Woord vandaag

8 januari 2017
‘Het doel heiligt de middelen?’

Zo zeggen mensen dat wanneer ze iets willen
rechtvaardigen. Bij God ligt dat anders. Hij heeft
bepaald, dat er een tegenstander moet zijn. Zo
kan Hij de schepselen onderwijs geven door mid-
del van tegenstellingen. Het moest door lijden
gaan en tot heerlijkheid voeren. Zo was het voor
de Zoon, Die diep lijden doormaakte.

‘En de Vader leed mee.’

Natuurlijk ging het lijden niet aan de Vader zelf
voorbij. Waar de Zoon leed, leed Vader mee. Dat
is ware liefde; liefde lijdt met de ander mee. Het
lijden van de Zoon, de vernederingen, de slagen,
de lichamelijke pijn; het was de diepe weg die de
Vader bedoelde. Om te komen tot heerlijkheid.
De Heer liep de loopbaan om de vreugde die Hem
voorgesteld was
.

‘Voor allen uiteindelijk.’

Dat is het doel. Dat zal uiteindelijk het antwoord
zijn op de vragen waar wij mee worstelen. En als
het kwaad uiteindelijk niet tot op God (via de ge-
schapen tegenstander) terug te voeren is, waar-
om heeft God dan nog geen einde aan gemaakt
aan al die ellende, terwijl Hij wel al het vermogen
daarvoor heeft?

Alles is uit God, en ook door Hem en tot Hem;
in Romeinen 11:36 staat -kort- het antwoord.

Woord vandaag

7 januari 2017
‘Moeilijke zaak, dat kwaad.’

God heeft dat ook in Zijn hand en is zelfs Schep-
per ervan. In commentaren wordt dat ontkend,
in feite. De commentatoren geloven dan niet,
dat alles uit God is; Romeinen 11:36 zegt dat.
Men denkt in dualisme: God is de oorsprong van
al het goede en de satan van al het kwade. Vaak
wordt voorbij gegaan aan de vraag waar de satan
(tegenstander) dan vandaan komt.

‘Men zegt: een gevallen engel.’

Voor die gedachte ontbreekt een onderbouwing
vanuit de Schrift. Men zegt dan: Jesaja 14 en
Eze
chiël 28. Niet zo lang geleden hebben we dit
be
keken en vastgesteld, dat Jesaja 14 over een
mens (man, de koning van Babel) spreekt en Eze-
chiël 28 over de koning van Tyrus. Waar wel infor-
matie over satan te vinden is? Job 26:13.

‘De hand van God was scheppend bezig.’

God deed niets verkeerd toen Hij de satan als te-
genstander schiep. Zo zijn antwoorden te geven
op de vraag: waar komt het kwaad vandaan? En
waar ligt de oorsprong van de zonde? God heeft
de tegenstander als instrument tot verontwaardi-
ging geschapen. Wij kunnen commen
taar leveren
vanuit ons onbegrip. En moeten toe
geven, dat wij
mens zijn en dat God God is. Wij
kunnen dat als
onrechtvaardig zien, en krijgen
in Romeinen 9:20
de vraag naar ons toe:

O mens, wie ben jij, dat jij God tegenspreekt?

Ook zouden we het grote einddoel van God voor
ogen houden:    God zal zijn: alles in allen.

Woord vandaag

6 januari 2017
‘God gaat een aparte weg.’

De mens zoals die vandaag de dag is, is precies
zoals God dat bedoelde in Zijn plan. En dat plan
is nog niet voorbij, onvoltooid. Dat er ook een
tegenstander moe(s)t zijn, is een noodzakelijk
kwaad. Zoals we lezen in Jesaja 45:7, is IEUE
zelf de Schepper van de duisternis. Dat doet Hij
door het licht terug te houden.

‘God onderwijst door tegenstellingen.’

Ja, zonder zonde geen genade. Juist het komen
van de zonde maakte het mogelijk voor God, de
genade te schenken. Juist tegen de donkere ach-
tergrond van de zonde en het kwaad worden
Zijn liefde en genade zo duidelijk zichtbaar, merk-
baar, voelbaar. Daarom staat óók in Jesaja 45:7
dat IEUE de Schepper van het kwaad is.

‘Dit is voor velen en te harde noot.’

Men wil of kan (of allebei) niet geloven, dat God
zelf zegt, dat Hij het kwaad schept. In Jesaja 45:7
staat het, en het is niet de enige tekst die een ver-
band legt tussen God en kwaad. Bovendien voegt
Jesaja eraan toe:

Ik, IEUE, doe dit alles…

Het tekstverband versterkt dit, want het gaat over
koning Kores (of Cyrus). Hij kent IEUE niet (45:4),
maar IEUE gaat het hem wel gebruiken als Zijn her-
der (44:28) en Zijn gezalfde (45:1).

Woord vandaag

5 januari 2017
‘Wat is dan het antwoord?’

Dat hebben we al gezien, het was Gods be-
doeling
, dat de mens zondigde. Niet als doel

op zich. Het was om met het antwoord daar-
op Zijn liefde, genade, heerlijkheid te tonen.
De mens werd niet alleen zondaar, maar de

Efezebrief zegt ook:

in overeenstemming met de eon van deze
wereld, in overeenstemming met de vorst
van het volmachtsgebied van de lucht, de
geest die nu werkzaam is in de zonen van
de weerspannigheid
              Efeziërs 2:2,3

‘Dit is het geestelijke aspect?’

Gisteren kwam de vraag naar voren, dat God
het kennelijk ‘toestaat’ dat mensen krenking-
en en zonden doen. Volgens de bovenvermel-
de verzen is die wandel niet uitsluitend te wij-
ten aan de werking van de zonde in het vlees.
Er is meer aan de hand. Efeziërs 2 spreekt van
méér. Zelfde geestelijke macht als in de hof.

‘De tegenstander?’

Kennelijk, ja. De vorst van het volmachtsgebied
van de lucht is eigenlijk de tegenwerker, door
elkaar werper (de duivel). Die is de leugenaar,
zelfs de vader ervan (Johannes 8:44). Efeziërs
geeft aan, dat die de geest is. En werkt in de zo-
nen van de weerspannigheid.
Dit is alles opgenomen in Gods plan.

Woord vandaag

4 januari 2017
‘We zijn volkomen in Zijn hand.’

Ook de Farao met al zijn macht, het is voor God
een peulenschil om ermee af te rekenen. Ook
daarvoor geldt:

..jij zou geen enkele volmacht over Israël hebben,
wanneer die jou niet van boven gegeven was…
                                     naar Johannes 19:11

Bovenstaand woord werd door de Heer uitgespro-
ken tot en over Pilatus. God, als de grote
Vormer
(soms met Pottenbakker vertaald), zet
allerlei in-
strumenten in in Zijn plan.

‘Voor ons soms moeilijk te begrijpen.’

De Romeinenbrief legt het aan ons uit:

..indien God nu, Die Zijn verontwaardiging wil
tonen en Zijn krachtige daden bekendmaken,
met veel geduld de instrumenten van veront-
waardiging, toegerust tot vernietiging, draagt
                                             Romeinen 9:22

God droeg Farao, droeg Abimelech, droeg Kores,
droeg Pilatus en Herodes. Allemaal in
strumenten,
toegerust door Hem. Om een be
paald doel te
dienen: Zijn eer, verheerlijking.

En Hij droeg ze met veel geduld en dat is indruk-
wekkend.

‘Ik ben er weer stil van.’

Het geldt voor alle instrumenten die toegerust zijn
tot verontwaardiging
.
We kunnen ons óók 
afvragen waarom God dit
toestaat:

..jullie krenkingen en zonden waarin jullie eens
wandelden….                        
Efeziers 2:2,3

Als God almachtig is, had Hij dat toch tegen kun-
nen houden? Hij had Adam en Eva toch
net zo
makkelijk van zondigen kunnen afhou
den als la-
ter koning Abimelech? Deze vragen
 mag je niet
stellen, maar er is wel antwoord.