‘De kruisiging van de Heer Jezus was de grote omwenteling in de
geschiedenis. Dat kan ik wel begrijpen. Maar had God eigenlijk wel
verzoening nodig? Was God dan vijandig?’
Daar heb je over nagedacht. Paulus gebruikt als enige het bijzondere
woord ‘verzoenen’ (Grieks: katallasso). Dat heeft te maken met een
grote verandering. Die verandering was voor de wereld nodig.
De mensen waren vervreemd, de wereld was vijandig tegen God.
Daarom schrijft Paulus ook, dat God in Christus de wereld met zich
verzoenend was in 2 Corinthiërs 5:19.
‘En Paulus zegt toch, dat wij verzoend zijn?’
In het 18e vers van 2 Corinthiërs 5 zegt hij dat. Dat God ons met zich
verzoent door Christus. God geeft ons de bediening van verzoening.
En Hij legt in ons het woord van de verzoening.
‘Wat betekent dat?’
Dat houdt in, dat wij, op basis van het volbrachte werk van Christus
de mensen met andere ogen kunnen zien. Het zijn onze toekomstige
vrienden, ook al zijn zij nu nog zo vijandig tegen God. Onze houding
zou er een zijn verzoening, vriendschap, waar dat mogelijk is.
‘Dat is heel mooi, en toch wel weer anders dan je denkt. Veel christenen
zie je anders bezig. Mensen bekeren, omdat ze verloren dreigen te gaan.’
Als je weet hebt van wat Paulus bedoelt, heb je écht goed nieuws te ver-
tellen! God is liefde. Dat is nooit anders geweest. Dat was Hij altijd al!
Door de kruisiging en de opstanding van de Heer Jezus is die liefde heel
erg diep gebleken. Dát liet het kruis in de diepste kern zien.
Ook een uitwerking is, dat daarmee de zonde is gedragen, door het Lam
van God weggedaan en zo Gods gerechtigheid getoond werd.