Over de zodanige zal ik
roemen, over mijzelf echter
zal ik niet roemen, tenzij in
mijn zwakheden
2 Korinthiërs 12:5
Paulus roemt zo anders dan
mensen in het algemeen.
Hij roemde in zijn zwakheden.
Na zo’n loopbaan zou iemand
roemen in wat ‘goed ging’. In
de huidige christenheid zou
dat zijn: het aantal mensen in
de zaal, grootte van gebouwen
die mens bezit. Hetzelfde als
waar mensen in de wereld over
roemen. Paulus echter, schrijft
over wat hem in zijn reizen
overkwam, tegenslagen.
Hij roemde in zijn Heer; dat is
de strekking van het vervolg
in dit hoofdstuk.