Woord vandaag

3 augustus 2019

‘We zijn rijk gezegend.’

Dat blijft bij de bema staan; Dan zijn
onze wandel en dienstbetoon aan de
orde. En wat nog tussen ons en ande-
re gelovigen in stond zal opgelost wor-
den. Na de bema zijn alle relaties tus-
sen heiligen optimaal en alle hinder-
nissen verdwenen. En dat wat onder-
ling niet goed zat, zal ook in Gods licht
gezet worden. Ja, al de motieven van
ons hart zullen openbaar zijn. En zal
uiteindelijk blijken dat alles uit God is.

‘Dat laatste is zo fijn om te weten.’

Wij zullen ons falen en gebrekkig die-
nen zien in Zijn perspectief. En wat in
die dag verlies blijkt, verbrandt. En
ook dat is genadig van God, want het
bereidt ons voor op wat daarna komt.
En de herinnering aan ons falen zou
de enorme zegen van de komende eo-
nen kunnen verstoren. Maar als alles
juist liefdevol Zijn plaats kreeg? Want
zo zal het zijn. Dan zijn we volkomen
gerustgesteld en kunnen we met vreug-
de verder, de hemelse bediening in.

‘Eerst de bazuin, dan de bema.’

En zo kunnen we na deze stappen die
God zet, als voltallig lichaam van Chris-
tus starten. We zien nóg een genadig
effect van de bema. Het zal niet alleen
voor de toekomst ná de bema vreug-
de brengen, maar ook nu. Want wan-
neer we zien wat daar gebeurt, zullen
we bijvoorbeeld als goed ‘atleet’ de
regels in acht willen nemen. Het draait
niet om wie het snelst is. Of wie het de
meeste inspanning levert. Het gaat om
het opvolgen van Zijn aanwijzingen
(bijvoorbeeld 1 Corinthiërs 9:24-26).

Woord vandaag

2 augustus 2019

‘Verhelderend wat Paulus schrijft.’

Ja, ineens werd duidelijk vanuit God
gezien
, dat onze wandel en dienstbe-
toon uit Hem is. Je kunt nu op twee
manieren redeneren:
1. Vleselijk: ik doe niets meer, want
wat hebben mijn inspanningen voor
zin? God moet het toch doen?
2. Geestelijk: het werken uit mijzelf
stelt niets voor. Maar nu ik weet, dat
God het is, Die het willen én het wer-
ken in mij werkt
, span ik mij in om in
die dag Zijn ‘applaus’ te ontvangen.

‘Ja, nu wordt het duidelijker.’

De Filippenzen wandelden waardig
aan hun hoge roeping. In Filippenzen
2:12 zegt Paulus, dat zij altijd gehoor-
zamen en voegt er in één adem aan
toe, dat dat Gods werk in hen is. Dat
zou de motivatie zijn, ook voor ons,
om onze eigen redding (ja we zijn al
gered!) uit te werken met vrees en
beven. We vrezen God, dat is: diepe
eerbied voor Hem hebben, Hem er-
kennen als God. We dienen Hem en
Hij bewerkt daarin willen én werken.

‘Ja, voor Hem alle eer.’

Vanuit God gezien staan wij daar, bij
de bema (niet: rechterstoel), als Gods
uitgekozen favorieten. Dat geldt alle
leden van het lichaam van Christus
.
Wij zullen dan ook als zodanig behan-
deld worden. Zonden zijn daar afwe-
zig. In het kostbare bloed van Christus
zijn wij gerechtvaardigden. En door de
dood van de Zoon met God verzoend.
God is daar in Christus niet onze Rich-
ter Die ons veroordeelt. Maar is daar
een trouwe Vriend, Die ons beloont
voor ons dienstbetoon en ons lijden.

Woord vandaag

1 augustus 2019

‘Gods gezichtspunt op de bema?’

Ja, daar willen we over nadenken. De
menselijke kant is tot nu toe voorna-
melijk aan de orde geweest. En Gods
kant
van de bema niet zozeer. Tot nu
toe keken we meer naar de ervaring-
en van de gelovige. Het is goed, ook
de andere kant te bekijken. Twee te-
genstellingen -bijvoorbeeld- zijn:
1. Het werk van Christus is volkomen;
onze wandel is gebrekkig.
2. Zijn lijden aan het kruis voor onze
zonden is compleet, is af. Verlies als
gevolg van onvolledig volharden zien
we bij de bema.

‘Meer of minder volharden?’

Demas verliet Paulus uit liefde voor
de tegenwoordige eon. Hij bleek niet
te volharden, was niet trouw. Bij de
bema zal blijken, dat de apostel Pau-
lus een andere plaats zal krijgen dan
Demas. Waarin? De bediening tijdens
de komende eonen. Dit duidelijke ver-
schil maakt hopelijk duidelijk wat de
bema betekent. Het is niet dreigend.
Niemand wordt veroordeeld; wij zul-
len daar als gerechtvaardigen staan
.

‘Gods kant, wat is dat?’

En nu kijken we naar wat ook in de
studies van Filippenzen nadrukkelijk
besproken is. Paulus schrijft:

…werkt je eigen redding met vrees en
beven uit, want God is het, Die in jullie
zowel het willen als het werken voor
Zijn welbehagen bewerkt

                           Filippenzen 2:12,13

Dit staat bovenaan, óók bij de bema,
waar het gedrag van de heiligen aan
de orde komt. Deze uitspraak laat de
hoogste overweging, Gods kant van
alles zien. Dit stemt overeen met dé
waarheid: alles is uit God (Romeinen
11:36). Hem komt alle eer toe.

Woord vandaag

31 juli 2019

‘Bema is noodzakelijk.’

Dat is zeker zo, en dat is wel gebleken
de afgelopen tijd dat we de bema hier
bespreken. Het punt van regeren met
Hem
zoals we gisteren zagen, heeft te
maken met volharden in ootmoedig
dienen. Het loochenen is dan het niet
langer ootmoedig Hem willen dienen.
Dit wordt verder toegelicht door:

indien wij ontrouw zijn
                                2 Timotheüs 2:13

Dit heeft te maken met het loochenen
uit vers 12. Denk dan niet aan de dage-
lijkse dingen waarin je tekort schiet ter-
wijl je Hem in alles wil dienen.

‘Waar dan wel aan te denken?’

Wat gisteren ook al naar voren kwam,
het tegenwerken van het evangelie, af-
wijken van de waarheid. Bewust, al of
niet misleid door anderen, dat wat nu
zou klinken tegenwerken. Of niet lang-
er willen meewerken in het evangelie
van genade. Galaten weken af en ging-
en onder de wet leven, of onder tradi-
ties van mensen. Zij hadden de genade
van Christus leren kennen en later we-
ken zij af. Gevolg is dan: niet regeren
met Hem in de komende eonen.

‘Ja nu wordt het duidelijker.’

Paulus zegt daarna, dat Hij trouw is
want Hij kan Zichzelf niet loochenen.
Daarom is onze redding nooit onzeker,
want dat is voor de volle 100% in ge-
nade van God
. Wanneer wij ontrouw
zijn en niet langer Hem dienen en dus
niet volharden, dan zal dat gevolgen
hebben, wat bij de bema blijkt. Ver-
der licht hierop in de komende dagen
wanneer we ook Gods kant van de be-
ma
zullen zien. Hopelijk worden daar-
mee opgekomen vragen beantwoord.

Woord vandaag

30 juli 2019

‘Je leest in 2 Timotheüs 2.’

Ja, en een moeilijk punt voor ons als
gelovigen is het regeren met Hem.
We zijn als gelovigen geroepen en on-
ze zegen is in Christus te midden van
de hemelsen. Daar zijn wij gezamen-
lijk met Hem gezet, voor de komen-
de eonen (Efeziërs 2:6,7).  Als de ba-
zuin geklonken heeft zijn de vijandi-
ge, geestelijke machten onze formi-
dabele tegenstanders. Bij de bema
wordt onze plaats bepaald. Christus
zal samen met een aantal gemeente-
leden regeren. En een aantal zal dat
niet doen.

‘Dat blijkt uit 2 Timotheüs 2.’

We lezen in de verzen 12,13:

indien wij volharden, zullen wij ook
gezamenlijk regeren; indien wij loo-
chenen, zal dat ook ons loochenen;

Dat is ernstig, maar de genade is dat
wij niet hoeven volharden om gered
te worden. Wij zijn al gered als wij bij
de bema in Zijn licht staan. Wanneer
wij als gelovigen niet hebben volhard
in ootmoedige wandel en dienen, zal
dat tot gevolg hebben, dat wij niet sa-
men met Hem zullen regeren.

‘Dat is nogal wat.’

Ja, en misschien hebben we de ernst
van de bema tot nu toe onderschat.
Natuurlijk: we leven nu in genade; en
we staan daar óók in genade. Toch is
het kennelijk zo, dat niet allen zullen
regeren met Christus. Wanneer we di-
rect het tekstverband 2 Timotheüs 2
lezen, gaat het over afwijken van de
waarheid
(Hymeneüs en Filetus), het
geloof van sommigen werd omver ge-
worpen (vers 17,18). Zullen die met
Hem regeren? En wat te denken van
oneervolle instrumenten (vers 20)?
Of: hen die tegenwerken omdat zij in
de valstrik van de tegenwerker vast-
zitten (vers 25,26)?