Naar oneer zeg ik dit, alsof
wij zwak geweest zijn.
Waarin echter iemand ook
maar durft (in onbezonnen-
heid zeg ik dit), ook ík durf
2 Korinthiërs 11:21
In verhouding tot de ‘sterke’
predikers, die de gelovigen
in wezen beroofden, zegt
Paulus dit. Zijn medewerkers
en hijzelf; zij stelden zich in
liefde en ootmoed op.
Dat kon het stempel ‘zwak’
meekrijgen. Toch durfde de
apostel wel; maar dat in de
kracht van de geest van God.
2 Timotheüs 1:7: God geeft
een geest van kracht, liefde,
bezonnenheid.
Zo gezien had Paulus wél
moed en durf om hen in
Gods genade te ontmoeten.