dat hij weggerukt werd tot
in het paradijs,
en onbeschrijfbare uitspraken
hoorde, die het een mens
niet geoorloofd is te zeggen
2 Korinthiërs 12:4
Het ‘niet geoorloofd’ heeft
mogelijk twee kanten. Vaak
wordt gedacht, dat de Heer
het Paulus niet toestond om
daar direct van te getuigen.
Sommigen denken, dat de
Korinthiërs het niet wilden
dat hij daar over sprak.
Het was misschien allebei zo;
door de onmondigheid van
hen kón hij niet kwijt wat de
wijsheid van God van vóór
de eonen inhield (1Kor.2:7).
Er waren ook de ‘bolwerken’
(2Kor.10:4,5) die blokkeerden
wat de apostel wilde zeggen.
Niettemin zou hij tóch, in de
gevangenschap later, Christus,
Zijn onnaspeurlijke rijkdom,
als evangelie verkondigen,
en zo allen verlichten over
het bijzonder beheer van het
geheimenis.