‘Eigenlijk vind ik het best duidelijk, als je de twee evangeliën kent, gaat het
om twee verschillende lijnen, die God geeft.’
De overstromende genade (Romeinen 5:20,21) waar wij nu in leven, is een
periode die ‘het beheer van het geheimenis’ wordt genoemd in Efeziërs 3:9.
Deze periode was in Tenach niet geopenbaard, wel in de typologische bete-
kenis (de verborgen aanduidingen), maar nooit expliciet in de tekst genoemd.
Het was een verborgenheid. Als deze periode voorbij is, is ook het beheer van
de genade van God (Efeziërs 3:2) voorbij. Dat wordt afgesloten met de wegruk-
king van het lichaam van Christus.
‘Daarna gaat God de lijn met Israël en de volkeren voortzetten?’
Jawel, totdat ‘de verborgenheid van God’ (Openbaring 10:7) wordt afgesloten,
gaan de verborgenheden van het koninkrijk der hemelen (Mattheüs 13) in ver-
vulling. Als de gerichten van het boek Openbaring gaan plaatsvinden, zal God
spreken en is de verborgenheid in alle opzichten voorbij. God verbergt dan niet
langer Zijn aangezicht voor Israël en de volkeren. Degenen die Hem aanroepen
zullen behouden worden; zij zullen volharden tot het einde.
‘Dat gaat dus om allen uit Israël en de volkeren die de Naam van Jahweh zullen
aanroepen in die dagen?’
Ja, na de bazuin van God van 1 Thessalonicenzen 4:13-18 geldt dat principe. Het
evangelie van de genade van Christus (Galaten 1:6) geldt dan niet meer; dan is
alleen het evangelie van de besnijdenis van toepassing. Het zal een moeilijke
periode zijn, want de waarheid zal op de aarde geworpen worden, God zal een
krachtige werking van dwaling sturen, zodat men de leugen zal geloven (2 Thes-
salonicenzen 2:11).
‘De enorme gerichten van Openbaring komen eraan. Het moet ook gaan gebeuren.’
Het kan niet uitblijven. Alles drijft ernaar toe. Nu deze dagen er weer een behoor-
lijke dreiging van een confrontatie van Israël met Iran (Perzië) is, word je weer
bepaald bij de woorden van de Heer: ‘ jullie zullen horen van oorlogen en geruch-
ten van oorlogen’ (Mattheüs 24:6). Ook in Syrië is het aanhoudend onrustig en
de druk vanuit de Arabische liga op Syrië neemt toe. Het regime zal vermoedelijk
op den duur daar moeten vallen. En dan is er weer een dictator weg. Allemaal
voorbereidend op het einde, de slotfase van deze boze eon!’