Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

word een voorbeeld van de 
gelovigen in woord…
     1 Timotheüs 4:12

Timotheüs zou – als Paulus-
spreken van wat God in het
evangelie van genade geeft.
Dat niet alleen, maar ook in
de persoonlijke omgang dat
zeggen wat opbouwt.
Zit in wat wij uitspreken naar
elkaar, in allerlei relaties, de
liefde van God?

Laat geen enkel bedorven
woord uit jullie mond uitgaan,
maar spreekt, indien er een
goed woord is voor de
benodigde opbouw, opdat
het genade geeft aan wie
horen     – Efeziërs 4:29

Het hart, vol van de genade van
God (Kolossenzen 3:15,16) zal
woorden geven, die de ander
bouwen, niet slopen. Want uit
de overvloed van het hart, zegt
de Heer, spreek je.

Laat niemand jouw jeugd 
verachten, maar word een 
voorbeeld van de gelovigen 
in woord, in gedrag, in liefde, 
in geloof en in zuiverheid
    1 Timotheüs 4:12

Het kernbegrip van de vijf
die Paulus noemt, is liefde.
Daar draait het om, en dat
is Gods liefde, die verheugt
zich over, met de waarheid.
Daarbij sluit het gesprokene
(woord) zich aan, verkondigt
die. Het gedrag zou overeen
stemmen met wat geloofd
wordt. Opdat alles zuiver is,
harmonieert met Gods liefde,
Gods waarheid, Zijn woord
en het geschonken geloof.
Zo zou het bij Timotheüs én
bij ons zijn. Het is, blijft alles
in de genade van God.

Draag deze dingen op 
en onderwijs ze
    1 Timotheüs 4:11

Welke? Al wat Paulus tot nu
schrijft, de drie betrouwbare
en geloofwaardige woorden
(1:15; 3:1 en 4:10).
Dat God Redder is, de Koning
van de eonen, de onzichtbare,
onverderfelijke, alleen wijze
God (1:17). Dat Christus Jezus
in de wereld is gekomen om
zondaren te redden. Dat het
overstromende genade is,
waarin we ons gered weten
(1:13-16).
Dat en meer zou Timotheüs
onderwijzen en daar niet van
afwijken. Overal zijn leringen
van demonen, misleidende
geesten (4:1-3). Wíj echter,
blijven bij woorden van het
geloof en het uitstekende
onderwijs (4:6), die de leraar
en apostel van de natiën aan
ons doorgeeft.

want hiervoor spannen wij
ons in en worden gesmaad: 
omdat wij vertrouwen op de 
levende God, Die Redder is 
van alle mensen, allermeest 
van gelovigen
        1 Timotheüs 4:10

Het geweldige Redder klinkt
hier; dat is niet Onderhouder
zoals zovelen denken, maar
écht Redder van zonde en de
dood. Het is de levende God,
Die niet verdraagt dat mensen
voor altijd in de tweede dood
blijven. Christus Jezus werd
door Vader opgewekt én zelfs
onsterfelijkheid gegeven.
Hij is de Eersteling als garantie
dat heel de oogst, alle mensen,
onsterfelijkheid ontvangen, op
Gods tijd. Hij zal oogsten door
Zijn Zoon, als de tijd daar is.
We zien er naar uit, we dragen
het goede nieuws uit, de Heer
Jezus heeft alle mensen lief!

want hiervoor spannen wij
ons in en worden gesmaad: 
omdat wij vertrouwen op de 
levende God, Die Redder is 
van alle mensen, allermeest 
van gelovigen
        1 Timotheüs 4:10

God is de levende God, Die in
Zijn plan heeft vervat, allen te
redden. Gods heerlijkheid, dat
is: Hij, Redder van alle mensen,
allermeest van de gelovigen.
Veel gelovigen denken traditie
getrouw, dat God uitsluitend de
gelovigen redt. Maar dat is niet
de tekst hier. God redt allen, en
allermeest de gelovigen. Die zijn
nu al in Christus, en weten zich
gered. Als God dan allermeest
de gelovigen redt, houdt dat als
vanzelf in, dat Hij allen redt!
Het is de levende God, Die alle
ontslapenen zal doen leven; in
kracht en heerlijkheid zullen zij
leven, ja zelfs onsterfelijkheid
ontvangen, uit God.