Woord vandaag

‘De volgende vindplaats is in 2:5-7.’

Opnieuw een bijzonder fijn stukje in deze brief. Daar staat, dat
God ons gezamenlijk levendmaakt in Christus en ons gezamenlijk
opwekt en ons gezamenlijk zet in Christus Jezus, opdat Hij in de
komende eonen tentoon zal spreiden de overstijgende rijkdom
van Zijn genade in Zijn mildheid voor ons in Christus Jezus.

‘We zijn bijzonder rijk gezegend in Hem.’

God zal door ons heen Zijn bijzonder rijke genade laten zien.
Wat Hij vermag te maken uit arme zondaren, die Hem niets kon-
den bieden. Die verloren waren, geen verbinding met God. Dat
zal een enorme boodschap uitdragen, als de gemeente
leden zo
verheerlijkt zijn: zowel letterlijk als geestelijk licht.

‘Het is bijna niet te geloven.’

Het kon in een hart van een mens niet opkomen. Als een mens gaat
zitten nadenken, komt hij daar niet op. Dit kan alleen door de geest
bewerkt worden in een mens. Het geloof wordt door God toebedeeld
(Romeinen 12:3), Hij geeft inzicht en wijsheid om zo
iets te kunnen
bevatten met je hart. Dat geeft vreugde en doet 
je dagelijks van bin-
nen blij zijn.

Woord vandaag

‘Nu kijken we naar Efeziërs 1:20?’

Dat is de tekst waarin iets over Christus Jezus gezegd wordt. De
werkzaamheid van de macht van Gods sterkte is werkzaam in de
Christus, Hij wekt Hem op uit de doden en zet Hem aan Zijn
rechterhand. 

Dat zegt Petrus ook in 1 Petrus 3:22:

‘Die is aan de rechterhand van God, naarbinnen de hemel gegaan,
de boodschappers en machten en krachten Hem ondergeschikt’.

‘Hij is zeer hoog geplaatst door God.’

Boven iedere soevereiniteit, gevolmachtigde en heerschappij en
iedere naam die genoemd wordt; Hij is gegeven als Hoofd boven
alles aan de uitgeroepen gemeente. Die blijkt met Hem verbonden
te zijn, als Zijn lichaam (vers 22,23 van Efeziërs 1). Opmerkelijk, de
gemeente is van groot belang –kennelijk- in Gods plan.

‘We zijn betrokken bij Hem in Gods plan.’

Dé Gezalfde bij uitstek, Jezus, Gods Zoon, heeft een lichaam dat
verheerlijkt is na Zijn opstanding uit de doden. Maar Hij heeft nog
een lichaam (beeldspraak), dat zijn die geroepenen in de tijd van
genade van de afgelopen 2000 jaar. Dat moet bijzonder zijn, het
wordt in deze tijd verzameld, zou je kunnen zeggen.

 

Woord vandaag

‘In Efeziërs staat het toch vijf keer, dat van de hemelingen?’

Laten we kijken naar Efeziërs en zien wat gebeurt wanneer je

dat te midden van de hemelingen weglaat. Efeziërs 1:3 :

Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus ,
Die ons zegent met iedere geestelijke zegen in Christus

Daarna gaat de apostel in op die geestelijke zegeningen. Die gaan
verder dan wat ooit aan Israël was aangezegd. Paulus gebruikt
het woord vergeving van de krenkingen, is dat hetzelfde als ver-
geving van zonden?
De Heer gaf dat bij gelegenheid aan Zijn volksgenoten. Onder de
Thora van Mozes was erin voorzien, men kon een dier offeren en
dan ontving men vergeving van zonde.

‘Efeziërs 1 noemt vergeving van de krenkingen.’

Ja, dat gaat verder. We zijn in Efeziërs 1 in familiekring. Die van
God.
 Hij is onze Vader, en wanneer wij Hem innerlijk raken (op
menselijke
 manier gesproken), dan hebben wij die vergeving. Dat
is geweldig,
wanneer we Hem krenken, hebben we daar spijt van.
Dan kunnen we er
 met Hem over spreken. We kunnen nooit uit
Zijn gezin gezet worden.

‘Waarom niet?’

In het dagelijks leven kunnen kinderen van ouders nooit hun kind-
zijn kwijtraken. Bij Vader is dat ook, en nog sterker. Onze redding
is in genade. En de vergeving van de krenkingen is in overeenstem-
ming met de rijkdom van Zijn genade. We ontvangen de plaats van
zoon, en dat in de Geliefde. Zeer bijzondere geestelijke zegen, alles
in Christus!

‘Eigenlijk mis je het niet, dat te midden van de hemelingen.’

Je zou zeggen van niet. We gaan de komende dagen verder kijken
naar de vindplaatsen van dit zinsdeel. Gaandeweg ontdekken we
meer, dus: morgen verder.


Woord vandaag

‘In evangelische kringen wordt wel de opname verwacht.’

Daar draait men in de uitleg om de wegrukking in te passen in de
eigen visie. Regelmatig lees je een haarspeldbocht theorie. Men is
tijdens de grote verdrukking weg en keert terug op aarde aan het
begin van het aardse koninkrijk. Anderen zeggen dan weer, dat
het pas ná de grote verdrukking zal zijn. Enkele theologen zeggen,
dat eerst het 1000 jarig rijk plaatsvindt, daarna de opname
die vooraf gaat aan de witte troon.

‘Men is er dus verlegen mee. Het staat er wel.’

Ja, dus je moet wel iets bedenken om het kloppend te maken, of in
te passen in je aardse toekomstvisie. Dat is wat vaak gebeurt, bij-
voorbeeld met 2 Thessalonicenzen 1:3-11,
klik hier voor een toelich
ting op dit gedeelte.
 Te Zijner tijd zal blijken dat het wáár is wat de
apostel schrijft.
Wanneer je in geloof volgt wat hij schrijft, wordt al-
les helder. 
Inleg is dan niet nodig.

‘Ja ik ben er blij mee, omdat God het geeft.’

De wegrukking van de gemeente bij de bazuin van God heeft zin.
Als je zijn verdere brieven leest, wordt duidelijk, dat het nodig is.
In een van de volgende brieven (1 Corinthiërs) lees je over het ge-
heim van de verandering van ons lichaam. Heeft zin, 
want de licha-
men van de gelovigen moeten aangepast worden. Aan de nieuwe,
buitenaardse omgeving waar al die leden 
van dat lichaam zullen ko-
men: boven, in het hemelse domein!

Woord vandaag

‘In tegenstelling tot christenen wilde Timotheüs Paulus volgen?’

Ja, hij wel. Hij wordt als voorbeeld in Filippenzen genoemd. In die
brief wordt gezegd dat het domein van het lichaam van Christus
de hemelen toebehoort. Onlangs keken we al naar dit toebehoren.
Het betekent, dat dit domein (in sommige vertalingen staat: burger-
schap) wezenlijk eigen is aan en in de hemelen. Net als bij de verlam-
de zijn verlamming hem toebehoorde vanaf de geboorte (Hand. 3:2). 

‘Je domein in de hemelen, het behoort toe aan de hemelen. Dat is
dan niet op aarde.’

Wanneer je denkt, dat je toekomst niettemin aards is, ga je in tegen
wat Paulus in dit vers (Filippenzen 3:20) schrijft. Overigens, wan-
neer 
je een aardse toekomst verwacht, heeft vers 21 (net als 20) geen
zin.
 Ons lichaam zal worden zoals Zijn heerlijkheidslichaam nu al is.
Onnodig wanneer je op aarde blijft.

‘Ja, en 1 Thessalonicenzen 4:13-18 is ook vreemd, dan.’

De wegrukking van het lichaam van Christus is heel vreemd,wan-
neer je op aarde terugkeert en daar je toekomst is.
Eerst weggehaald naar boven om vervolgens op aarde terug te ko-
men. En de verandering van ons lichaam hoeft dan niet. Geen won-
der, dat men in grote verlegenheid was en is met dit gedeelte.
In kerken wordt er nooit over gepreekt, het is onbekend, men ziet
het verschil tussen de inhoud van de brieven van Paulus en Hande-
lingen niet.