‘Zeg, die geschiedenis van David met die toonbroden, is
heel apart, vind ik.’
Ja, er zit een prachtige typologie in. David is wel al tot koning
gezalfd, alleen het echte koning-zijn, het uitoefenen van het
koningschap, was nog verborgen. Hij kwam bij de priester
Achimelech (mijn broer is koning) en hij zei dat ze honger
hadden. Er waren alleen toonbroden die volgens de Thora al-
leen door de priesters gegeten konden worden.
‘Maar David kreeg ze toch mee!’
Ja, en hij vroeg om 5 broden. Merkwaardig dat hij niet alle 12
vroeg, maar slechts 5. Net zoals hij in de strijd tegen Goliath 5
steentjes in zijn herderstas had. Nu is 5 het getal van de genade,
maar meer nog: van de verborgen dingen. Als het gaat om de 5
lijkt het of die 5 of de 5e er niet is, maar blijkt er toch te zijn!
‘Heeft dat te maken met de vijfde Hebreeuwse letter, de Hee?’
Daar geldt het ook bij. Deze vijfde letter werd later aan de namen
van Abram en Saraï toegevoegd; de letter die er eerst niet was,
kwam vanuit de verborgen geestelijke wereld, van God, bij hun
naam en typeerde de genade die hen geschonken was doordat
de beloofde Israël er tóch kwam! Een mooi voorbeeld van de 5!