‘Er bestaat ook verschil in hoe er over de ‘goddelozen’ wordt gesproken
als je bij Petrus en Paulus kijkt?’
Bij Petrus lezen we in 2 Petrus 2:5,6:
…en de wereld van de voortijd niet gespaard heeft, maar Noach, de prediker
van de gerechtigheid, met zeven anderen bewaard heeft, toen Hij de grote vloed
over de wereld van de goddelozen bracht;
en de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand, tot omkering gedoemd en tot
een voorbeeld gesteld heeft voor hen, die goddeloos zouden leven…
Hier lees je een dreigend gericht voor hen die goddeloos leven. Petrus spitst
zich in zijn brieven toe op de gelovigen uit Israël en is vooral van toepassing
op de situatie van hen tijdens de laatste jaarweek van Daniël 9:24-27.
‘Dat is wel anders dan Paulus ja, en die wereld van de voortijd, dat is de wereld
voor de grote vloed van Genesis 6-8?’
Noach wijst daarop, hij was een prediker van de gerechtigheid, dat werd geïllu-
streerd doordat hij de ark bouwde terwijl het nog nooit geregend had. Maar
hij had Gods woord gehoord, geloofde dat en handelde daarop. Hij ging niet
een groter huis bouwen of zich op welke manier dan ook ingraven in die
wereld, want hij wist dat het einde van die eon nabij was!
‘Dan is Noach een groot voorbeeld voor ons, wij die leven naar het einde van
deze boze eon toe, met voor ons de geweldige wegrukking van de gemeente
voor ogen.’
Zeker, wij gaan ons niet uitgebreid ingraven in deze aarde. Als je dat doet zeg je
in feite dat de Heer nog wel even weg kan blijven want je hebt het hier best
goed. Laten we Paulus’ woorden in ons hart opslaan en daaruit leven:
Want zelf verhalen zij van ons, hoe wij bij u ontvangen zijn en hoe gij u van de
afgoden tot God bekeerd hebt, om de levende en waarachtige God te dienen,
en uit de hemelen zijn zoon te verwachten, die Hij uit de doden opgewekt heeft,
Jezus, die ons verlost uit het komen van de toorn.