Woord vandaag

‘Soms denk ik: kon ik maar eens heel even net als een Daniël iets op-
vangen of zelfs zien van die geestelijke machten.’

Begrijpelijk, maar niet aan ons voorbehouden. We zien door Zijn woord
hoe het zit. Zo’n hemeling kan ons hoogstens iets van de waarheid aan-
reiken, maar door de brieven van de apostel zien we het totale plan!
God zal juist ons als gemeenteleden met Christus Jezus inzetten om Zijn
voornemen uit te voeren. Daartoe krijgen wij alle geestelijke kennis,
wijsheid en inzicht aangereikt. Wij weten meer dan de hemelingen!

‘Als je dat zo zegt, vind ik dat heel indrukwekkend. We hebben vaak
het idee dat ‘zij’ meer weten dan wij. Maar het is andersom!’

Vers 11 zegt dat wij in Christus door loting aangewezen zijn, opdat wij
zijn tot lofprijs van Zijn heerlijkheid. Dat ‘door loting aangewezen’ is
een beeld van wat Israël letterlijk meemaakte. Het lot werd geworpen
en zo werd het land (zie het boek Jozua) verdeeld onder de 12 stam-
men (misschien wel 13). Ieder kreeg een stukje toegedeeld. Maar het
land bleef van Ieue (Jahweh), Hij is de Bezitter/Eigenaar. Als zij Hem
niet dienden, moesten zij het land verlaten, de ballingschap in.

‘En wij hebben dus door loting een gebied boven, te midden van de
hemelingen?’

Zeker. Het voorbeeld van Israël is om ons iets van die realiteit boven
te laten zien. Wij kennen de grote Jozua, Christus Jezus, met wie wij
heel erg nauw verbonden zijn. Wij zullen met Hem die hemelse be-
diening ingaan na de bema, en tot lofprijs van Zijn heerlijkheid zijn!
Vandaar dat de apostel al het andere schade, vuilnis achtte omdat
de kennis van Christus Jezus, zijn (en onze ) Heer boven alles uit ging.
Als we Zijn liefde en genade leren kennen, dan zullen ook wij al het
andere onbelangrijk vinden! Het gaat om Hém!

Woord vandaag

Dat is wel goed om weer te beseffen: wat op aarde gebeurt, heeft te
maken met wat in de hemelen gebeurt.’

We zien daar iets van in het boek Daniël. Daar blijkt, dat geestelijke
vorsten over landen regeren. De vorst van het koninkrijk Perzië stond
21 dagen tegenover de man, gekleed in  linnen. Die man sprak tot
Daniël, zo staat in Daniël 10. Deze hemeling, een geestelijke macht,
hield de man in linnen 21 dagen tegen, totdat Michaël hem te hulp
kwam. Michaël is dan weer een hemeling die sterk met Israël verbon-
den is. Tevens wordt in Daniël 10:20 de vorst van Griekenland ge-
noemd. Geestelijk gezien gebeurt van alles wat wij niet kunnen zien.

‘Dat is heel wat. Denk je dat vandaag de dag leiders van landen ook
door geestelijke machten beheerst worden?’

Denk van wel ja. Zoals het toen was tijdens Daniëls leven, zo zal het
ook nu gaan. Geen enkele reden om te denken dat het veranderd is.
We zien wel de geestelijke druk toenemen naarmate het moment
dichterbij komt  dat het lichaam van Christus weggerukt wordt. De
tegenwerker bood de Heer alle koninkrijken van de aarde aan als
Hij één keer de tegenwerker zou aanbidden. Ongelooflijke verleiding.
Maar –als je het mij vraagt- de Heer wist heel goed wat Hij zei. Hij be-
riep zich op de Schrift, waardoor Hij de aanval kon pareren. Het is
voor ons als gelovigen met name in de tijd nodig te bidden om de
geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem.

‘En Zijn woorden en uitspraken te kennen als verdedigingswapen.’

Zoals we die in Efeziërs tegenkomen. Eén ervan is dat wij verzegeld
zijn met de heilige geest van de belofte naarbinnen de dag van de
vrijkoping. Daar kunnen wij ons altijd op beroepen, ook al kunnen
mensen en je eigen gedachten je aanvallen. Gedachten van schuld
en dergelijke, waar dan weer angst uit voortkomt. Geweldig woord
is dan die verzegeling. Of bijvoorbeeld Romeinen 5:1

Wij dan, gerechtvaardigd uit geloof, hebben vrede naar God toe door
onze Heer Jezus Christus. 

Woord vandaag

‘Het wordt steeds duidelijker, Efeziërs 1:9-11, het kost wel een tijdje er-
mee bezig zijn.’

We hebben gezien, dat het geheimenis van Gods wil is, dat Christus niet
alleen over heel de aarde, maar ook over de hemelen zal regeren. Over
de aarde houdt verband met Hem als de Zoon van Adam (de Zoon des
mensen); over de hemelen (eigenlijk alles) zal Hij regeren als de Zoon
van God
. We hebben ook gezien, dat het complement van de era’s bete-
kent,
dat het de compleet makende de laatste eon is. Daarin zal alles tot
volko
menheid gebracht worden.

‘En dat is zo geweldig, dat Vader dat allemaal zo doet. Er gaat niets mis.’

We zagen ook, dat het al te culmineren in de Christus inhoudt, dat alle
schepselen onder het ene Hoofd, Christus gebracht worden. Zij worden
al
lemaal opwaarts gericht naar Hem toe. Dat is nog toekomstmuziek
voor 
de schepping. Het zal gaan gebeuren, op Gods tijd. Het is allemaal
in overeenstemming met Zijn welbehagen dat Hij zich voornam in Hem.

Dat zegt vers 9. Door de profeet Jesaja zei Ieue al:

Denk aan de dingen van vanaf de eon, Ik ben de Al en niemand anders,
en er is geen verdere Alueim. Ik, die vanaf het begin verkondig wat het
einde zal zijn, van oudsher wat nog niet heeft plaatsgevonden.
Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en
Ik zal al Mijn welbehagen doen                                            
Jesaja 46:9-11

‘Geweldige woorden. Wat een uitzicht geeft dat. En Jesaja zag niet de
volle diepte daarvan.’

Efeziërs is heel helder: God heeft tevoren alles vastgelegd en gepland.
Er bestaat geen toeval. Let ook op de woorden voornam (vers 9) en
voornemen
(vers 11). In deze verzen 9-11 kom je onder de indruk van

wat daar allemaal gezegd wordt. Profetisch wordt vastgesteld hoe het
zit en wat Vader gaat doen. Heel de schepping is erbij betrokken:
….zowel wat in de hemelen als wat op de aarde is, in Hem.
Let op dat de hemelen het eerst genoemd worden, net als in Genesis
1:1. Niet onbelangrijk, want het zichtbare op aarde wordt gestuurd
door het onzichtbare wat in de hemelen is! 

Woord vandaag

‘Wat wij gisteren zagen uit de Hebreeuwse Schrift, komt dat dus in de ont-
hulling van Jezus Christus terug?’

Ja. In de laatste eon, de vijfde, dat is het beheer van het complement van
de era’s, zal Christus regeren over de aarde door middel van Zijn uitverko-
ren volk Israël. Zij zullen met Hem regeren (Openbaring 20:4-6). Dat is in
de dag van God, die volgt op de dag van Ieue (Jahweh). In die vierde dag
(die van Ieue) zullen de Israëlieten het koninklijk priestervolk zijn dat
over de natiën re
geert (koninklijk) en aan hen Zijn woord predikt (pries-
terlijk).

‘Oke, maar Israël regeert ook in de laatste eon, de vijfde. Waar staat dat?’

Dat vinden wij in de woorden van Openbaring 22:3-5, waar het gaat om
de troon (vers 3) van God en van het Lam. Ook wordt gesproken van Zijn
slaven. Op hun voorhoofden zal Zijn naam zijn. Van hen wordt gezegd, dat
zij met Hem zullen regeren voor (tijdens) de eonen van de eonen.
Op de nieuwe aarde is geen tempel, geen priesterschap. Waarom niet?
Omdat God zelf te midden van de mensen zal wonen!

‘De zonen van Israël zullen dan met Christus op aarde regeren.’

Op aarde. Dat is wat Johannes zag en optekende in Openbaring 21 en 22.
Johannes had geen zicht op wat zich in de hemelen af gaat spelen.
Het geheimenis van Gods wil was niet aan hem bekendgemaakt, als een
van de Besnijdenisapostelen. Dat was aan Paulus voorbehouden, als le-
raar van de natiën. Het hemelse aspect van het geheimenis van Christus
was aan de apostel bekendgemaakt, wat hij schrijft in Efeziërs. Ook al
wat in de hemelen is, zal onder het ene Hoofd, Christus Jezus, gebracht
worden!

Woord vandaag

‘Fantastisch, dat plan van God. Die vijfde en laatste eon is dus het beheer
van het complement van de era’s.’

Misschien is het goed, nog iets te zeggen over dat woord complement.
Dat betekent: het laatste, dat compleet maakt. Zonder dat is iets niet af,
niet compleet. Dit woord complement wordt in de brieven van de be-
snijdenis niet genoemd. Dat is omdat hun bediening niet het volkomene
kon brengen. De bediening van Paulus doet dat wel, die brengt tot en
met de voleinding van de eonen en daarna.

‘Ook dat is weer opvallend. Kun je wat voorbeelden noemen?’

Paulus spreekt over het complement van de natiën (Romeinen 11:25);
liefde als het complement van de Thora (Romeinen 13:10); de ekklesia
(uitgeroepen gemeente) als het complement van Christus (Efeziërs 1:23;
4:13); Christus als het complement van God (Kolossenzen 2:9) en al het
andere (Kolossenzen 1:19). Alleen in Paulus’ brieven wordt dit begrip zo
gebruikt. Dat is omdat de bediening van de apostel het grote complement
is van alle andere bedieningen van profeten en apostelen. Zonder dat zou
het wezenlijke ontbreken!

‘Het is wat! Waarom worden deze dingen nergens anders gehoord?’

Het ligt kennelijk in Gods bedoeling, dat de waarheid niet bij vele miljoenen
bekend is. Zelfs bij een behoorlijk grote gemeente als die van Korinte kon
Paulus deze diepere dingen niet kwijt. Het gaat ook om geestelijke waarhe-
den die door volwassenen in het geloof echt verstaan worden. Het vergt
geestelijke groei. De Korintiërs werden ‘vleselijk’ en ‘onmondig’ genoemd
door de apostel. Zij waren eigenlijk kinderachtig bezig.

‘Daarom is het goed dat wij met Efeziërs bezig zijn!’

En het gebed om de geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem
is nodig. Maar, om even terug te keren naar onze tekst in Efeziërs: we zien
een kleine indicatie van deze laatste era (de vijfde eon) in de Hebreeuwse
Schrift. Er staat over de regering van Christus en Israël, dat die niet alleen
tot in (gedurende) de eon (Hebreeuws: olam) duurt. Dat geldt namelijk al-
leen van Israëls priesterschap. Maar hun koningschap is tot in (gedurende)
de eon (olam) en verder.  Dit komt maar een paar keer voor. Dit komt pre-
cies in Openbaring terug. Maar daar duidelijker. Daarover morgen meer!