Woord vandaag

‘Er staat nog meer in 1  Corinthiërs 6:1-3, ook dat wij engelen zullen
oordelen, wat heeft dat voor betekenis?’

Het gaat mogelijk daar om hemelse boodschappers. Het lijkt erop,
dat wij als de leden van Zijn lichaam de boodschappers zullen richten.
Als het lichaam bedoeld is om aan de soevereiniteiten en gevolmach-
tigden Gods veelvuldige wijsheid bekend te maken, dan is het logisch
dat het lichaam ook de hemelse boodschappers zullen richten.

‘Dat betreft een totaal andere roeping en opdracht dan Israël heeft!’

Ja, de verschillen zijn enorm, en uit wat we de laatste weken gezien
hebben, mag het duidelijk zijn dat er levensgrote verschillen tussen
Israël en het lichaam van Christus bestaan. Dat lichaam heeft een groter
en verder inzicht in Gods plannen dan Israël, werd ook al vóór de eonen
genade geschonken en vóór de nederwerping van de wereld uitgekozen
in Christus.

‘Dat wordt van Israël allemaal niet gezegd. Het lichaam van Christus moet
wel een heel bijzondere plaats hebben.’

Dat heeft het ook. Dat blijkt aan alle kanten in Paulus’ brieven. Israël staat
in heel opzichten los van de gemeente die het lichaam van Christus is.
Er zijn wel gelovigen uit Israël die deel hebben aan het lichaam van Christus.
Maar uit de andere periodes van beheer (vaak ‘bedelingen’ genoemd) horen
de gelovigen uit Israël bij de aardse roeping van dat volk, koninklijk priester-
schap. Het gezamenlijk-lichaam is bedoeld voor de hemelen en hemelingen!

Woord vandaag

‘Die verborgen wijsheid van God, moet ik dan denken aan Efeziërs 3:10
waar staat dat het lichaam van Christus de veelvuldige wijsheid van
God zal bekendmaken aan de hoogste hemelingen?’

Dat geloof ik zeer zeker! Maar dat kon de apostel aan de vleselijke,
ruziënde Corinthiërs niet duidelijk maken.
Het is een opmerkelijke tekst, in 1 Corinthiërs 6:1-3 waar staat dat de
leden van het lichaam van Christus kennelijk de wereld zullen richten.
Later blijkt dat te gaan om de hemelingen, zoals blijkt uit Efeziërs, Fil-
lipenzen en Kolossenzen. We hebben voor hen een bediening.

‘En als dat richten de wereld betreft, zou dat ook andere mensen kunnen
betreffen? Of alleen de geestelijke machten en krachten?’

Dat laatste in elk geval, maar het is goed mogelijk, dat wij iets te maken
hebben met het richten dat bij de grote witte troon gebeurt. Daar zal de
Zoon van Adam, Christus zelf richten. Omdat wij heel nauw met Christus
verbonden zijn, lijkt het mij dat wij daar ook mee te maken hebben.
Paulus schrijft, dat het richten gebeurt in overeenstemming met zijn
evangelie (Romeinen 2:16), door Jezus Christus. Omdat de leden van het
lichaam van Christus geroepen zijn door Paulus’ evangelie, kunnen we
in deze richting denken.

‘Dat zou wel wat zijn zeg. Niet alleen de hemelingen tot verzoening en onder-
schikking brengen, maar ook deelhebben aan het richten bij de grote witte
troon, onvoorstelbaar bijna!’

We zijn wel heel erg bevoorrecht, het is werkelijk overstromende genade!

Woord vandaag

‘Hoe zit het met richten bij het lichaam van Christus?’

Daarover schrijft Paulus iets in de eerste Corinthebrief (6:1-3):

Durft iemand van jullie, wanneer hij iets heeft met een ander, recht te
zoeken bij de onrechtvaardigen en niet bij de heiligen?
2 Of weet jullie niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien
bij jullie het oordeel over de wereld berust, zijt gij dan onbevoegd voor de
meest onbetekenende rechtspraak?
3 Weet jullie niet, dat wij over engelen oordelen zullen? Hoeveel te meer
dan over alledaagse dingen?

Paulus roept de gemeenteleden in Korinte op geen rechtszaken tegen elkaar
uit te vechten voor de wereldlijke rechtbank. Als het om gelovigen onderling
gaat, is het heel vreemd dat zij zo tegenover elkaar komen te staan. Dan heeft
de tegenwerker succes.

‘We zien binnen de christenheid wel een veelvoud aan scheuringen en split-
singen en afscheidingen in de loop van de eeuwen.’

Wat onder de Corinthiërs voorkwam lijkt wel model te hebben gestaan voor
de christenheid in het algemeen daarna.
Paulus koppelt er wel iets aan vast: de gemeente, die het lichaam van Christus
is, is geroepen om zelfs ‘de wereld’ te oordelen, te richten. Dat is in het Grieks:
de kosmos, een woord dat wijst op een ordening, een systeem. Een hele opval-
lende uitspraak van de apostel van de natiën.

‘Waar zou Paulus aan gedacht hebben? Aan de wereld in de zin van hemelen en
aarde, de totaliteit van de schepping?’

Dat zou heel goed kunnen, maar mogelijk heeft hij zich hier nog beperkt, omdat
hij in het tweede hoofdstuk van deze zelfde brief al schreef over een wijsheid die
hij alleen onder de volwassenen, de gerijpten in het geloof bekend kon maken!
Daar schrijft hij ook al over de hemelingen, kennelijk, als hij het heeft over de
verborgen wijsheid van God, van vóór de eonen. Daarover morgen meer!

Woord vandaag

‘Hoe zit het met oordelen als het gaat om Israël?’

In verband daarmee wordt iets door de Heer tegen de apostelen van
de besnijdenis gezegd in Matteüs 19:28, daar staat dit:

Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg jullie, jullie, die Mij gevolgd zijn,
zullen in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen op de troon
van zijn heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf tronen zitten om de twaalf
stammen van Israël te richten.

Dat wil dus zeggen, dat de apostelen een leidende positie zullen hebben en
de twaalf stammen zullen regeren. Onderdeel daarvan is, dat zij de twaalf
stammen zullen richten. Vaak werd dit laatste woord met ‘oordelen’ ver-
taald, maar dat heeft nog steeds voor veel mensen een zware bijklank.

‘Dat is dan wel een heel verantwoordelijke plaats die zij dan hebben.’

Het zal in de komende eonen nog nodig zijn dat er geregeerd en gericht
wordt. Als God alles in allen is hoeft dat niet meer, omdat iedereen zich
dan voor altijd volledig en van harte onderschikt aan God.

‘Waarvoor is het richten eigenlijk nodig?’

Ons Nederlandse woord ‘kritiek’ komt er dicht bij. Je moet het positief
zien: richten gebeurt als correctie met het oog op herstel en verbetering.
Het heeft niets met ons begrip ‘straf’ te maken. Zoals de Heer snoeit met
bedoeling dat er meer vrucht komt, zo werkt richten ongeveer!
Het zal steeds meer en meer leiden tot hét grote einddoel van God, dat
Hij alles in allen zal zijn!

Opmerkelijk

Paulus is de enige in de Schrift die spreekt over leven
te midden van de hemelingen. In Efeziërs vergroot hij
de reikwijdte van de onthullingen en zegt dat Gods
heiligen gezegend zijn te midden van de hemelingen.

Israël had het monopolie van zegen op aarde, dus hebben
de uitgekozenen uit de natiën een hemelse bestemming.
Bij de opstanding zullen de doden in Christus opgewekt
worden met een geestelijk lichaam, en zij die dan leven
zullen in een ondeelbaar ogenblik veranderd worden.
Daarna zal de gemeente, uitgerust met een geestelijk
lichaam, toebereid zijn voor de bediening van verzoening
’te midden van de hemelingen’.

Andrew Maclarty, 2010 –
The New Testament, a simple overview