Woord vandaag

Want dit is de wil van God: jullie 
heiliging, dat jullie van alle hoererij 
vandaan blijven

           1 Thessalonicenzen 4:3

Eén van de zwarte vlekken in het 
gedrag van de mensheid is hoererij.
Afgoderij door Israël wordt door de
Heer als hoererij, overspel, gezien;
Israël was gehuwd met Jahweh. Zij
liep echter andere mannen (goden)
achterna, dat tot verdriet en hevige 
verontwaardiging
bij Jahweh leidde. 
In de dagen van Paulus was daar de
de tempelprostitutie. In de brieven 
spreekt hij ons als gelovigen aan tot
eer van God te leven. In de dagtekst
wijst hij ons: op God gericht leven is
de wil van God. De werkingskracht 
van Zijn geest is daarin essentieel.
We zijn van Hem, apart gezet; met 
een heerlijke hoge roeping.  
 

Woord vandaag

Want jullie weten wat voor 
opdrachten wij jullie gegeven 
hebben door de Heer Jezus

   1 Thessalonicenzen 4:2

Paulus had veel kunnen zeggen in 
de relatief korte tijd dat hij bij de
Thessalonicenzen was. Hooguit 2
à 3 weken. In de genadeboodschap
zit óók de genade, de kracht om 
welgevallig voor God te leven. In
Romeinen 12:1,2 zie je de uitkomst
in ons leven van de barmhartigheid
van God
. Hij had ze kunnen zeggen
wat nodig was. God gaf hem kracht
tot verkondiging en leven tot eer 
van de Vader: door de Heer Jezus.

Woord vandaag

Voor het overige dan, broeders, 
vragen wij jullie en spreken jullie 
aan in de Heer Jezus, opdat, zoals 
jullie van ons aannamen hoe jullie 
moeten wandelen en God behagen 
– zoals jullie ook wandelen – opdat 
jullie daarin veeleer overvloeien.

         1 Thessalonicenzen 4:1

Zoals in al zijn brieven, spreekt de
apostel over de wandel. Ook de
Thessalonicenzen spreekt hij aan.
Kennelijk ontspoorden sommigen
door de grote druk waar ze onder
stonden. Als het hart vol is van de
liefde van God, dan werkt dat door
in de wandel, het gedrag.
Je wil niets anders meer dan alleen
God behagen. Dringend adviseert
de apostel de gelovigen zelfs daarin
over te vloeien. De genade van God
kan uit een hart, dat vol evangelie
is, doorstromen naar de ander.

Woord vandaag

om jullie harten onberispelijk in 
heiligheid stevig te maken, vóór 
onze God en Vader, 
in de aanwezigheid van onze 
Heer Jezus met al Zijn heiligen
     1 Thessalonicenzen 3:13

Hoofdstuk 2:19 sprak van samen
zijn met al de leden als de Heer
Jezus aanwezig is. Het lijkt erop
dat Paulus hier een stap verder
gaat en spreekt van Zijn aanwezig
zijn (Grieks: parousia) voor Gods
aangezicht. Ja, en dat met ál Zijn
heiligen. Dat is: heel het lichaam
van Christus. Volgen we deze lijn,
dan zien we dat wij eerst voor het
aangezicht van onze Heer, in Zijn
aanwezigheid, zullen zijn (2:19,
zie 4 februari 2021). Dat is onze
verwachting. Daarna zullen wij
voor onze God en Vader zijn met
onberispelijke harten, in Christus
Jezus’ aanwezigheid met al Zijn
heiligen
(alle leden). Ons wacht
een heel bijzondere toekomst!