Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

31 augustus 2018
‘Machtig evangelie.’

De genade van God staat centraal in
het evangelie, zoals Paulus dat ont-
hullen mocht. Hij is de apostel en le-
raar van de natiën. Ter onderschei-
ding van de twaalf, die het evangelie
van de besnijdenis brachten. Dit op-
vallende verschil wordt bijna niet in
prediking betrokken. Terwijl Paulus
uniek was en is en in de Schrift vind
je duidelijke verschillen.

‘Wat zijn die verschillen?’

Meer dan je denkt. Te beginnen bij
het gigantische verschil tussen Israël
en de gemeente, die het lichaam van
Christus is. Dat is redelijk fundamen-
teel. De gemeente is niet (geestelijk)
Israël en vice versa. Wanneer men-
sen tot geloof komen moeten ze niet
op zoek naar ‘Joodse wortels’ of iets
dergelijks. Zij behoren Christus Jezus
toe, en dat is geestelijk.

‘Basis in Hem.’

Wanneer gelovigen, zoals in de Mes-
siaanse beweging, op zoek gaan naar
de zogenaamde ‘Joodse wortels’, dan
zoeken zij die in het vlees en niet in de
geest, zoals Efeziërs 2:11-22 dat aan-
wijst. God bouwt de woonstede in de
geest en dat doet Hij nú. Onze uitkie-
zing ligt niet in Christus naar het vlees,
maar in Hem vóór de neerwerping van
de wereld (Efeziërs 1:4). Dáár zijn de
‘roots’ (wortels) van de gemeente!

30 augustus 2018
‘De Vader heeft ons lief.’

Dat is volle zekerheid van het geloof
en zelfs waar wij soms kleingeloof la-
ten zien, blijft Vaders liefde.Niets kan
ons scheiden van Zijn immense liefde.
Het was de liefde van de Vader waar-
door de Zoon gedreven werd. Op zijn
beurt meldde Paulus dat de liefde van
Christus hem aanzette tot dienen.

‘Het blijft geweldig.’

Dat is en blijft het. Al wat God doet in
Zijn plan komt uit Zijn liefde voort. En
genade komt voort uit die liefde en is
de hoogste uiting daarvan. En zo is de
bijvoorbeeld de rechtvaardiging van
de goddeloze zo bijzonder en doorbre-
kend in de Romeinenbrief. In Romei-
nen 3 komt het spoor naar voren.

‘Ik ben zó blij met Romeinen!’

We namen onlangs hier het derde en
vierde hoofdstuk door. Het principe
van rechtvaardiging door het geloof
van Jezus Christus bleek te zijn voor
(naarbinnen) allen en op allen die ge-
loven. Daarin zat natuurlijk de recht-
vaardiging van de goddeloze. Paulus
werkt dat principe uitgebreid uit. In
Romeinen 4 Abraham als voorbeeld,
zowel voor de natiën als de Joden.

29 augustus 2018
‘Christus Jezus bovenaan.’

Hij is het Hoofd van het lichaam van
Christus en daar kunnen we voor dan-
ken. Hij heeft ons lief; we lezen dat re-
gelmatig bij Paulus. Gemeenteleden
zijn Gods geliefden. Altijd al en voor al-
tijd in Zijn liefde opgenomen. We kon-
den en kunnen nooit buiten die cirkel
van Zijn liefde komen of vallen. Dat is
gegarandeerd.

‘Op God gericht.’

Hij heeft Zelf Zijn geest in ons gegeven
en ons oren naar Zijn woord geschon-
ken. Daar was niets van onszelf bij. El-
ke ademhaling is door God gegeven,
zelfs. We kunnen niet ontsnappen aan
Zijn liefde; Hij laat ons nooit los. Ern-
stige woorden die Hij spreekt bij gele-
genheid, zijn om de mensen naar Zich
toe te trekken, nooit om te verstoten.

‘God in het middelpunt.’

Hij zou centraal staan, en daarmee te-
gelijk Zijn geliefde Zoon. Die heeft Hij
zelfs niet gespaard, maar voor ons al-
len overgegeven, hoe zou Hij ons niet
met Hem alles in genade schenken?
Afbeelding en voorafschaduwing was
Abraham op Moria. Dat was in feite op-
standing uit de doden; zo heeft Vader
met Zijn Zoon gehandeld; Vader wekte
Hem op uit de doden.

28 augustus 2018
‘Evangelie van Paulus.’

Dat kun je niet meer zeggen volgens
veel gelovigen en christenen. Ze erge-
ren zich aan de apostel van de natiën.
De ene keer wordt zijn naam te vaak
genoemd, de andere keer vindt men
zijn brieven te moeilijk. Het is en blijft
lastig: Paulus. Het zal wel komen, om-
dat wat hij verkondigt te ver gaat en
vooral: het is niet naar de mens.
Gratis iets ontvangen willen we wel,
maar ook weer niet.

‘In de supermarkt wel.’

We vinden het prachtig: 2 halen 1 be-
talen. Dat ene product gratis ontvan-
gen spreekt ons aan. Zodra het echter
om geloof dan wel religie gaat, vinden
we het ineens onacceptabel. Gratis?
Je hoeft er niets voor te doen? Dat kan
niet! Geloof zonder werken is onmoge-
lijk in de ogen van velen. Dat is wel pre-
cies waar het om gaat. Galaten spreekt
ervan, dat het Gods genade alleen blijft,
óók wanneer we gelovigen zijn.

‘Moeilijk en lastig te aanvaarden.’

Omdat het evangelie diep gaat: de
werking van het kruis maakt een ein-
de aan alle menselijke pretenties. De
gelovige wéét, dat God het is, Die in
jullie zowel het willen als het werken
voor Zijn welbehagen bewerkt. God
zet ons allemaal op onze plaats, met
wat Hij de apostel liet noteren, zoals
Filippenzen 2:12,13 dat zegt. We zou-
den ons moeten schamen met onze
grote monden en eigenwijsheid als
mensen. Alleen God, de Vader van de
Heer Jezus Christus, komt alle eer en
lof toe.

27 augustus 2018
‘Voor ons geen dagen?’

Het houden van de sabbat in de Mes-
siaanse beweging is een symptoom.
Een teken, dat men sterk opschuift in
de richting van Israël, en voorschriften
die voor hen bedoeld zijn. Men wordt
in feite een proseliet; men wil aanslui-
ten bij Gods volk. Dat blijkt ook uit het
willen meevieren van de vastgestelde
tijden (‘feesten’) van Jahweh. De on-
derzoekers van de Christelijke Hoge-
school Ede melden, dat zelfs in een ge-
meente het leiderschapsteam een aan-
tal jaren geleden is opgestapt.

‘Wat was er aan de hand?’

Men kon niet langer geloven dat Jezus
de Messias is. Kennelijk was men zo ver
in judaïsme meegegaan, dat men niet
langer de kern van de Schrift kon gelo-
ven. Want het getuigenis van Jezus is
de geest van de profetie. Zie je zo niet,
dan ben je kennelijk door verblinding
overmeesterd. Paulus constateert met
verdriet in Romeinen:

Wat dan? Wat Israël zoekt, dat heeft
het niet verkregen, de uitgekozenen
hebben het verkregen en de anderen
werden verhard, zoals geschreven is:
God geeft hun een geest van verdo-
ving, ogen om niet op te merken, en
oren om niet te horen, tot deze dag.
                               Romeinen 11:7,8

‘De verblinding.’

Door op te schuiven naar iets dat niet
voor je bedoeld is, raak je als vanzelf
wat wél voor je bedoeld is, kwijt. Ook
de diepe blijdschap en vreugde van de
genade die God geeft. Daarbij is de te-
genwerker erop uit, het denken van
de mensen te verduisteren:

nu, indien ons evangelie bedekt is, is
het bedekt in hen die omkomen, in wie
de god van deze eon de gedachten
van de ongelovigen verblindt:
zodat de verlichting van het evangelie
van de heerlijkheid van Christus -Die
het Beeld van de onzichtbare God is-
hen niet bestraalt
                             2 Corinthiërs 4:3,4

We zijn gezegend met die boodschap,
waarvan de apostel zegt: mijn evange-
lie. En dat is niet zomaar: uniek, onver-
gelijkbaar met andere evangeliën in de
Schrift, die ons leert de verschillen te
zien en vast te houden.