‘Ben jij ervan overtuigd, dat er gelovigen overal zitten?’
Ja, het lijkt erop, dat overal waarachtige gelovigen zitten, die zich afvragen
als zij in de Bijbel lezen, of het nu echt zo is, wat er gepredikt wordt, dat het
ook wáár is. Als we kijken naar de twee evangeliën, dat van de Besnijdenis
en dat van de voorhuid (onbesnedenen), dan zijn er waarachtig grote ver-
schillen. Abraham is een mooi voorbeeld, Paulus gebruikt zijn leven om
te laten zien hoe de dingen geestelijk liggen. Fundamenteel is het werk van
Christus, Zijn geloof is maatgevend en reddend.
‘Abraham geloofde God, het werd hem tot gerechtigheid gerekend.’
De fundamentele waarheid in het evangelie van de onbesnedenen, is dat
rechtvaardiging door geloof alleen is. Geen werken, juist niet. Geloof in
het woord en dus de beloften van God, eert God en de kracht van Zijn uit-
spraken. Abram geloofde God op Zijn woord en dat werd hem tot gerech-
tigheid gerekend. Het ging om een belofte over de toekomst, dat hij nage-
slacht zou hebben, zoveel als de sterren aan de hemel en zand aan de
oever  van de zee.
‘Ja hij geloofde in de beloften van God, hoewel hij de vervulling ervan pas
veel later zag.’
Eerst verscheen de God van de heerlijkheid aan hem en Abram was op
slag een gelovige. God overweldigde hem en hij geloofde en vertrok naar
het beloofde land, wat hij niet zag. Hij geloofde vast in de dingen die nog
niet te zien waren. Hij ging op weg en dat in vol vertrouwen op God.
Dat zegt Hebreeën 11:8  :
Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam geweest
om weg te gaan naar de plaats die hij tot een erfdeel ontvangen zou. En hij
is weggegaan zonder te weten waar hij komen zou.
Hij ging, vertrok en leefde in geloof, vast vertrouwen in het woord van God.
God had gesproken en die zou doen en geven wat Hij beloofd had. En zo trek-
ken wij door het leven en wandelen in geloof, niet in wat wij zien (2 Corin-
thiërs 5:7)!