Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

Heel de Schrift is God-geademd
   2 Timotheüs 3:16^a

Gisteren lazen we Johannes
1:1,2, en het vervolg is daar:

in hetzelfde (woord) was leven 
en het leven was het licht van
de mensen
            Johannes 1:3

Zowel leven als licht ontvangt
de mens door Gods woord.
De Psalmist zegt:

Uw woord is een lamp voor
mijn voet en een licht op mijn
pad                Psalm 119:105

Gods woord zelf is een levend
organisme, dat leven en licht
in het mensenhart brengt.

Daarom is het evangelie kracht
van God tot redding voor ieder
die gelooft (Rom.1:16)!

Heel de Schrift is God-geademd
   2 Timotheüs 3:16^a

De inspiratie van de Schrift is
door menselijke filosofie
betwist. Niettemin geeft Paulus
hier aan hoe het zit. Heel de
Schrift, of alle Schrift is door
God geademd. Door Zijn woord
heen werkt Zijn geest in het hart
van de luisteraars. Ieder woord
van God draagt Zijn geest op en
in zich. De eerste creatie begon
met het spreken van God:

in begin was het woord, en het
woord was naar God toe en
God was het woord; dit was in
begin naar God toe.
Alles is door hetzelfde (woord)
geworden
        Johannes 1:1-3^a

Wat een kostbaar geschenk
hebben wij in de Schrift!  

tot redding door het geloof 
dat in Christus Jezus is
      2 Timotheüs 3:15^b

In het evangelie klinkt niet
alleen ons geloof, gisteren
zagen we dat van Timotheüs.

Paulus schrijft:

Thans is echter, los van wet, 
gerechtigheid van God 
openbaar geworden (waarvan 
getuigd wordt door de wet en

de profeten), gerechtigheid 
echter van God, door geloof 
van Jezus Christus….

In de meeste vertalingen is
dit weggepoetst en er is
geloof aan of in Jezus
Christus van gemaakt.
Maar de tekst zegt duidelijk:
geloof van Jezus Christus.
Dat is de basis van redding;
niet alleen van hen die nu
geloven. Uiteindelijk delen
allen in de heerlijkheid van God.

tot redding door het geloof 
dat in Christus Jezus is
      2 Timotheüs 3:15^b

Timotheüs kende van huis uit
de Schriften, Tenach. Geloof
+ werken was het waarmee
hij vertrouwd werd. Saulus,
later Paulus, kende datzelfde:
werken van Thora doen om
uiteindelijk gerechtigheid te
hebben (Rom.9:30,31).
Timotheüs leerde van Paulus
dat de rechtvaardigheid door
geloof, in genade is. Dat is:
geloof dat in Christus Jezus is.
De rechtvaardiging om niet is
het tegenovergestelde van de
veroordeling, waar Thora van
spreekt. Grote vreugde voor
Timotheüs, toen hij dat ging
beseffen!

die jou wijs kunnen maken 
tot redding door het geloof 
dat in Christus Jezus is
      2 Timotheüs 3:15^b

De gewijde Schriften, Tenach,
die Timotheüs had geleerd 
via oma Loïs en zijn moeder 
Eunike, spreken van redding. 
Zo wijs werd Timotheüs, dat 
hij ze kende én geloofde. 
Israël is hét onderwerp in
Tenach. Terwijl Paulus leert:
God roept mensen uit al de 
natiën in deze tijd. 
Bij Israëls redding, naar het 
aardse koninkrijk van God,
is het geloof + werken.

jullie zien dat door werken een 
mens gerechtvaardigd wordt, 
en niet door geloof alleen
             Jakobus 2:24

En we lezen bij Paulus:

aan wie echter niet werkt, 
maar gelooft in Hem Die 
de oneerbiedige 
rechtvaardigt, wordt zijn 
geloof gerekend tot 
gerechtigheid.              
        Romeinen 4:5

Dat moet voor Timotheüs 
een omwenteling in het hart
en denken geweest zijn. Dit 
is de redding in deze tijd van
genade.