Woord vandaag

‘Wat doet Christus nog meer nu Hij verhoogd is?’

Dat staat in Romeinen 8. Hij bidt en pleit voor ons bij de Vader:

Wie is het die veroordeelt? Christus is het die gestorven is, ja wat
meer is, die ook opgewekt is, die ook aan de rechterhand van God is,
die ook voor ons pleit.

We lezen hier een tegenstelling, die veel christenen zich niet zo be-
wust zijn. In plaats van dat Hij ons veroordeelt, blijkt het zo te zijn,
dat Hij niet alleen voor ons stierf, maar ook opgewekt werd en zelfs
aan de rechter(hand) van Vader is. Dus in plaats van het ene, wat
veel christenen zo voelen of denken, namelijk dat Hij veroordeelt
omdat hun dagelijkse wandel niet volmaakt is, staan er drie gewel-
dige feiten tegenover!

‘Wat is het evangelie van Romeinen toch geweldig he.’

Ja en drie tegen een dat Hij ons niet veroordeelt (Romeinen 8:1), maar
overlaadt met genade: Hij stierf voor ons, Hij werd opgewekt om ons
en Hij leeft aan de rechter(hand) van Vader … voor ons! En wat doet
Hij daar? Hij bidt en pleit voor ons! Hij komt voor ons op bij de Vader.
Laten wij dan omhoog kijken naar die geweldige Heer, die niet anders
doet dan ons liefhebben en voor ons opkomen bij Vader!

‘Zo, dat is nogal wat. Dat vandaag weer bewust te zijn geeft mij kracht
en nieuwe vreugde.’

Ook dit is geen intellectuele kennis, maar een weten met je hart, heel
je bestaan, je wezen. Het doordringt elk aspect van je leven. Je leeft er-
door, eruit. Het is zo belangrijk dit te beseffen met je hart. Zijn werk
is vandaag: opkomen voor ons, de leden van Zijn lichaam, bij de Vader.
Een betere is er niet, het Hoofd van het lichaam komt op voor ons!

Woord vandaag

‘We gaan door met het onderwerp van gisteren?’

Christus is verhoogd aan de rechterhand van de Vader. Daar spreken
diverse brieven van. Hij, die leed en stierf voor de hele wereld, werd
op de derde dag opgewekt uit de dood en van tussen de doden uit. Dat
weten de meeste christenen wel.
Maar dat Hij daarna verhoogd is aan de rechterhand van de Vader,
is voor velen minder bekend of zelfs totaal onbekend.

‘Wat is dan Zijn werk daar?’

Dat is een onderwerp dat voor verreweg de meeste -ook evangelische-
christenen onbekend terrein is. Zijn werk nu aan de rechterhand van
de Vader, is het roepen van de leden van de uitgeroepen gemeente die
Zijn lichaam is, tót dat lichaam. Hij gebruikt daarvoor de prediking
van het evangelie van de genade van God, want dat is de enige grond
waarop zij geroepen kunnen worden.

‘Tsja, dus geen wereldverbetering of wereldevangelisatie?’

Nee, in de tijd van de apostelen was het goede nieuws van Zijn genade
al over heel de wereld uitgegaan en aan de schepping verkondigd. In
deze tijd roept Hij, Christus Jezus, de leden van het lichaam uit, die
al voor de nederwerping van de wereld uitgekozen waren in Hem.
Verder is een uiterst belangrijk werk van Christus Jezus nu, de heili-
ging en reiniging van het lichaam van Christus (Efeziërs 5:26,27).

‘Maar dan hoeven wij niet onszelf te heiligen en te reinigen!’

Dat doet Hij zelf. Een prachtig type daarvan is de voetwassing door
de Heer van Zijn discipelen. Dan betreft het de dagelijkse reiniging
die wij nodig hebben doordat wij met de wereld en alles wat ermee
samenhangt, in aanraking komen. De voeten maken immers contact
met de aarde en wandelen daarop. Dat beeldt onze wandel, elke dag,
uit. Hij zorgt ervoor, dat wij weer gereinigd worden als wij dagelijks
met Hem spreken en Hij Zijn woord tot ons spreekt!

Woord vandaag

‘We zijn zeer gezegend, als we ons die heerlijkheid van Efeziërs
weer opnieuw bewust zijn.’

Dat is geen kwestie van intellectuele kennis, maar van het hart. Je
hebt ‘verlichte ogen van het hart’ nodig, en dat kan alleen door ‘de
geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem’ gebeuren.
Dat is een geestelijk proces, en de apostel bad juist om zo’n geest.
We zijn verzegeld met de geest van de belofte, de heilige. Dat geldt
zonder meer voor alle gelovigen in Christus Jezus.

‘Daarnaast bidt Paulus om de geest van wijsheid en onthulling.
Hoe zit dat?’

Dat is een bijzondere toedeling die God geeft, kennelijk. Anders zou
Paulus -door Christus Jezus geleid- daar niet om bidden. Het is een
gebed voor alle heiligen die ook gelovigen zijn in Christus Jezus. We
kunnen dat vandaag de dag nog steeds bidden. We hebben als gelovi-
gen deze geest nodig, omdat de waarheden die de apostel bekendmaakt
in Efeziërs, Filippenzen en Kolossenzen niet zomaar verstaan worden.

‘Er zit een heel bijzondere boodschap in deze brieven?’

Het gaat vooral om wat de apostel in Efeziërs schrijft. Het gebed staat
in deze bijzondere brief, dus ligt het voor de hand, dat juist deze brief
verborgenheden onthult waarvoor de geest van wijsheid en onthulling
nodig is. Die is voor de gelovige in Christus Jezus.
Het gaat om geestelijke waarheden, die in Romeinen (hoe machtig die
brief ook is!) niet bekendgemaakt werden.

‘Ja, Romeinen is werkelijk fantastisch. Je kunt er niet genoeg van
krijgen.’

Altijd blijven lezen en herlezen! En Efeziërs gaat verder op de heerlijk-
heden die in Romeinen onthuld werden. In Efeziërs 1 worden rechtvaar-
diging en verzoening bekend verondersteld. Er wordt naar verwezen.
In Efeziërs 1 gaat hij verder in op de enorm hoge positie van de Heer na
Zijn opstanding uit de dood en verhoging aan de rechter(hand) van de
Vader. Daarover morgen meer!

Woord vandaag

‘Wat is het een bijzonder iets, dat zo’n toekomst ons wacht.’

We kunnen ernaar uitzien, het is onze heerlijke verwachting. Het is
geen Grieks-achtige ideeënwereld die wij geloven; het is puur de
Schrift zelf die wij geloven. Gewoon, wat er staat geschreven. God heeft
Zijn woord zevenvoudig gefilterd (Psalm 12:7). Er is niets mis met de
grondige woord-voor-woord bestudering van de Schriften. Dat wat er
staat gewoon geloven. Simpel.

‘En het is Zijn geest, die ons leidt in alle waarheid, Zijn woord.’

Dat is een bijzonder genade-geschenk: Zijn geest in ons, waardoor wij
verzegeld zijn, die geest van de belofte, de heilige. We zijn geweldig
dankbaar voor zo’n rijke gift. Wat bijzonder, dat Hij dat geeft. We kun-
nen ons door die geest, door Zijn woord, laten leiden. Deze periode van
Gods reddend handelen kenmerkt zich door een overmaat aan geest.
Dat maakt het vaak voor gelovigen lastig, het is onzienlijk, ontastbaar,
maar wel heel veel rijkdom: geestelijke zegen te midden van de heme-
lingen.

‘En dat alles in Christus Jezus, wij zijn in Hem.’

Wij zijn gelovigen in Christus Jezus, Efeziërs 1:1, dat beschrijft onze
geestelijke status en positie. Een paar verzen verder lezen we over de
ongelooflijke liefde en genade die ons deel is geworden. Als gelovigen
ziet Hij (God, de Vader) ons als heilig en smetteloos voor Zijn aange-
zicht. Wanneer? Altijd! Van meet af aan, toen wij in Zijn gedachten
er al waren, wonderlijk!

Woord vandaag

‘Wat een uitzicht he, als je even Efeziërs 1:4 tot je laat door-
dringen!’

Met name in de daarop volgende verzen komt de liefde van God
zo naar je toe: ‘In liefde ons tevoren bestemmend tot het zoon-
schap door Christus Jezus voor Zichzelf
‘….
Wat denk je daarvan? Dat ’tevoren’ verwijst naar ‘vóór de neder-
werping van de wereld
‘; dus vóór Genesis 1:2! En als we daarbij
denken aan 2 Timotheüs 1:9-11, waar het gaat om genade, ons ge-
schonken vóór eonische tijden, dan lijkt het er op, dat dit vers in
Efeziërs ook heel ver in de tijd terugwijst.

‘Ja, wat is dat toch geweldig he. Wij waren al in Gods liefde besloten
toen heel Gods plan nog moest beginnen!’

Het is ongelooflijk, dat wij de plaats van zoon toen al toegewezen kregen,
en dat staat absoluut helemaal los van onze eigen prestaties. Het heeft
daar niets mee te maken. God gaf het ons en in de tijd riep Hij ons en wij
hebben -achteraf gezien- niet anders gekund dan Zijn roepstem beant-
woorden, die in het goede nieuws van genade van God naar ons toe kwam.

‘Ja, die plaats van zoon, dat houdt heel veel in.’

Wij zijn als zonen inzetbaar voor Hem, op de plaats waar Hij ons neerzet.
Daar ontkomen wij niet aan. Straks, te midden van de hemelingen, als
wij daar ook lijfelijk zijn, zal Hij ons gebruiken. Ook nu al, dat is zeker.
En wat we zullen doen is Zijn genade tonen, door het licht dat wij dan let-
terlijk uitstralen en wat wij door onze woorden aan hen kenbaar maken.
Zij zullen door het ‘getuigenis’ van het lichaam van Christus uiteindelijk
tot onderschikking aan de Zoon van God, Christus Jezus, gebracht worden.

‘Klinkt bijna als iets dat onmogelijk is.’

We zullen het mee gaan maken! We zijn niets voor niets leden van het li-
chaam van Christus. Dat betekent nu een weg van lijden en verdrukking
gaan, en straks de heerlijkheid gaan ervaren als hen die Christus Jezus
compleet maken. Hij heeft ons nodig als instrument om die hemelingen
onder Zijn voeten te brengen. Dat brengt eer aan Hem, aan ons en vooral
en bovenal: aan de Vader van de heerlijkheid!