‘Ongelooflijk, wat een plan heeft God ontworpen. Daar kun je als mens nooit
op komen.’
Men ontkent vaak, dat er een nederwerping van de wereld is geweest tussen
Genesis 1:1 en 1:2. God koos ons al als leden van het lichaam van Christus uit,
vóór de nederwerping van de wereld. Sommigen plaatsen die bij het zondigen
van Adam. Vertalers zeggen dat het om de grondlegging van de wereld zou
gaan en wijzen daarmee op Genesis 1:1. Zij vertalen abusievelijk het Griekse
woord ‘katabolè’ met ‘grondlegging’, terwijl de betekenis ‘nederwerping’ is. De
chaos, de duisternis van Genesis 1:2 is niet iets, dat hoorde bij Gods oorspron-
kelijke schepping, want God is licht en Hij is een God van orde.
‘Het gaat om het gevolg van de komst van de satan als schepsel te midden van
de hemelingen. En hij zorgde voor rebellie daar.’
Daardoor kwam een gericht van God en werd de wereld zoals die toen was,
nedergeworpen. Met de daarbij horende chaos en duisternis, in het Hebreeuws:
tohu-va-bohu. Een gevolg van het eerste gericht, dat in spiegelbeeld staat tegen-
over de laatste grote crisis, namelijk die van het vergaan van de hemelen en de
aarde door vuur. De eerste hemelen en aarde vergingen door water. Overal was
water. Aan het einde van deze tweede wereld is er overal vuur. Daarna komen
er nieuwe hemelen en een nieuwe aarde. Daar zullen de volkeren eten van de
bladeren van het geboomte van het leven, waar Adam en Eva destijds afgesne-
den werden.
‘Ja wat een schitterende schepping zal dat zijn he. En dan het nieuwe
Jeruzalem!’
En dan te bedenken, dat wij in Christus al tot de nieuwe schepping behoren.
Ongelooflijk. Wij zullen als eersten na de bazuin Gods leven in het overstro-
mende licht van God zelf. Christus is het licht van de wereld en dat zal al blij-
ken in de 1000 jaren. Daarna nog veel meer in de nieuwe schepping, die Hij
ook letterlijk zal verlichten, en wij met Hem. Daar zal dan alles tot volkomen-
heid gebracht worden. Dat is een langdurig proces, zowel op de nieuwe aarde,
waar Israël en de volkeren zijn, als te midden van de hemelingen, waar wij
zullen zijn, en hen bekendmaken met het heerlijke evangelie van Paulus.
‘Ik kan bijna niet meer wachten.’
We kijken ernaar uit, de hele schepping wacht op de onthulling van de zonen
van God, wij zullen dat in volheid zijn na de vrijkoping van ons lichaam, zoals
Romeinen 8:18-26 dat leert. Dat schept een enorme verwachting, en Vader gaat
dat helemaal waarmaken. De vraag is: hoe lang nog? Dat vragen wij ons mis-
schien wel dagelijks af, maar God doet dat op Zijn tijd. Niet dat Hij van ons af-
hankelijk is en zeker niet van onze plannen of ideeën. Hij gaat Zijn weg en be-
werkt daarin alles in overeenstemming met de raad van Zijn wil!