Jullie bekijken de dingen naar
het aanzien! Indien iemand 
meent overtuigd te zijn voor 
zichzelf van Christus te zijn, 
laat hij weer over zichzelf met 
dit rekenen, dat zoals hij zelf 
van Christus is, zo ook wij.
           2 Korinthiërs 10:7
De Korinthiërs keken naar het
uiterlijk. Daarin leken Paulus
en de andere dienaren zwak. 
Bovendien vonden zij hem in 
wezen niet zo’n goede spreker.
Anderen, wellicht uit hun eigen
midden, met meer charisma,
waren beter, vonden zij.
Mogelijk benadrukten zij, dat 
‘zij in Christus zijn’. Zij hadden 
geen kijk op het lijden en de
verdrukkingen van Paulus. 
De Korintiërs meenden nu in
dit leven te kunnen heersen.
Paulus stelt echter vast: wij 
allen zijn van Christus! 
