Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

En, zoals (we) gelijk zeggen: 
groot is het geheimenis van 
de godsvrucht, 
welke geopenbaard gemaakt 
wordt in vlees, 
gerechtvaardigd in geest, 
gezien door boodschappers, 
verkondigd onder de natiën, 
geloofd in de wereld, 
opgenomen in heerlijkheid.
          1 Timotheüs 3:16

Het letterlijke gelijk-zeggen is
ook met belijden vertaald. 
Het geheim van de godsvrucht
wordt openbaar gemaakt in en
door de gelovigen. Hun vlees is
zwak, ja, maar daarin werkt de
kracht van Gods geest.
Eerdere era’s waren anders; de
geest van God werkt(e) soms in
mensen als speciale toedeling.
Profeten, priesters, koningen;
zij konden daardoor bijzondere
dingen doen. Maar het geheim
van de godsvrucht zoals hier in
Paulus’ woord genoemd, was
onbekend. Het gaat in wezen 
om iedere gelovige; het is niet
alleen voorbehouden aan de
opzieners en dienaren zoals in 
dit hoofdstuk genoemd. 
Het vereren van God, passend
in deze tijd, is: luisteren naar 
de woorden van God die voor 
deze tijd gelden. 
En: onderschikkend aan God 
leven in Zijn liefde en genade. 

maar ingeval ik vertraagd ben, 
schrijf ik; opdat jij weet hoe 
iemand zich moet gedragen 
in het huis van God, dat is de 
uitgeroepen gemeente van de 
levende God, zuil en grondslag 
van de waarheid
          1 Timotheüs 3:15

In de tekst noemt Paulus de
uitgeroepen gemeente van de
levende God. Een algemene
uitdrukking.
De gemeente van God is: alle
uitgeroepen mensen van alle
tijden. Het Israël, uit Egypte
verlost, was in de wildernis als
uitgeroepen groep (Hand.7:38).
Later riep God mensen van ‘die
weg’. Die ‘koninkrijksgemeente’
werd geleid door de twaalf in
Jeruzalem. Die hoort óók bij de
gemeente van God.
Saulus vervolgde de koninkrijks-
gemeente, niet het lichaam van
Christus.
In de dagen dat Paulus schrijft
aan Timotheüs, is het lichaam
van Christus unieke roeping in,
binnen de grote gemeente van
God. De waarheid voor vandaag
zou in het lichaam van Christus
zijn en bewaard worden.
Wij allen doen daaraan mee en
geven dat goede nieuws van de
apostel door aan anderen en
God roept.  

maar ingeval ik vertraagd ben, 
schrijf ik; opdat jij weet hoe 
iemand zich moet gedragen 
in het huis van God, dat is de 
uitgeroepen gemeente van de 
levende God, zuil en grondslag 
van de waarheid
          1 Timotheüs 3:15

Het huis van God was ooit de
tabernakel, de tempel in Israël.
Nu is dat het lichaam van de
Christus. God geeft Zijn geest in
gelovigen; gezamenlijk vormen
die nu Zijn huis. Het gedrag
zou de nieuwe mens laten
zien, die wandelt in liefde en
genade. Ook in dit huis zou
de waarheid van God zijn. Zo
ging en gaat dat ook bij Israël.
Het lichaam van Christus zou
zijn: zuil en grondslag van de
waarheid. Het evangelie zoals
Paulus dat brengt, is waar en
geldt vandaag. De levende
God spreekt door Zijn levende
woord in en door het lichaam
van Christus. Dat is kostbaar
en zouden wij koesteren.

Deze dingen schrijf ik aan jou, 
verwachtend sneller naar jou 
toe te komen
    1 Timotheüs 3:14

Paulus leefde afhankelijk van
wat de Heer gaf. In bepaalde
omstandigheid overwegend,
biddend, ging hij de weg die
open kwam. Zo zien we dat hij
verwachtte Timotheüs sneller
te kunnen zien. Kennelijk was
een verandering opgetreden
waarin de apostel aanwijzing
van de Heer zag. Zo’n contact
is waardevol waar het om de
opvolger van de afgezonderde
apostel gaat.
Zo kon Paulus in gesprekken
en gezamenlijk gebed zoeken
wat de wil van de Heer voor
Timotheüs zou zijn. En ook in
genade instructies meegeven
voor de dienst van de Heer.

want zij die uitstekend dienen, 
eigenen zich voor zichzelf een 
uitstekende rang toe en veel 
vrijmoedigheid in het geloof 
dat in Christus Jezus is
   1 Timotheüs 3:13

De dienaren dienen niet om
‘gezien te worden’ of om de
‘schouderklopjes te krijgen’.
Het is de Heer die door Zijn
geest inwerkt en het geloof
werkt. Fijn als zij zo een stap
verder komen en dienen om
geloofsgroei te bevorderen.
Zo komen zij als vanzelf naar
voren en geloof in Christus
Jezus blijkt. Degenen die te
midden van de uitgeroepen
gelovigen aardsgezind zijn,
kunnen niet in aanmerking
komen. Zij zijn vijanden van
het kruis van Christus, zoals
Fil.3:18 scherp vaststelt. Zij
die vrijmoedig zijn, getuigen
van Christus Jezus. Ze zijn
bedacht op wat boven is, en
dat blijkt ook uit hun wandel.