Vanwege dat moest Hij in
alles aan de broeders gelijk
gemaakt worden, opdat
Hij een barmhartige en
betrouwbare Hogepriester
zou worden in dat wat naar
God toe is, om een gunstige
bescherming te maken voor
de zonden van het volk
Hebreeën 2:17
Deze Hogepriester maakt, net
als de hogepriester bij Israël
een ‘gunstige bescherming’
voor de zonden van het volk.
Het Hebreeuwse kaphar is
beschermen. Hilaskomai is
daar het Griekse woord voor.
Dat was voor de zonden van
het volk 1x per jaar in Israël.
Paulus’ evangelie spreekt van
het bloed van Christus; het is
de garantie dat de zonde eens
en voor altijd definitief weg-
gedaan wordt. Dat geldt ook
voor de zonden; de gelovige
weet zich gerechtvaardigd in
het bloed van Christus.
De gelovige is verzoend door
Zijn dood; geestelijke zegen,
die ver voorbijgaan aan wat
de Hebreeënbrief leert.