‘Goed om je steeds te herinneren Wie alles in handen heeft.’
Sommigen willen daar liever niet over horen. De God van de bijbel,
de God van Israël, dat is óók de God van alle volkeren. Dat zegt de
apostel in Romeinen 3:29, 30:
Of is Hij de God van de Joden alleen? Niet ook van de natiën?
Ja, ook van de natiën, wanneer het zo is dat God één is, die de de
Besnijdenis zal rechtvaardigen uit geloof en de Voorhuid door het
geloof.
‘Het is die God, die alles leidt.’
De apostel Paulus maakte God bekend aan de natiën, onder meer
op de Areopagus. Daar wordt duidelijk, dat God aan allen het leven,
de adem en alles geeft. Een enorme onthulling van Gods liefde voor
de mensheid. Paulus zegt in Romeinen als conclusie in hoofdstuk 3,
dat de mens gerechtvaardigd wordt door geloof, zonder de werken
van de wet (vers 28).
‘Daar wordt ook duidelijk, dat Hij God voor alle mensen is.’
Daarmee doorbreekt het evangelie het denken dat bij de Joden
aanwezig is, dat God alleen de God van Israël is. Nee, Hij is de
God van allen. Uiteindelijk zal heel de mensheid God als Vader
kennen en erkennen. Dat is als God alles in allen is. In deze tijd
is een voorsmaak daarvan te ervaren in het lichaam van Christus.