‘Het wordt duidelijk, dat de positie van de natiën ten opzichte
van Israël ging veranderen door die derde bediening.’
Zoals we gisteren zagen, werd de verzoening bekend tijdens
die derde periode van Paulus bedieningen. Israëls verharding
en verblinding werd steeds duidelijker. Paulus ging meer en
meer rechtstreeks naar de natiën, die zijn boodschap ontvingen.
‘In welke opzichten had Israël eigenlijk voorrang boven de natiën?’
In zowel religieus (priesterschap) als politiek (koningschap) opzicht.
Zij waren het koninklijk priestervolk, dat bedoeld was om leiding te
geven aan de natiën. Zij zouden de zegen via Israël ontvangen.
En die belangrijke lijn werd langzaam maar zeker veranderd.
Israël schoot tekort in de taak om de volkeren tot Jahweh te leiden;
in plaats daarvan dreven zij hen van Hem weg, zoals zichtbaar in
de Jood Barjezus (Elymas), de tovenaar, die wilde verhinderen dat
Sergius Paulus het woord zou horen (Handelingen 13).
‘Dus Israël verloor langzaam de voorrangspositie die het had?’
Ja, tijdens het apostelconvent in Handelingen 15:19-29 namen de
apostelen van de besnijdenis op basis van die positie het besluit
om een aantal decreten op te leggen aan de natiën. Paulus gaf dat
door aan de anderen, omdat Israël nog steeds voorrang had boven
de natiën.
‘Toch zie je in Handelingen, dat Paulus steeds meer op de voorgrond
komt. Daarmee ook zijn boodschap.’
Omdat Israël de toegang voor de heiden blokkeerde en daarmee hun
priesterlijke opdracht niet vervulde, opende God een geestelijke weg,
een toegang tot Hem zelf. Daarmee zien we het wonderlijke proces, dat
Israëls tekortschieten de weg vrijmaakt voor Gods genade om vrij
naar de natiën te stromen.
‘Waar vinden we dat in Paulus’ brieven terug?’
In Romeinen 5-8 en 11; met name voor ons als gelovigen heel belang-
rijk de boodschap van verzoening die daar klinkt, eigen te maken met
alle gevolgen die dat heeft. Het begrijpen en verstaan van dat goede
nieuws leidt tot diepe, blijvende vrede in je hart. Daarin smeekt God
aan de mens alle vijandschap af te leggen en de verzoening te aanvaar-
den die Hij bewerkte door de dood van zijn zoon.
‘Is dat alles wat er aan waarheid in geestelijk opzicht voor ons te leren
valt? Of is er nog meer?’
Jawel, er is meer. De genade die God aan de natiën geeft en door het
lichaam van Christus ontvangen wordt is zó groot, dat we dat niet in
enkele zinnen hier kunnen bespreken.
We gaan daar voorlopig naar kijken! Overvloedige genade!