‘Handelingen moet je goed lezen zoals het bedoeld is.’
Wanneer je de tekst van Lucas volgt, ga je zien dat het een logisch
vervolg is op de evangeliën. Met name op dat van Lucas zelf.
De verkondiging –in lijn met profetie van Tenach (OT)- is het konin-
krijk op aarde. Met Israël als spits van de volkeren, als lichtdrager.
Hun voordeel en nut is als eerste, dat aan hen de woorden van God
toevertrouwd zijn (Romeinen 3:1-3). Die zouden zij doorgeven aan
de natiën.
‘Zij zijn eigenlijk de lichtdrager voor de volkeren?’
Omdat zij de dabar-IEUE (woord van Ik ben) ontvingen. Om door
te geven. En op die manier bedoelt Romeinen 11 de olijfboom.
In die tijd –en nog steeds- is een belangrijke toepassing van olijf-
olie: in de lamp. Om licht te geven in de nacht. Het woord van God
geeft licht in de geestelijke duisternis van de volkeren. Israël heeft
als volk om die reden als functie: drager, uitdeler van licht.
De olijfboom is daar een mooi type van.
‘Er werden natuurlijke takken uitgehouwen.’
Dat is een beeld, een type, van het feit dat het lichtdragerschap
van Israël overging op de natiën. Het voert nu te ver om daar veel
specifieker over te worden. Feit: wilde takken worden uitgehouwen.
Lichtdrager-zijn schuift in onze tijd langzaam terug naar
Israël. Door het ongeloof van de natiën.
Punt is, dat Romeinen 9-11 niet spreekt over de gemeente die het
lichaam van Christus is. In dit uiterst belangwekkende gedeelte
schrijft Paulus vanaf 9:1 over Israël en de volkeren.