Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

De boer die zich inspant, 
moet als eerste aan de 
vruchten deelnemen
        2 Timotheüs 2:6

De agrariër spant zich eerst in
om pas later in het jaar, vaak
in zomer/herfst te oogsten.
Dat is dan: akker(s) bewerken,
zaaien, gewassen verzorgen, 
onkruid verwijderen et cetera.
Anderen zijn in kassen of in de 
fruitboomgaarden bezig; kan 
van alles zijn. 
In ieder geval kijkt men uit naar
de vrucht en geeft voldoening 
als die er is. 
Zo is het ook geestelijk gezien;
de arbeider zal de Vader diep 
dankbaar zijn als de vrucht van 
de geest in eigen leven en dat 
van anderen zichtbaar wordt. 

maar ook als iemand een 
wedstrijd speelt, wordt  
diegene geen krans gegeven 
ingeval men niet reglementair 
de wedstrijd speelt
           2 Timotheüs 2:5

Degenen die in de wedstrijd van
het geloof meedoen, zouden de
grondbeginselen van de geest
navolgen (Gal.5:25). In Galatië
kwam het zuurdesem van de
wet erdoor. Daardoor konden
zij niet langer volgens de regels
de wedstrijd voortzetten.
Heel de wedstrijd is nutteloos
wanneer we vanuit en op basis
van het vlees lopen.
Wij zouden bereid zijn kwaad
te lijden met het evangelie.
Dat betreft onze wil die zou
onderschikken aan Gods wil.  
De sporter doet grote moeite
voor de verderfelijke erekrans.
Wij echter spannen ons in met
het oog op de onverderfelijke.

maar ook als iemand een 
wedstrijd speelt, wordt  
diegene geen krans gegeven 
ingeval men niet reglementair 
de wedstrijd speelt
           2 Timotheüs 2:5

Het tweede voorbeeld is de
sporter die in de atletiekbaan
rent. Buiten de lijnen van de
baan lopen? Diskwalificatie.
Bij de Olympische spelen wordt
de overwinningskrans niet aan
zo iemand gegeven. Dit beeld
geldt voor de gelovige die niet
volgens de grondbeginselen
bezig is. Je kunt niet én religie
praktiseren én menen dat je
‘goed bezig bent’. Evangelie is
niet bedoeld om er materieel
rijk van te worden. Genade is
onmogelijk te mengen andere
elementen. Overmoed past
degenen die dienstwerk doen,
niet. De norm is: ootmoedig
zijn, gezindheid van Christus
Jezus, in wandel en gedrag.

Niemand die oorlog voert, is 
verwikkeld in de zaken van
het levensonderhoud, opdat 
hij degene, die hem heeft 
aangeworven, behaagt
     2 Timotheüs 2:4

In het vorige vers klonk het:
‘soldaat’. Een soldaat wordt in
het algemeen ingezet om de
ander kwaad aan te doen. De
soldaat van Christus Jezus
zou echter kwaad lijden. En
levensonderhoud krijgen is
voor een soldaat geen punt.
Maar de dienstknecht van
Christus Jezus zorgt zelf voor
levensonderhoud, om het
goede nieuws gratis (genade)
te kunnen doorgeven.
Maar verwerven van genoeg
voedsel, kleding en onderdak
zou niet iets zijn om alle tijd
mee te vullen. 

Lijd samen kwaad met mij
als uitstekend soldaat van
Christus Jezus
     2 Timotheüs 2:3

Het geweldige woord van de
waarheid doorgeven betekent
lijden. De apostel getuigde in
zijn brieven ervan, lees eens
2 Kor.6:4-10; 2 Kor.11:23-28.
Timotheüs en anderen leden
ook om het evangelie.
Misschien goed ons eens af
te vragen: hoe zouden wij in
dergelijke situaties reageren?
Wie weet hoe lang wij nog
kunnen leven in betrekkelijk
vrije omstandigheden.
Te allen tijde bereid zijn om
voor de waarheid van God te
willen lijden; wij volgen de
voorbeelden!