Het is de 13e Nisan, en de Heer
stuurt Zijn discipelen erop uit
om de Seder maaltijd, Pesach,
gereed te maken. In de avond
begon de 14e Nisan en wilde Hij
met de Zijnen deze maaltijd
houden.
De dag van de ongezuurde broden
brak aan, waarop men het Pascha
moest slachten. En Hij stuurde
Petrus en Johannes eropuit en zei:
Ga heen, maak voor ons het
Pascha gereed, zodat wij het
kunnen eten. Zij nu gingen weg
en vonden het zoals Hij hun
gezegd had; en ze maakten
het Pascha gereed.
En toen het uur gekomen was,
ging Hij aan tafel aanliggen, en
de twaalf apostelen met Hem.
En Hij zei tegen hen: Ik heb er
vurig naar verlangd dit Pascha
met jullie te eten, voordat Ik ga
lijden. Want Ik zeg u dat Ik daar
zeker niet meer van zal eten,
totdat het vervuld is in het
Koninkrijk van God. En nadat
Hij een drinkbeker genomen had
en gedankt had, zei Hij: Neem
deze en deel hem onder elkaar.
Want Ik zeg u dat Ik niet drinken
zal van de vrucht van de wijnstok,
totdat het Koninkrijk van God
gekomen is. En Hij nam brood
en nadat Hij gedankt had, brak
Hij het en gaf het aan hen met
de woorden: Dit is Mijn lichaam,
dat voor jullie gegeven wordt.
Doe dat tot Mijn gedachtenis.
Evenzo nam Hij ook de drinkbeker
na het gebruiken van de maaltijd
en zei: Deze drinkbeker is het
nieuwe verbond in Mijn bloed,
dat voor jullie vergoten wordt.
Lucas 22:7,8,13-20
‘De dag van de ongezuurde broden’
is de 14e Nisan, men had Matzot
op tafel bij Seder. Het ‘feest’ van
de ongezuurde, was van 15-21
Nisan. De Heer at met de twaalf
Pesach, het geslachte lam, type
van wat Hij Zelf op die dag zou
zijn. Hét Lam van God. Hij maakte
van de gelegenheid gebruik om
er een nieuw karakter aan te
geven. Het nieuwe verbond in
Zijn bloed. Brood representeert
Zijn lichaam, dat voor jullie
gegeven wordt, zei Hij. En de
inhoud van de beker was de
representatie van Zijn bloed.
Het was een bewogen gebeuren;
de Heer stelt vast dat Hij pas
later, in het (aardse) koninkrijk
van God, dit opnieuw met hen
zal eten en drinken. Naar de
Zijnen toe zegt Hij: doe dit tot
Mijn gedachtenis.
Woorden, die Paulus citeert als
hij de maaltijd aanhaalt in de
eerste brief aan de Korintiërs.
De apostelen zouden dit doen,
en dat is ook voor degenen die
uitgeroepenen in het koninkrijk
zullen zijn.
Hij sloot af met verwijzen naar
Zijn bloed, waarover de apostel
Paulus later aan de Romeinen
schreef: wij, als gelovigen, zijn
gerechtvaardigd in Zijn bloed,
Romeinen 5:8,9.
En alleen hierdoor zijn wij van
de verontwaardiging gered.
Vader, dank U wel.