ons jullie verlangen
mededelend, jullie hevige
pijn, jullie streven voor mij,
zodat ik veeleer verheugd
werd
2 Korinthiërs 7:7b
Om deze reden waren Titus
én Paulus getroost.
Het ernstige woord dat in de
liefde van God tot opbouw
biddend naar de Korinthiërs
gestuurd was, had gewerkt.
Men was pijnlijk in het hart
geraakt. De geest van God
werkte uit, dat zij daardoor
verlangen kregen de apostel
te ontmoeten. Men zag in,
dat Gods genade vleselijke
tolerantie uitsluit. Zoals de
apostel in Romeinen 6 zegt:
Blijven wij bij de zonde,
opdat de genade toeneemt?
Moge het niet gebeuren!
Dat woord is helder, het zet
vleselijk denken opzij.
De gelovigen ontvangen de
genade om de wil van God
voortaan te doen; het goede,
welgevallige en volkomene.