Want zij hebben er welbehagen
in en zijn schuldenaren van hen,
indien immers de natiën deel
hebben aan het geestelijke van
hen, zijn zij ook schuldig in de
vleselijke hen te dienen
Romeinen 15:27
Deze daad door de gelovigen uit
de natiën krijgt nog meer inhoud
als je leest:
wij nu maken aan jullie bekend,
broeders, van de genade van
God die gegeven is in de
gemeenten van Macedonië,
dat in veel beproefdheid door
verdrukking de overmaat van
hun vreugde en hun zeer diepe
armoede overvloeit in de
rijkdom van hun edelmoedigheid
2 Corinthiërs 8:1,2
Indrukwekkend hoe God werkte
in de harten. Let op woorden als:
veel beproefdheid, verdrukking,
zeer diepe armoede. Niettemin
gaven zij edelmoedig. Hoe dan?
Omdat hun hart mild verzoenend
was voor de gelovigen in Israël.
Dat waren mogelijk navolgers van
Jezus en keken wellicht neer op
gelovigen uit de natiën.
Dat weerhield de Macedoniërs
niet om niettemin rijk en mild te
geven. Die leefden niet langer
voor zichzelf, maar voor Hem,
Die voor hen stierf en opgewekt
was (2 Cor.5:14,15).