Genade voor jullie en vrede
van God, onze Vader, en van
de Heer Jezus Christus.
2 Korinthiërs 1:2
God is de Plaatser, en tegelijk
voor ons Vader. Hij geeft aan
alles en iedereen de juiste en
terechte plaats, op Zijn tijd.
Dat God genadig is, wordt al
duidelijk bij Adam en Eva, die
nog lang leefden na de eerste
overtreding. Dat was genade
van God. Ook bij het geven
van de Thora riep Jahweh,
dat Hij genadig is voor wie
Hij genadig zal zijn.
De grootste heerlijkheid van
Gods genade blijkt in het
evangelie dat Paulus brengt.
Zo kent de gelovige van nu
Hem als Vader.
Hij zorgt; hoort het gebed
van ons altijd, verhoort zo
wat het beste in Zijn plan
past.