Woord vandaag

maar, zoals staat geschreven:
‘Aan wie niet medegedeeld is 
over Hem, zij zullen zien, en 
wie niet gehoord hebben, zij 
zullen begrijpen’
          
Romeinen 15:21

De profetie in Jesaja 52 gaat
over een nog toekomstig iets.
De natiën zullen Christus als
de Messias van Israël zien en
zich over Hem verbazen. Het
kan zijn, dat we ongelovigen in
onze omgeving kennen, ook in
eigen familie. Wanneer zij dan
in leven zijn en Hem zien, kan
het zijn dat ze dan geloven en
deel krijgen aan het koninkrijk
van de Messias op aarde. Wij
zouden graag willen, dat zij nu
al geloven en deel hebben aan
het lichaam van Christus met
hemelse toekomst. Gods plan
met hun leven kan anders zijn.

Woord vandaag

maar, zoals staat geschreven:
‘Aan wie niet medegedeeld is 
over Hem, zij zullen zien, en 
wie niet gehoord hebben, zij 
zullen begrijpen’
          
Romeinen 15:21

Paulus citeert uit Jesaja 52:15b.
De profeet gaf aan, dat in de
toekomst heerlijkheid en eer
voor de Messias zal zijn als Hij
terugkeert naar Israël. De natiën
zullen versteld staan hoe Hij dat
doet, met wat voor een macht
en kracht. De profeet sprak ook
zeer indringend over het lijden
van die Messias in hoofdstuk 53.
Paulus was er zeker van dat de
natiën door zijn dienstwerk het
goede nieuws: Christus zouden
horen en verstaan. Hoewel zij
nooit van Hem gehoord hadden.
De apostel verheugde zich in het
feit, dat Christus bekendgemaakt
zou worden. Wij weten evenmin
wat voor ons nog als dienstwerk
klaarligt. Hoeveel ruimte is in de
(nabije) toekomt nog voor vrije
verkondiging van Christus als de
Redder van de wereld? Echt goed
nieuws wordt steeds schaarser.
Laten wij daarom de tijd uitkopen.

Woord vandaag

echter zo: er een eer in stellend 
niet evangelie te verkondigen 
waar Christus al genoemd is, 
opdat ik niet op een fundament 
van anderen zou bouwen
          
Romeinen 15:20

Het evangelie van Christus dat
Paulus bracht, moest apart zijn
en blijven van de boodschap die
voor anderen bestemd was. De
groeiende weerstand tegen zijn
evangelie maakte Paulus niet
ontmoedigd. Integendeel, hij was
ambitieus (stelde er een eer in)
om zijn evangelie te brengen op
plaatsen waar Christus nog niet
verkondigd was. Hij was ervan
overtuigd, dat men de Christus
zou ontdekken en zien in wat hij
verkondigde. Dat goede nieuws
kan en mag gehoord worden, en
we bidden dat het woord van de
Heer snelle voortgang zal hebben
en verheerlijkt wordt.

Woord vandaag

in woord en werk, in de kracht 
van tekenen en wonderen, in 
de kracht van de geest van
God, zodat ik vanaf Jeruzalem 
en eromheen tot aan Illyrië het 
evangelie van Christus 
compleet gemaakt heb

         Romeinen 15:19

In Handelingen 1-12 zie je
Petrus tekenen, wonderen
doen. Paulus doet die in
Handelingen 13-28. Ja, nu is
dit dienstwerk compleet;
heilige geest had Barnabas en
Saulus daartoe afgezonderd.
Hij verkondigde Messias Jezus,
als Gezalfde Vorst voor Israël.
Daarnaast sprak hij rechtvaar-
diging uit geloof alleen.  
Maar nú wil Paulus niemand
nog naar het vlees kennen;
zelfs Christus niet.
Hij verkondigt verzoening in
Romeinen 5-8; dat is kenmerk
van deze periode; Paulus ging
van heerlijkheid tot heerlijkheid.

Woord vandaag

in woord en werk, in de kracht 
van tekenen en wonderen, in 
de kracht van de geest van
God, zodat ik vanaf Jeruzalem 
en eromheen tot aan Illyrië het 
evangelie van Christus 
compleet gemaakt heb

         Romeinen 15:19

Paulus roemt op Christus, Die
door hem werkte. De periode
waar hij op terugkijkt, was mede
zijn inzet in het evangelie van
het koninkrijk, met tekenen en
wonderen. Dat was in de kracht
van de geest van God.
Dit wijst ook op de verandering
van het fysiek aardse naar het
geestelijke. De verkondiging is
goed nieuws van de Christus, de
Messias van Israël. Het was een
langere periode, zijn gang van
Jeruzalem tot aan Illyrië toe:
het noorden van Griekenland,
dat nu Albanië en deels het
(voormalig) Joegoslavië is.  
De roem was, dat hij nu deze
arbeid compleet had gemaakt.
Het ‘ik’ hier is: ‘niet langer ik,
maar Christus leeft in mij’, zie
Galaten 2:20.