‘De Vader wist tevoren, dat de Zoon die weg zou gaan.’
Het was een noodzakelijk kwaad, dat de Zoon in de handen van
zondaren zou komen. En dat Hij gekruisigd zou worden. Dat overkwam
Hem niet als een verrassing. In Lucas 12:50 beleed Hij, dat Hij in water
gedoopt was door Johannes, maar dat Hij met nóg een doop gedoopt
moest worden. Dat beklemde Hem, het drukte Hem neer. Geen angst.
‘Ook hier geen woord voor angst, dus.’
Het is hetzelfde woord als in 2 Corinthiërs 5:14 waar staat: de liefde
van Christus dringt ons, die tot dit oordeel gekomen zijn, dat Eén voor
allen stierf en zij dus allen stierven. Omdat Hij wist, dat Vader alles in
handen heeft en tevoren weet wat gebeurt, daarom kon Hij in overga-
ve aan die Vader leven. De Heer Jezus Christus wist vooraf van lijden,
maar ook van de heerlijkheid daarna.
‘Vader weet alles tevoren en bestuurt ook de ontwikkelingen.’
Maar dat gold dan ook voor alles wat voor en rondom het kruis ge-
beurde, en daarna, toen Hij de Heer opwekte uit de dood. Dat blijkt
uit de profetieën, die eerder in onder meer de Psalmen zijn uitge-
sproken. Zijn kleding werd verdeeld, het lot werd er over geworpen
bij de soldaten. Dat stond geschreven. Vader wist het tevoren en
zorgde ervoor, dat dat gebeurde.