Woord vandaag

‘Ja, het blijft heerlijk, die genade van God.’

De boodschap is, dat wij die genade nodig hebben, niet alleen tot redding,
maar tot waardige wandel. De genade van God in Christus Jezus is dé be-
palende factor in ons leven. Het is niet alleen zo, dat het de gelovige Jood
redt van de veroordeling van de wet van Mozes. Het is voor zowel gelovige
Jood als de gelovige uit de natiën leefklimaat. Wij leven niet in wet, maar
in genade (Efeziërs 2:5,8).

‘Dat was het punt bij de Galaten toch?’

Het ging bij de Galaten niet zozeer om voorwaarde om gered te worden.
Dat dat het geloof van Jezus Christus is (of van Christus Jezus), is maar al
te duidelijk (lees Galaten 2:16 in de ncv: http://ncv.ebenhazer.nl). Daarom
schrijft de apostel (in 5:4), niet: door de wet gerechtvaardigd willen worden,
maar: in wet gerechtvaardigd worden. De Galaten waren door het evangelie
van de genade van Christus geroepen (1:6,7). Door de invloed van judaïseren-
de dwaalleraren vielen zij uit de genade als het gaat om de dagelijkse praktijk
van het leven.

‘Er is dus wezenlijk verschil of je zegt: door de wet of in wet?’

Zeker wel, de voorzetsels staan niet voor niets genoemd. Daarin liet God
de apostel het heel nauwkeurig noteren. Heel de Galatenbrief gaat er niet
om of je rechtvaardiging door genade is. Dat behandelt Paulus ook. Maar in
Galaten spreekt hij heel uitvoerig, over de levenswandel, de levenspraktijk.
Wat dát betreft vielen de Galaten uit de genade en leefden in wet, zoals zo-
veel gelovigen en christenen vandaag de dag menen te moeten doen. En dat
dus onterecht!

Woord vandaag

‘Zonde is dus niet absoluut, maar relatief.’

Daarom hoeft wat voor Israël zonde was, voor ons geen zonde te zijn.
Voor Israël gold in het land de Thora die God aan hen gegeven had via
Mozes. Zij moesten zich streng aan de geboden –ook die van de sabbat-
houden. Daar stond de doodstraf op. Voor ons, gelovigen van het lichaam
van Christus, geldt dat voorschrift uitdrukkelijk niet. Wij zijn niet onder
wet, maar onder genade. De apostel wijst er meerdere keren op, dat ge-
lovigen die afwijken van de genade van het evangelie, o.a. sabbat(ten)
houden.

‘Wat dat betreft zijn Galaten en Kolossenzen duidelijk genoeg.’

We zijn volledig bevrijd van het slavenjuk. Er is nu een andere, veel be-
tere wet(matigheid) niet op, maar in ons: die van de geest van het leven
in Christus Jezus.
Die maakt ons vrij van de wetmatigheid van de zonde en de dood.
In plaats van ons te richten op en naar de geboden van de Thora, zouden
we ons richten op en naar het evangelie van de genade van Christus Jezus.

‘Het blijft genade, ook voor onze wandel.’

Wanneer wij ons in genade gered weten, blijft voor onze wandel diezelfde
genade gelden: de genade van God is dé kracht voor onze wandel. Dat is
een geschenk hoor, die geest van God in ons. Daardoor kunnen wij God
welgevallig leven. Paulus erkende dat. Hij geeft in zijn brieven aan, dat de
kracht in hem de genade, de geest van Christus, de opstandingskracht is.
Daar kunnen wij God voor danken. Paulus wilde Hem, Christus, kennen
en de kracht van Zijn opstanding
. Dát was zijn focus en richtpunt!

Woord vandaag

‘Boeiend, te kijken naar wat zonde volgens de Schrift is.’

In feite is al wat afwijkt van een wetmatigheid of norm zonde. Toch
-en dat lijkt merkwaardig- is de zonde niet absoluut, maar iets, dat
relatief is. Een voorbeeld zal dit kunnen verhelderen.
Wanneer iemand iemand anders om het leven brengt, en dat met op-
zet, dan geldt dat als zonde. Ook voordat de 10 woorden aan Israël
gegeven werden. Toen Kaïn zijn broer doodde, was dat zonde.

‘Je zult niet doden, zegt de Thora dan.’

En nu komt het punt waarom zonde relatief is, en niet absoluut. Het
gaat daarbij om de overheid, het menselijk bestuur. Na de grote vloed
bij Noach stelde God in, dat de mens kon regeren over de andere men-
sen, een menselijk bestuur kon vormen. En daarbij werd autoriteit aan
die overheid gegeven, welke? Onder andere gaat het om het kunnen
terechtstellen van misdadigers, moordenaars zoals Kaïn. Hetzelfde ge-
beurt: iemand wordt door anderen gedood. Maar in het ene geval is
het wel zonde, in het andere niet.

‘De omstandigheden zijn anders.’

Dat is waar het om gaat. Dat iemand iemand anders doodt, hoeft niet
te allen tijde zonde te zijn. Niet zo lang geleden keken we naar het voor-
beeld uit de Thora, dat het ijzer van een bijl schiet en iemand anders het
hoofd raakt en doodt. In dat geval heeft de houthakker geen zonde, hij
doodde de ander niet met opzet. Hij kon er niets aan doen. Dan hebben
we een tweede voorbeeld, dat dezelfde daad geen zonde hoeft te zijn.
Zonde houdt verband met de situatie waarin die plaatsvindt. 

Woord vandaag

‘Ja, dat nog zondigen, dat is iets wat ons blijft achtervolgen.’

Tot de bazuin van God klinkt (1 Thessalonicenzen 4:13-18) zullen
we nooit zondeloos kunnen leven. Nu is het begrip zonde ook wel
iets, dat we bijbels moeten zien. In de diepste kern komt het woord
zonde af van missen. Het woord missen in Richteren 20:16 kun je
ook weergeven vanuit het Hebreeuws met zondigen. 700 mannen
waren linkshandig, ieder van hen kon haarfijn met een steen sling-
eren, zonder te zondigen. Met het zondigen zit je ernaast.

‘Duidelijk. Goed om dat weer even boven te halen.’

Zondigen is volgens Gods woord: missen, of het doel missen, en wan-
neer je het naar de Romeinenbrief zegt: allen zondigden en missen de
heerlijkheid van God. Nu wil het geval, dat mensen die nastreven dat
andere gelovigen onder de Thora moeten gaan leven, dit versmallen
tot: zondigen is het overtreden van de Thora, of het je niet houden
aan de Thora. Dus als je de sabbat niet houdt, zondig je volgens hen.

‘En wat is dan een van de teksten die zij aanhalen?’

Een hele bekende is: zonde is wetteloosheid uit 1 Johannes 3:4. Dat
lijkt hun idee te ondersteunen, maar doet het niet. Het werd dan
ook wel zo ingelegd vertaald: zonde is overtreding van de wet (van
Mozes – als bijgedachte)
.

Men gaat dan het begrip zonde zo invullen, dat je moet denken:
los-van-de-wet of overtreding-van-de-wet waar je het woord zonde
in de Schrift tegenkomt.

‘Dan lijkt mij, dat je inderdaad dat woord versmalt.’

Het lijkt logisch, maar het is niet Schriftuurlijk. De wortel van alle
wetteloosheid zijn de verkeerde gedachten en opvattingen over God.
De tegenwerker begon ermee tegenover de vrouw in de hof. Hij zaai-
de twijfel omtrent de goedheid en liefde van God. En dat had enorme
gevolgen. Wetteloosheid is zonde. Maar het is onder de genade zeker
geen misstap of vorm van wetteloosheid wanneer je niet de sabbat
houdt zoals men in het Jodendom doet of zoals steeds meer christe-
nen dat doen! 

Woord vandaag

‘De wet is niet afgeschaft. Dan met andere woorden spreken?’

Christus is het doeleinde van de Thora, schrijft Romeinen 10:4.
Niet alleen het einde, maar de voleinding, in Hem is de Thora
tot voleinding gekomen. In Hem werd de Thora vervuld. Dat zei
Hij zelf tegen de Emmaüsgangers, dat al wat geschreven werd
over Hem in de Thora en alle Profeten, vervuld moest worden,
Lucas 24:27. Later kwamen daar ook de Psalmen bij, Lucas 24:44.

‘Dat bedoelde Hij dus in Mattheüs 5:17?’

Meent niet, dat Ik gekomen ben om de Thora of de Profeten
te ontbinden. Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om
te vervullen.’

Hij liet zien, en het zal gezien worden in het millennium, de 1000
jaren, wat de Thora en de Profeten in werkelijkheid bedoelden.
In het vervolg van Mattheüs 5 laat Hij zien wat de werkelijke be-
doeling is en dat gaat veel verder dan alleen het formeel aan de
regels voldoen. Werkelijke liefde tot God en de naaste kan alleen
door de geest gewerkt worden. Dat gaat boven de Thora uit.

‘Dat is wat we lezen in de brieven van de apostel, ja.’

Paulus laat ons –van God uit geïnspireerd- zien in wat voor een
bijzondere tijd wij eigenlijk leven. Wij zijn onder Zijn genade. De
zonde regeert niet langer, maar Gods genade (Romeinen 5:20,21).
Daarom was het voor de Israëliet Paulus een geweldige vreugde
en verademing met volle overtuiging en door God geleid dit te
schrijven:

Want zonde zal niet over jullie regeren, want jullie zijn niet onder
wet, maar onder genade                                          
Romeinen 6:14

En in vers 15 vervolgt hij met:

Wat dan? Zouden wij zondigen, ziende dat wij niet onder wet,
maar onder genade zijn? Moge dat niet gebeuren!