‘Dat wordt nog wat he, die dag dat wij weggerukt worden van de aarde.
Soms denk ik dat het bijna té fantastisch is. Het gaat tegen alle wetten
van de natuur en de zwaartekracht en zo in.’
Zo is het ook met de hemelvaart van de Heer Jezus Christus geweest.
Dat moet voor de discipelen een hele wonderlijke ervaring geweest
zijn. Terwijl zij op de aarde bleven staan, ging de Heer omhoog en werd
uiteindelijk onttrokken aan hun ogen door een wolk.
‘Maar er was toch nog eerder iets? Wat de Heer tegen Maria zei?’
Ja, je bedoelt op de opstandingsdag? Toen zei Hij tegen Maria:
‘Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren naar mijn Vader’
en: ‘Zie! Ik vaar op naar mijn Vader en jouw Vader, naar mijn God
en jouw God.’
Later op de dag mochten zij Hem wel aanraken (Mattheüs 28:9,10).
Dat betekent, dat Hij op die opstandingsdag opvoer naar God en dat
is een type van de wegvoering van het lichaam van Christus, dat
deel heeft aan de Eersteling, Christus.
‘Dit is voor veel mensen onbekend, lijkt mij.’
Dat is het ook, het maakt dan ook deel uit van de verborgenheid,
het beheer van het geheimenis, zoals Paulus dat in Efeziërs 3:9
noemt. Men luistert veel naar anderen, maar te weinig naar Paulus,
is mijn stellige overtuiging. Want wat horen wij maar heel weinig
gepredikt worden?
Het evangelie van de onnaspeurlijke rijkdom van Christus. Dát zou
veel meer gepredikt en dus gehoord worden!
Want Hém zal heel het universum als hoofd erkennen!  (Efeziërs 1:10)