‘We hebben nu al een tijdje de Thora voorvechters besproken. Waarom is dat
zo belangrijk?’
Omdat deze destijds de gemeenten in Galatië hadden bezocht en daar de
gelovigen afgedreven van het evangelie van de genade van Christus, dat
Paulus verkondigde en waardoor zij tot geloof waren gekomen. Zij waren
heel goed begonnen, Paulus zegt dat tegen de Galaten in zijn indringende
brief. Maar zij werden afgekeerd van het evangelie, dat hen in de genade
van Christus geroepen had.
‘Er waren dus dwaalleraren gekomen, die beïnvloed waren door het
judaïsme, dat stelt dat iedereen onder de Thora moet gaan leven?’
Ja, zij hadden de Galaten gezegd, dat zij wel in genade gered waren,
maar dat zij ook zich vervolgens aan de Thora van Mozes moesten
houden om echt heilig te kunnen leven, en wellicht meer gezegend
te worden. Men moest de geboden in acht gaan nemen, de sabbat houden,
voedselvoorschriften opvolgen en al dat soort dingen, die uit de Thora
voortkomen. Dit was afval van wat Paulus hen had mogen onderwijzen.
Zij vielen daarmee uit de genade.
‘O? Ik dacht dat ‘uit de genade vallen’ betekende, dat je een liederlijk
leven gaat leiden naar het vlees.’
Het is net weer anders: ‘uit de genade vallen’ is niet wetteloos leven,
maar juist een poging je wel aan de Thora te houden! Israël had uit-
gebreid gedemonstreerd, dat men in de praktijk vanuit de mens
ab-so-luut niet in staat is de Thora te volbrengen. Dat was ook de bedoe-
ling van God ermee. Nu dat aanschouwelijk onderwijs honderden jaren
lang te zien was geweest, zond God enige tijd na de dood en opstanding
van de Heer Zijn apostel Paulus om met een radicaal andere boodschap
te komen: genade alleen.
‘Dat konden de wettischen van die dagen niet  begrijpen?’
Het roddelcircuit over Saulus moet enorm geweest zijn. Hij was eerst
fanatiek ijveraar voor de overleveringen en tradities van de Joden ge-
weest en had in zijn felle religieuze ijver zelfs de ekklesia van God ver-
volgd. Hij was als een dolle tekeer gegaan tegen degenen die van ‘de Weg’
waren. Maar de Heer had hem ontmoet en opdracht gegeven tot een enorm
dienstbetoon in het evangelie van de genade van God. En dat bracht de ge-
meente van God eerst in verwarring. Maar het bleek uiteindelijk toch echt
waar: Saulus was een volgeling van Jezus Christus geworden en ontving
van zijn hemelse Heer bijzondere onthullingen!