Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

de voltooiing van de opdracht 
nu is liefde uit een rein hart en 
een goed geweten en een 
ongeveinsd geloof
    1 Timotheüs 1:5

De opdracht is verbonden met
opdraagt (het ww) in vers 3. 
Opdracht lees je ook in vers 18.
De apostel gaf deze opdracht 
aan Timotheüs (vers 18). Wat 
hield dat in? Dat wat met de
profetieën van Paulus overeen 
stemt. Niet een toekomst voor-
zegging, maar wat gesproken is.
Dit lezen we in Paulus’ brieven, 
en hij legt dat nu op Timotheüs.
Zoals de welkome boodschap,
dat Christus Jezus in de wereld 
kwam om zondaren te redden
(1 Tim.1:14) en: Christus Jezus
gaf Zichzelf als overeenkomstig
losgeld voor allen (1 Tim.2:6).  
Deze grondtoon van genade is
nu aan Timotheüs’ aandacht en
zorg toevertrouwd. Wij kunnen
niets anders doen dan ons
erdoor laten overweldigen.   

noch aandacht te geven aan
mythen en eindeloze
geslachtsregisters, die veeleer 
twistpunten opleveren
dan Gods beheer dat in geloof is
         1 Timotheüs 1:4

Het bezig zijn met mythen en
eindeloze geslachtsregisters,
heeft sterk met Israël te maken.
Je hiermee inlaten behoort ook
tot andersoortig onderricht.
Het leidt immers af van Paulus’
evangelie. Zo ontstaan twisten
en ruzies; gelovigen staan
tegenover elkaar voor je het
weet. Gods beheer is in geloof,
dat harmonieert met genade
(Romeinen 4:16). Geloof richt
zich specifiek op onzichtbare,
geestelijke dingen.
Die zijn eonisch, blijvend; het
zichtbare is van korte duur en
gaat snel voorbij. Wij leven en
wandelen in geloof, met een
geweldige verwachting.

noch aandacht te geven aan
mythen en eindeloze
geslachtsregisters, die veeleer 
twistpunten opleveren
dan Gods beheer dat in geloof is
         1 Timotheüs 1:4

Een mythe is een verdichtsel, een
verzonnen verhaal. Er circuleren
heel wat daarvan binnen Israëls
traditie(s). Over ‘engelen’ die in
situaties wonderlijk handelden,
et cetera. Het eindeloos nagaan
van geslachtsregisters om te zien
bij welke stam je hoort, is ook
sterk in het Jodendom aanwezig.
Tegenwoordig zijn nogal wat
gelovigen verstrikt in na te gaan
of ze mogelijk bij de 10 stammen
van Israël horen. Dit heeft met
vleselijke komaf te maken.
Paulus schreef deze brief terwijl
hij al bezig was de nieuwe
schepping in Christus bekend te
maken. Dan kennen wij elkaar
– zelfs Christus – niet langer naar
het vlees. Stambomen met lijnen
naar de 10 stammen (of 2) zijn
daarin niet aan de orde; in de
geest speelt dat geen rol.   
Laten wij ons verheugen dat wij
in Christus een nieuwe schepping
zijn, het oude is voorbij!

Zoals ik jou bij het vertrek
naar Macedonië aansprak bij 
hen in Efeze te verblijven, 
opdat jij sommigen opdraagt 
niet iets andersoortigs te leren
     1 Timotheüs 1:3

Paulus komt direct met wat hij
erg belangrijk vond. Kennelijk
legde God dat op zijn hart. Hij
zag al snel de verstoringen van
wat hij zelf volop verkondigde.
Opvolger Timotheüs moest de
gelovigen aanzeggen te blijven
bij wat ze gehoord hadden. En
geen andersoortig onderricht
laten klinken. Nu genade van
God de grondtoon in Paulus’
evangelie is, is wat daarvan af-
wijkt, andersoortig. Timotheüs
ontvangt instructies; hij krijgt
mee wat ook wij, oplettend,
ter harte nemen. Daar mogen
ook wij bij blijven. Genade,
daar staan wij in en hebben
de vrede van God in het hart.  

aan Timotheüs, 
echt kind in geloof. 
Genade, barmhartigheid,
vrede van God onze Vader en 
van Christus Jezus, onze Heer
           1 Timotheüs 1:2

De genade, barmhartigheid en 
vrede zijn ook van Christus Jezus,
onze Heer. Daarmee zien we, als
steeds in de brieven van Paulus,
de verheerlijkte en verhoogde
Heer. In die positie ontmoette 
Hij Saulus. Oogverblindend licht
typeerde het grote geestelijke
licht, dat Paulus in zijn evangelie 
mocht gaan brengen. Naar alle
natiën. Door Zijn kostbaar bloed,
aan het kruis gegeven, werd de
wereld met God verzoend. 
Zo is het nu vrede vanuit God 
en heeft de geredde zondaar 
vrede met God, ja door de Heer
Jezus Christus. Laten wij Vader
danken voor zo’n Heer.