Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Beijver je om voor de winter 
te komen. Jou groet Eubulus, 
Pudens, Linus, Claudia en alle 
broeders
          2 Timotheüs 4:21

Paulus noemt hier nog enige
getrouwen. Namen die we 
alleen hier tegenkomen. 
Eubulus, wel-raad.
We kennen boulè, raad, en 
boulèma, bedoeling. Het is 
naar Gods bedoeling dat er
weinigen zijn die dicht bij de
waarheid van God blijven. 
Pudens, bescheiden, lijkt te
verwijzen naar ootmoed, 
dé gezindheid van Christus
Jezus die tot eer van God is.
Linus, vlas, linnen, verwijst 
mede naar de opstanding. 
De discipelen vonden het 
linnen in het graf van Jozef 
waarin Hij gewikkeld was.
Claudia, mank, kreupel, is 
verwijzing naar situatie van
het volk, dat nu nog Jakob
is, en hun Pniël komt nog.
Daarna zullen zij als zonen 
van de Allerhoogste dienen
als koningen en priesters. 

Erastus blijft in Korinte, maar
Trofimus, zwak zijnde, liet ik 
achter in Milete.
          2 Timotheüs 4:20

Erastus (geliefd), was een
stadsrentmeester (Rom.16:23) 
waarschijnlijk in Korinthe.
Hij was een gelovige, en werd
samen met Timotheüs erop 
uit gestuurd (Hand.19:22) om
gelovigen in Macedonië het 
goede voedsel (het woord van
Gods genade) te geven.  
Trofimus (voeding) de Efeziër,
werkte in het evangelie mee.
Als reisgenoot (Hand.20:4) 
werd hij onderwerp van laster
en Paulus kon maar net ontzet 
worden door soldaten.
Ook hij was medewerker om
mede gelovigen te voeden met
het uitstekende onderricht.
Hij was ziek en daarom had de
apostel hem achter gelaten in
Milete (genas hem niet).
Ook wij kunnen medewerkers
zijn door op z’n minst te bidden
voor een geopende deur voor
het woord (Kol.4:2-6)!

Groet Prisca en Aquila en 
het huis van Onesiforus.
   2 Timotheüs 4:19

Onesiforus en diens huis 
noemt Paulus ook in 1:16 
van deze brief. Met gebed
dat de Heer barmhartig is
voor hem en de zijnen. 
Hij was een medewerker,
en mogelijk opende hij zijn 
huis ook letterlijk voor het
paulinische evangelie.
Verkwikkend voor Paulus,
Onesiforus (‘voordeel-
drager’): hij bevorderde
de voortgang van Gods 
genade-boodschap voor
allen. Was niet beschaamd
als het om Paulus’ ketenen 
ging. God geve, dat ook wij
in die zin ‘voordeel-dragers’
zijn voor anderen. Tot eer 
en verheerlijking van Vader.

Groet Prisca en Aquila en 
het huis van Onesiforus.
   2 Timotheüs 4:19

Paulus was ook tentenmaker, 
net als Prisc(ill)a en Aquila.
Ze hadden elkaar ontmoet in
Korinthe, en samen gewerkt. 
Paulus kon ze het plan en de 
raadsbesluiten van God door-
geven. Ze namen dat aan als 
een woord van God, niet van 
mensen. Later trokken ze een
tijd met Paulus mee. Toen zij
Apollos hoorden, konden zij
hem later de weg van God 
verder bekendmaken. Zulke 
goede luisteraars waren zij,
dat zij verdiept waren in het
Woord en weer anderen de
weg konden wijzen in al de
geheimenissen van God. 
Zij waren betrouwbaar en 
Paulus groet ze in diverse
brieven als blijvende mede-
strijders in zijn evangelie.  

De Heer zal mij bergen van 
ieder boos werk en redden 
tot in zijn ^ophemels koninkrijk. 
Hem zij de heerlijkheid voor 
de eonen van de eonen! 
Amen!
         2 Timotheüs 4:18

De 12 apostelen van de
Besnijdenis zullen de 12 
stammen regeren in de
wedergeboorte. Israël zal
als volk regeren over al de
natiën en als priesters ze
naar Jahweh leiden. 
De belangrijke functies in 
het aardse koninkrijk zijn
op deze manier ingevuld. 
Daarbij is Christus Koning 
en Hogepriester naar de
ordening van Melchizedek 
in de komende eon, voor
Zijn volk en de volkeren.
In het ^ophemels koninkrijk 
zwaait Hij als de Zoon van 
God de scepter. Dit is een 
ontwikkeling in de twee
komende eonen. 
Het lichaam van Christus 
zal meewerken om al de
^ophemelse geestelijke 
machten en krachten tot
onderschikking aan Hem
te brengen.