Woord vandaag

smekend of ik nu misschien 
eindelijk voorspoedig zal 
worden in de wil van God
naar jullie toe te komen.

   Romeinen 1:10

We lezen opnieuw dit vers, en
zien, dat Paulus’ verlangen en
gebed was hen te ontmoeten.
Dat was de menselijke kant; in
hem is het echte, geestelijke 
verlangen om te ontmoeten. 
Én je leest: in de wil van God.
Dat was voor hem bepalend. 
Omstandigheden konden wel
ineens wijzigen; en daarin was
God het, Die leidt. God is het,
Die alles doet samenwerken.
Waarvoor? Tot wat goed is, en
dát is wat in Zijn plan past. Hij 
houdt van je. U, jij en ik; wij 
houden van Vader. Je leeft in
alles voor God. Dan maakt het
niet uit welke kant het opgaat.

Woord vandaag

smekend of ik nu misschien 
eindelijk voorspoedig zal 
worden in de wil van God
naar jullie toe te komen.

   Romeinen 1:10

Paulus wilde graag de andere 
medegelovigen ont – moeten.
Geestelijke verbondenheid is 
daar; direct fysieke ontmoeting
geen noodzaak. Toch is contact,
en dan rondom het woord, fijn.
Elkaar ook te zien en het woord
te delen wordt iets bijzonders. 
Ook in onze dagen is -religieus- 
veel mogelijk. Echt geestelijk 
met anderen bezig zijn, lijkt nu
zeldzamer te worden. Laten we
die gelegenheden benutten en
samen proeven en smaken hoe
Gods woord werkelijk inhoud 
en doel en richting aan je leven
geeft. De Heer is nabij. 

Woord vandaag

hoe ik onophoudelijk jullie in
herinnering breng, altijd in mijn
gebeden
 
   Romeinen 1:9b

Paulus was in de geest nauw met
de gelovigen in Rome verbonden.
Waarschijnlijk had hij de meesten
nog niet ontmoet toen hij de brief
schreef. Naar aanleiding van alles
wat hij gehoord had, bad hij steeds
voor hen. Nu kon hij ook vrijuit het 
evangelie aan hen bekendmaken.
In dieper geestelijk opzicht hen in
woorden vol genade bemoedigen.
Onder de gelovigen bevonden zich
vermoedelijk veel Joodse mensen.
Dat leidde ongetwijfeld tot diverse
onderlinge gesprekken. Tenach was
bekend als leidraad voor het Joods
bestaan. Paulus bracht genade als
boodschap. Wat is de basis? Wat 
betekent het voor het dagelijkse 
leven? Op al die vragen antwoordt 
de Romeinenbrief. 

Woord vandaag

Want mijn getuige is God, aan 
Wie ik godsdienst oefen in mijn 
geest in het evangelie van Zijn 
Zoon

         Romeinen 1:9a

De apostel kon niemand minder
dan God inroepen als getuige. 
Dat is zijn vreugde; voor Zijn 
aangezicht te geloven, bezig te 
zijn. Hij oefende godsdienst in 
zijn geest aan God
. Het geliefde 
volk Israël deed dat in het vlees:
in stenen gebouwen, tastbaar en
zichtbaar. Aan het begin van het
eerste, grote onderricht voor al
de natiën ligt nadruk al op geest
en het geestelijke karakter van 
deze tijd van genade. 
Niet de rit(uel)en, noch filosofie 
(Joods of niet): het evangelie van
Gods Zoon 
is het thema. Genade
en verzoening, door Zijn werk.   

Woord vandaag

Eerst dank ik inderdaad mijn 
God door Jezus Christus over 
jullie allen, dat jullie geloof 
wordt aangekondigd in de 
hele wereld.
         Romeinen 1:8

Paulus was een dankbaar mens;
de genade van God had hem en
u en mij overweldigd. Als wetten
en regels regeren, zal de dank in
het hart ontbreken. Waarom? Je
bent dan steeds bezig aan voor-
waarden te voldoen door zelf te
werken. En dan is het nooit goed
genoeg, want je bent stervend.
Wanneer je beseft onder genade
van God te leven, komt ware rust
en vrede en dank in je hart. 
Geloof 
in de beloften, uitspraken 
van God komt dan in de plaats 
van onrust en steeds moeten.
Juist dát geeft bijzondere kracht
om tot Zijn eer te zijn. Daar gaat
iets van uit. En wat werd bekend 
in de bewoonde wereld destijds?
Hun geloof, niet hun werken.