‘Ik ben met je eens, dat je heel makkelijk kan uitglijden in een wettisch gebeuren, maar Paulus spreekt toch in zijn brieven over de wandel? Met andere woorden: hoe leef ik, nú, vandaag met mijn buren, mijn collega’s, mijn leerlingen op school, mijn klantenkring?’
Ja, hoe je het ook noemen wil, hij geeft in zijn brieven steeds een heel aantal praktische adviezen en wenken. Maar hij legt nooit iets op. Gods genade doordringt zijn schrijven. Vaak is het heel logisch wat hij schrijft. De Efezebrief is lastig, omdat Paulus spreekt van een hemelse toekomst en houdt ons dat als gelovigen nadrukkelijk voor. Aan de andere kant kende hij zelf ook de ervaring, van het geestelijk horen bij een nieuwe mensheid, maar je leeft middenin die oude mensheid. Hoe ga je daarmee om? Je merkt, dat hij schrijft in die lijn van zekere spanning. Je kent de verzoening, Paulus kende die ook. Toch liet hij zich in Filippi goed uitgeleide uit de stad doen, omdat hij aangaf een Romeins staats-burger te zijn. Hij nam geen wraak, dat is nog heel wat anders. Hij rekende het kwaad niet toe. Zo was zijn houding. Lees daar Romeinen 12:18-21 maar op na. Dat lees je terug in het gedrag van Paulus in Filippi (Handelingen 16:19-40). Paulus was daar nogal onrechtvaardig behandeld. Hij zong in de nacht onderin de kerker. Wat een voorbeeld he. Kijk, zó kreeg zijn geloof gestalte in die moeilijke omstandig-heden. Maar bemoeide hij zich met de politiek in die stad? Ging de apostel bouwen aan deze aarde?
Nee, hij was voortdurend onderweg. Een echte Hebreëer. Hij woonde in tenten, meestal, in elk geval maakte hij ze wel. Een prachtig type van het feit, dat hij hier op aarde geen vaste verblijfplaats had, maar wist van een vast gebouw boven, eonisch, in de hemelen! Paulus, in zichzelf een type van het hele lichaam van Christus!