschonken. Het leidt tot geloof
en daaruit gehoorzaamheid van
het evangelie, zo stelt hij later 
(Romeinen 6) vast. Nu heeft het
geloof geen verdienste; het is in
overeenstemming met genade
(Romeinen 4:16).  

Woord vandaag

die bepaald is Gods Zoon te zijn in
kracht, overeenkomstig de geest 
van heiligheid, door opstanding 
van doden): Jezus Christus, onze 
Heer         
Romeinen 1:4

Alle hoop en verwachting is op
Hem gericht. Jezus Christus, de
Heer. Híj is de inhoud van goed
nieuws. We kunnen niet zonder
deze Heer, die in werkelijkheid 
de touwtjes in handen heeft. In
ons leven erkennen we Hem als
Heer. Hij is de beloofde Messias 
van Tenach. Naar het vlees in de
koningslijn, zoals Mattheüs 1 ons
verkondigt. Geestelijk gezien zal
Hij ook de regerende plaats be-
kleden, zoals Efeziërs 1:20-23 zo
machtig uiteenzet. We buigen nu
al de knieën voor Hem: Hij is Heer.