‘De volgende vindplaats is in 2:5-7.’
Opnieuw een bijzonder fijn stukje in deze brief. Daar staat, dat
God ons gezamenlijk levendmaakt in Christus en ons gezamenlijk
opwekt en ons gezamenlijk zet in Christus Jezus, opdat Hij in de
komende eonen tentoon zal spreiden de overstijgende rijkdom
van Zijn genade in Zijn mildheid voor ons in Christus Jezus.
‘We zijn bijzonder rijk gezegend in Hem.’
God zal door ons heen Zijn bijzonder rijke genade laten zien.
Wat Hij vermag te maken uit arme zondaren, die Hem niets kon-
den bieden. Die verloren waren, geen verbinding met God. Dat
zal een enorme boodschap uitdragen, als de gemeenteleden zo
verheerlijkt zijn: zowel letterlijk als geestelijk licht.
‘Het is bijna niet te geloven.’
Het kon in een hart van een mens niet opkomen. Als een mens gaat
zitten nadenken, komt hij daar niet op. Dit kan alleen door de geest
bewerkt worden in een mens. Het geloof wordt door God toebedeeld
(Romeinen 12:3), Hij geeft inzicht en wijsheid om zoiets te kunnen
bevatten met je hart. Dat geeft vreugde en doet je dagelijks van bin-
nen blij zijn.