Woord vandaag

13 januari 2016
‘De hemelse roeping hoor je bijna nergens.’

Paulus bracht het naar voren in Efeziërs, door God geïnspireerd.
Aan de vertalingen merk je, dat vertalers ermee zaten. Ze had-
den er geen zicht op. In het christendom is het verworden tot
‘dat je naar de hemel gaat als je sterft’. Nu zit daar een mini-
maal stukje waarheid in, doordat het woord ‘hemel’ gebruikt
wordt. Maar wat de ekklesia (lichaam van Christus) werkelijk
gaat doen, daar is geen zicht op.

‘Dat maakt Efeziërs wel duidelijk, ja.’

En de gelovige gaat, wanneer die is gestorven, niet direct naar
de hemel. Want dood is gewoon dood, geen bewust voortbe-
staan. Pas in de opstanding bij de bazuin van God wordt de ge-
lovige opgewekt en zal de Heer ontmoeten in de lucht en daar-
na gaat die gelovige pas naar de hemel. Niet eerder. Alle gelo-
vigen zullen samen, tegelijk, met kracht weggenomen worden
van de aarde.

‘De hoge roeping maakt je nederig.’

Dat zeer zeker. Wanneer je iets gaat beseffen van het feit, dat
je geroepen bent, maakt het je ootmoedig. Bij dat lichaam te
mogen horen. Hoe is het mogelijk! Dat is het complement van
Christus, wat Hem compleet maakt. Daarbij zijn. Wat een ge-
nade en heerlijkheid. Dat maakt je dankbaar aan de Vader, die
alles in Zijn hand heeft en je liefheeft.

Woord vandaag

12 januari 2016
‘Na Romeinen komt verder evangelie?’

Dan kom je in de Efezebrief terecht. Dan lees je, dat wij niet al-
leen met Christus gestorven, begraven en opgewekt werden.
Het is nog meer. In het tweede hoofdstuk werkt Paulus nog wat
verder uit wat hij schreef in Efeziërs 1:20-23. Aan het einde van
hoofdstuk 1 stelt hij vast, dat Christus Jezus boven alles als Hoofd
gegeven is aan de uitgeroepen gemeente. 

‘Hij is aan de rechter(hand) van Vader.’

Daarmee is ook de gemeente, het complement van Hem, aan de
rechter(hand) van Vader gezet. In Efeziërs 2:6,7 zegt hij aanvul-
lend, dat wij gezamenlijk met Hem opgewekt, levendgemaakt
zijn. En dat wij gezamenlijk met Hem gezet zijn te midden van de
hemelingen. En vooral dat laatste te midden van de hemelsen is
wat in Romeinen niet zo duidelijk gezegd werd.

‘De hemelse roeping. Geweldig.’

Dat vijf keer te midden van de hemelingen in Efeziërs zegt alles
over de positie, de zegeningen, de bediening, de strijd van het
lichaam van Christus. Deze notitie vind je in de eerdere brieven
niet. In Kolossenzen en Filippenzen wordt dit als bekend veron-
dersteld. Onze levenswandel zou daarmee overeenstemmen.
Zo’n hoge roeping, in de komende eonen de bediening voor de
hemelsen, brengt ootmoed (nederigheid) in je binnenste.

Woord vandaag

11 januari 2016
‘Onze roeping. Wat een uitzicht.’

Wanneer we het hebben over een hemelse roeping, gaat het
om ons lotdeel boven. Dat is ons toegeloot in Christus en Hij zal
bepalen waar wij ons werkterrein zullen hebben. Gods plan be-
treft heel de schepping. Niets minder dan dat. De Heer Jezus
Christus is als de hogepriester naar de ordening van Melchize-
dek de hemelen doorgegaan. Hij bracht Zijn eigen bloed in de
tabernakel die niet van deze schepping is.

‘Ja een bijzonder woord uit Hebreeën 9.’

Hij is – en dat is ook beeldspraak – het ware ‘verzoendeksel’ of
beschermdeksel (Romeinen 3:25) waardoor rechtvaardiging is
in Zijn bloed. Dat zal in het bijzonder Israël aangesproken heb-
ben, dat de aardse tabernakeldienst kende. Daarin was bloed
heel belangrijk. Dat bloed van Christus was het ware, waar het
bloed van stieren en bokken naar verwees.

‘Dat bloed redt ons.’

Wij zijn gerechtvaardigd in Zijn bloed, zegt Romeinen 5. En we
zijn met God verzoend door de dood van Zijn geliefde Zoon heen.
We worden gered in Zijn leven. Nu al genieten wij van Zijn leven
in ons. Hij leeft Zijn leven in en door ons uit. En wij leven in het
besef, dat wij gezamenlijk met Christus gekruisigd, gestorven,
begraven en opgewekt zijn. Tot zo ver spreekt Romeinen, en dat
is geweldig! 

Woord vandaag

10 januari 2016
‘We zijn op weg naar bijzondere vervulling van profetie.’

Alle beloften van Vader zullen vervuld worden. Zo ook de profe-
tie die door de profeten, inclusief de Heer zelf en Johannes uit-
gesproken zijn.
Openbaring is een bijzonder boek, waarin Hij wordt onthuld.
In Openbaring 5 gaat het om de boekrol die zeven keer verze-
geld is. Wanneer die verbroken worden, betekent het de komst
van diverse gerichten.

‘De verschillende paarden van Openbaring 6.’

Dan zal er heel wat gaan gebeuren. Dat is tijdens de 70e jaarweek
van Daniël 9:24-27. Voor die tijd zal de Heer de gemeente wegha-
len van de aarde. We hebben een zeer bijzondere toekomst, op
het moment van de bazuin ontvangt ieder lid dat heerlijkheidsli-
chaam. Dan is het lijden van nu voorbij. Dan zullen alle werken be-
oordeeld worden bij de bema van Christus.

‘Hout, hooi en stro?’

Dat kan het zijn, wanneer gebouwd wordt met een onjuist evan-
gelie. Een mengvorm van twee. Waarvan de apostel zegt, dat het
geen evangelie is. Wanneer daarmee gebouwd wordt, zal dat werk
verbranden. Er zal weinig tot niets van overblijven. Het evangelie
van de pure genade van God, daarmee zouden we bouwen. Grote
waarheden van het paulinische evangelie, die bouwen werkelijk op.
Dat is het goud, het zilver en de kostbare stenen (1 Corinthiërs 3).

Woord vandaag

9 januari 2016
‘Verlossing hangt af van Hem, die komt.’

Hij is de Zoon van Jozef (….), de Zoon van David, de Zoon van Abra-
ham, de Zoon van Adam, de Zoon van God. Daarmee heeft Hij alle
rechten op welke troon dan ook. Hij is, volgens Hebreeën, de Lot-
genieter van het Al. Hem is de hele schepping toegeloot. Sinds de
opstanding en levendmaking van Hem is Hij aan de rechter(hand)
van Vader. De Plaats van macht.

‘Dat zei Hij ook: Mij is gegeven alle macht’.

In hemel en op aarde. Dat gaat allemaal nog blijken. In het begin
van Mattheüs (4:1-12) moest Hij voor de tegenwerker knielen om
de hele aarde met alle koninkrijken te kunnen krijgen. Maar aan
het einde van Mattheüs zegt Hij, dat aan Hem zelf gegeven is, alle
macht in hemel en op aarde. Dat is, na Zijn opstanding.

‘Hij zal komen als de grote Overwinnaar.’

In Openbaring 19 blijkt Hij de ware Ruiter op het witte paard te
zijn, en Hij zal dan overwinnen. De tegenstander zal in de put van
de afgrond geworpen worden. Deksel erop, verzegeld en al.

Die komt daar 1000 jaar niet meer uit. Dat zal de tijd van verademing
zijn voor heel de mensheid. En het lichaam van Christus?

Boven, niet op aarde, druk bezig in de bediening om de hemelse
machten
en krachten tot onderschikking aan de Zoon te brengen!