6 januari 2016
‘Wanneer je Openbaring leest, schrik je wel.’
Wat een bijzondere genade van God is het, als je beseft, wat
Hij gaat doen. Christus Jezus zal zelf afdalen van de hemel om
de uitgeroepenen –u, jij en ik- tot Zich te verzamelen.
We hebben de heerlijke zekerheid van de roeping bij de bazuin
die geblazen wordt (1 Thessalonicenzen 4:13-18) vóór de 70e
jaarweek van Daniël 9:24-27. We gaan niet door de grote ver-
drukking, want wij zijn niet gesteld tot verontwaardiging, maar
tot toeëigening van redding door onze Heer Jezus Christus.
‘Er staan grote gebeurtenissen voor de deur.’
Mensen zullen steeds mee bevreesd en angstig worden voor
wat komen gaat. Men voelt wel aan, dat alles niet door kan
gaan zoals het nu gaat. Wij kunnen omhoog kijken, wij kunnen
het van de Vader verwachten. Wat een troost. Dat was ook
het ‘geheim’ van de apostel. Hij wist zich in alle omstandighe-
den vast in Vaders hand. Dat geeft troost en verwachting.
‘We worden steeds door het Woord opgebouwd.’
Dat is onze enige toevlucht. Zonder Zijn woord kunnen we niet
goed leven. De troost is, dat Hij, onze Vader, opstanding en
levendmaking gaat geven in de nabije toekomst voor ons als
gelovigen. Dat zal voor de ongelovigen anders zijn. We hebben
een fijn uitzicht op Hem, die ons zo onuitsprekelijk liefheeft!