Woord vandaag

‘We zien door Paulus’ brieven heen wie God is.’

We lezen in zijn brieven de uitwerking en reikwijdte van het kruis. Daar zijn we
al langere tijd mee bezig, en we zagen ook bij Abel reeds een vooruitkijken naar
het grote werk, dat Vader en Zoon zouden uitvoeren op weg naar en op Golgotha.
Daar werd alles beslist. Het kon niet missen, want het Lam was tevoren

gekend, vóór de nederwerping van de wereld. Dus in feite voordat de zonde in-
trede zou doen in het universum.

‘Ja wat een adembenemende vergezichten hebben we in Zijn woord.’

Als je het mij vraagt, zegt Petrus dat omdat hij naar Paulus heeft geluisterd.
Johannes schrijft, opgetekend uit de mond van de Heer Jezus, dat Vader Hem
liefhad vóór de nederwerping van de wereld (Johannes 17:24). Toen was Hij
er al, als de Eerstgeborene van heel de schepping. Voordat de zonde kwam.
Dat houdt in, dat het plan van God gereed was. God had alles zorgvuldig ge-
pland en Hij voert het door Christus Jezus uit.

‘Er gaat niets mis. Wat heerlijk dat ik dit al zoveel jaar mag weten.’

Het is door Gods genade, en alleen dat, dat wij deze dingen kunnen overwegen,
er met elkaar over spreken. Het is Gods genade, dat Hij ons Zijn woord doet
verstaan. Vele anderen is dat niet gegeven. Waarom? Ligt niet aan ons, alsof
wij zulke beste mensen zijn. Nee, het is God, die ons geloof, het willen en het
werken geeft, naar Zijn welbehagen
. En als we veel kunnen doen in Zijn dienst,

dan is dat Zijn genade; niet om zoveel loon te verwerven!

 

Woord vandaag

‘Maar, hoe komt dat, dat zij blind zijn?’

Lange tijd was Israël een volk dat zich niet aan de Thora van Mozes hield. Zij ver-
vielen keer op keer tot de meest gruwelijke afgoderij. Daarop werden zij in bal-
lingschap weggestuurd uit het land. Uiteindelijk brak de afgelopen 2000 jaar aan,
waarin God hen een geest van verdoving (Romeinen 11:8) geeft, ogen om niet te
zien
. En Paulus zegt hier in Handelingen 13:11 …de hand van de Heer is op je….en
je zult blind zijn
. Dat de Jood vandaag de dag niet kan zien, is het werk van God,
Zijn hand is op hen, Hij geeft hen een geest van verdoving
.

‘Ja, dat wordt meestal niet duidelijk gezegd.’

Men durft deze dingen vaak niet zo te stellen. Men gelooft niet de duidelijke uit-
spraken van de Schriften, dat God het kwaad schept, terwijl dat voluit in Jesaja 45
staat. Want dat een volk geestelijk blind is, is een groot kwaad. Toch heeft God
zelf daar voor gezorgd. De Heer Jezus zelf stond in die lijn –kon niet anders- door-
dat Hij in gelijkenissen sprak. Dat was opdat de menigte niet zou verstaan.
Vandaar dat de discipelen prive onderricht kregen en uitleg van de gelijkenissen.

‘We zien, dat God een werk doet, dat wonderlijk is.’

Daarbij is het ook een werk van God wanneer iemand gelooft. Lydia schonk aan-
dacht aan wat Paulus vertelde, doordat God haar hart ervoor opende. Anders
had zij dat nooit kunnen verstaan. Zo geeft God zelfs in de gemeente aan een-
ieder een mate van geloof. De een kan misschien meer verstaan en begrijpen
dan de ander, van Zijn woord. En onder de Galaten was dit aan de hand: judaïs-
tische dwaalleraren wilden –net als een Elymas- de gelovigen van het geloof af
keren. Waarom? Om de werken van de Thora te gaan doen. Dat was de verba-
zing, om niet te zeggen: verbijstering van de apostel van de natiën!

Woord vandaag

‘Prachtige beelden zeg, in de Hebreeuwse Schriften.’

Je ziet de onderwijzing die Ieue erin legde. Paulus spreekt de Galaten ook aan,
juist op het punt van onderwijzing. Zij wilden, onder een soort betovering ge-
bracht door judaïsten, onder de Thora van Mozes gaan leven. Denk eens aan
Simon de tovenaar uit Handelingen 13; hij verzette zich tegen Barnabas en de
apostel. Elymas, de magiër. Hij probeerde de proconsul af te houden van het
geloof. Exact hetzelfde was aan de hand bij de Galaten.

‘Paulus spreekt en hij wordt blind.’

Hij was het al. Alleen geestelijk gezien dan. Dat wordt nu aan de buitenkant
bevestigd door de letterlijke blindheid aan het vlees. De Jood, die de Thora als
een licht had gekregen om dat aan de natiën bekend te maken, was zelf blind
en probeerde de heiden van het geloof af te keren. In de ontmoeting met deze
Jood werd Saulus Paulus. Juist hier, bij deze geschiedenis, wordt de naam van
Saulus (Hebreeuws) veranderd in het Griekse Paulus.

‘Opmerkelijk inderdaad.’

Het is een aanwijzing die Vader in de tekst heeft laten opnemen. Het wijst erop,
dat het geloof en het licht (van de Schriften) overgingen naar de natiën. En later
blijkt dat Vader het lichaam van Christus uitroept uit voornamelijk de natiën. In
de daarop volgende 2000 jaar zien we, dat de Schrift (het licht) vooral door de
natiën verspreid en bewaard werd. Al die tijd bleef Israël als volk blind, terwijl
sommigen uit hen werden geroepen (het gelovig overblijfsel). Treffend uitge-
beeld in Elymas, die zelf aan de hand genomen moest worden. Blind!
Morgen kijken we verder naar deze bijzondere geschiedenis in Handelingen.

Woord vandaag

‘Goed zeg, om eens wat dieper in te gaan op de betekenis van het vet.’

Je leest er overheen. Het valt je niet op. Meestal wordt gekeken naar de ruzie tus-
sen twee broers, waarbij de een de ander doodt. Er wordt dan een morele les uit
gehaald. Terwijl de diepere overwegingen vaak in de details zitten. Zo ook het vet.
Dat is nu eenmaal de Schrift; daar kun je niet zomaar even in lezen en je weet het.
Het is lezen, nadenken, waarom er iets zo staat. Niet mediterend, maar bestude-
rend: wat wil Vader ermee zeggen?

‘Abel aanbad de Heer God, en dat bleek uit dat hij het vet offerde?’

Hij gaf het eerste en het beste. De eerstgeborenen en hun vet. Dat werd door Ieue
gewaardeerd en aanvaard. De hele geschiedenis wijst typologisch op Christus, die
door Zijn broedervolk (de Joden) vermoord wordt. Het aangezicht van het volk was
al langere tijd vervallen, zij brachten wel offers, maar hun hart was er niet bij. Zie
bijvoorbeeld Jesaja 1:11,13. Daarom walgde Ieue (Ik ben) van hun offers, het vet
dat zij offerden kon daarom niet door Hem als aangename geur beleefd worden.

‘En Ieue heeft dus zelf het offer van Abel aangestoken?’

Het staat er niet zo, maar uit andere gegevens van de Schrift is dat af te leiden.
Het offer van Abel behaagde Al. Het laat zien dat de weg tot redding via lijden
(bloed) gaat. Maar ook, dat (wederzijdse) verzoening door dood tot stand komt.
Daarbij gaf het aan Al (God) de allerhoogste plaats. Abel gaf niet het laatste wat
overbleef (het minste), maar het eerste en het beste.
Ook Abraham offerde het beste, zijn hartslieveling. En hoe geweldig was het
antwoord van Ieue daarop! De weduwe offerde al wat zij had, de Heer zag het
en Hij waardeerde dat zeer. Laten wij dan deze voorbeelden volgen en de weg
van Abel bewandelen!

Woord vandaag

‘Het vet van een dier heeft dus een belangrijke betekenis als het geofferd wordt?’

Het was duidelijk opgenomen in de offervoorschriften van Israël. Met name in het
zondoffer en vredesoffer. Zowel het bloed als het vet mocht niet gegeten worden
in Israël. Omdat het voor Ieue (Ik ben) was. Het was geheel voor Hem. Dat spreekt
van Gods kant, dat Christus zichzelf overgaf als offergave en slachtoffer (Efeziërs 5:2).
Dat was tot een aangename geur voor Ieue. Dat was het belangrijkste: wat het voor
Ieue betekende!

‘Maar het betekende wel de verzoening van heel de schepping.’

Wij denken daar eerder aan. Dat de mensheid ook verzoend is. We zijn in die ding-
en op onszelf gericht, in feite. Hogere overweging is, wat het offer, Zijn kruisdood
voor Al, voor God betekende en betekent! Deze aangename geur overstijgt voor
God het hele plan van eonen. God maakt(e) vrede (waar het vredesoffer naar ver-
wijst) door het bloed van Zijn kruis, door Hem, hetzij wat in hemelen, hetzij wat op
aarde is.

‘Wat een evangelie, en het vet verwijst dus naar deze dingen?’

Wat opmerkelijk is, is dat het vredesoffer nadrukkelijk met het vet te maken heeft.
Het vet spreekt van het beste. Dat blijkt uit de Schrift, want de Farao belooft aan
Jakob het vet van het land (Genesis 45:18). Kijk ook naar: het vette van de olie
(Numeri 18:12). Er zijn meer van dit soort uitdrukkingen, die duidelijk maken, dat
het vet typologisch verwijst naar het beste van een vrucht of een dier of de mens.
En vooral en bovenal naar het innerlijk van Ieue Alueim (de Heer God) en Zijn Gelief-
de Zoon, Christus Jezus!