Woord vandaag

‘Je raakt er eigenlijk nooit over uitgedacht he, die genade van God.’

Nee, het is heel wonderlijk. Het druist zo in tegen hoe een mens in
het algemeen in elkaar zit. Men wil iets doen, voor de medemens, of
voor een hogere (geestelijke) macht, met heel diep in het hart de bij-
gedachte om daardoor een beter mens te zijn dan een ander of iets te
verdienen, voor nu en/of voor het hiernamaals.

‘Als je leest wat Paulus overkwam, dan kreeg hij toch de meeste tegen-
stand van de religieuzen van zijn dagen.’

Absoluut. De wijsgeren en de nieuwtjesjagers op de Areopagus liepen
weg toen hij over de opstanding sprak. Maar zij wierpen geen stenen naar
zijn hoofd. Hoe anders was de reactie van de religieuzen in Jeruzalem, toen
hij vertelde over Gods roeping voor de heidenen. Ze waren furieus in hun
reactie en wilden Paulus lynchen, vermoorden.

‘Dat gebeurt als de mens in zijn eer aangetast wordt en door gaat krijgen
wat genade werkelijk betekent.’

Dat is de spijker op de kop. De diepgaande boodschap van het kruis, met als
gevolg opstanding van Christus en overstromende genade als gevolg, is voor
veel religieuze mensen onbegrijpelijk. ‘Kan ik er echt niets voor doen?’
‘Is het echt gratis? Onmogelijk!’
Wel, het geweldige evangelie is (en dan is het ook écht evangelie!), dat God
Zijn zoon Jezus Christus gaf en Hij volbracht alles wat gedaan moest worden.
Na Zijn opstanding, overwinning over de dood (blijde boodschap!), hoeft een
mens niets meer te doen om de redding te bewerken. Die redding is al een feit!

‘En als je dat hoort en je hart zegt: Amen!, dat is het toch?’

Ja, en daarna wordt dat ook zichtbaar doordat je leven verandert, want je hart
is veranderd. Door genade, het is en blijft dat van a tot z!

Woord vandaag

‘Hoe zie jij de brieven van Paulus? Allemaal voor ons?’

Allemaal voor ons als gelovigen. Al die brieven samen vormen een eenheid
met waarheid van en voor het lichaam van Christus. Er zijn er die scheiding
maken door middel van Handelingen 28:28.

‘Wat bedoel je daar precies mee?’

Men zegt, dat de brieven van Paulus die vóór Handelingen 28:28 werden ge-
schreven, niet voor het lichaam van Christus vandaag bestemd zijn.
Die brieven spreken -volgens hen- over een lichaam dat gestoeld is op de
brieven aan de Romeinen, Corinthiërs, Galaten, Thessalonicenzen en der-
gelijke.

‘Merkwaardig. Het gaat toch maar om één lichaam van Christus?’

Het is natuurlijk een stijlfiguur, het woord ‘lichaam’, maar toch: Christus
kan toch maar één lichaam hebben? Toch geen twee? Men knipt de brieven
van Paulus in twee groepen, maar dan ben je wel Romeinen kwijt. En daar-
mee de rechtvaardiging en de verzoening! Het is juist een geweldige brief
waardoor je werkelijk leert wie God is: liefde, en dat heeft een geweldige uit-
werking.

‘Ja díe boodschap had zo’n geweldige uitwerking in mijn hart!’

Paulus predikt voluit genade en dus Gods liefde in Romeinen, en dat niet
voor een handjevol gelovigen nu, maar uiteindelijk voor alle mensen,
dát is het blij makende goede nieuws, Gods gerechtigheid wordt getoond!

‘Heerlijk, die onbewolkte lucht, strakblauw met daarin de zon van genade
die volop schijnt!’

Wat is dat toch geweldig he, ook vandaag weer leven met die blijde
boodschap in je hart!


Woord vandaag

‘Wij leven nu in een soort tussenperiode, een pauze in Gods
handelen met Israël?’

Dit is een tijd, waarvan in de profeten niet rechtstreeks werd gesproken.
Achteraf zijn er allerlei verborgen aanduidingen in de teksten te vinden,
die profetisch/typologisch de huidige periode van twee dagen, oftewel
tweeduizend jaar, aanduiden. Als je het weet herken je de vele keren dat
er gesproken wordt over twee dagen. Bekend voorbeeld is Hosea 6:1-3.

‘Ja die twee dagen kom je in soms de meest merkwaardige plaatsen tegen.’

Als je dan goed kijkt, kun je ontdekken dat het iets zegt over de tijd waarin
we leven. Het wordt door Paulus ‘het beheer van het geheimenis’ genoemd.
In deze ’tussentijd’ (onderbreking van Gods directe bemoeienis met Israël)
wordt de gemeente, het lichaam van Christus, geroepen.

‘De gemeente wordt geroepen sinds Paulus ging prediken?’

Met de roeping van Saulus begon er in feite een nieuwe periode. Hij werd als
aparte apostel geroepen door God, buiten het land, op weg naar Damascus.
Hij ging de boodschap spreken en deed dat, zoals we al gezien hebben, in vier
te onderscheiden periodes. Dit is natuurlijk geen wet van Meden en Perzen,
maar je kunt er wel rekening mee houden in het lezen van Handelingen.

‘Men spreekt ook van andere bedelingenschema’s.’

Ja, je kunt wat grovere indelingen maken, waarbij je de periodes van Gods
handelen met de mensen ruimer indeelt. Wat wel heel erg belangrijk blijft,
zijn de verschillen tussen de diverse evangeliën. Waarbij steeds duidelijk is,
dat het paulinische evangelie het diepst gaat en verder in de toekomst kijkt
dan de andere apostelen en profeten.

‘Paulus blijft uniek en alleen staan?’

Ja, dat tekende ook zijn leven als geroepene door Christus Jezus. Aan het
einde van zijn loopbaan had hij niet veel echte vrienden meer, die dicht bij
hem stonden. Daarin lijkt hij op de Heer zelf, die aan het einde alleen stond.
Eenzaam, maar niet alleen! Want Paulus kende zijn Heer, en die was altijd
nabij! Daarom maakte de apostel zich geen zorgen en wist ook, dat het woord
van God niet gebonden is!

Woord vandaag

‘We zijn inmiddels toe aan de vierde bediening van Paulus?’

Deze kenmerkt zich vooral door het feit, dat Israël geen bevoorrechte
positie meer heeft boven de natiën. Althans, voor deze periode, die
we ook ‘het beheer van het geheimenis’ noemen.

‘Eh, wacht even, het beheer van het geheimenis? Wat is dat?’

Een beheer is volgens het Griekse woord: huis-wet. In een bepaalde
periode heeft God de gang van zaken onder de mensen van de wereld
(als was het een huishouding) op een bepaalde manier ingericht.
Deze periode waarin wij leven noemt Paulus het beheer van het
geheimenis. Het is een periode die in het eerste deel van de bijbel, de
Tenach, niet bekend was. Het is als het ware een tussengeschoven
periode in Gods plan.

‘In deze periode heeft Israël dus geen bevoorrechte positie meer
boven de andere volkeren?’

Dat wordt door de apostel Paulus aangegeven in Efeziërs 2:11-22.
Ook dat gedeelte is omstreden, althans in de uitleg. Alles was Paulus
geschreven heeft wordt bestreden. Men wil er meestal iets anders
van maken dan er in werkelijkheid staat. Men wil vooral Paulus
hetzelfde laten zeggen als de twaalf apostelen van de besnijdenis.

‘Je benadrukt steeds dat hij een unieke boodschap had. En een unieke
bediening.’

Als God hem apart riep buiten het land en dus buiten de twaalf om, dan
moet er iets bijzonders aan de hand zijn. Anders had God hem geroepen
in het land en de lege plaats van Judas laten innemen, bij wijze van spreken.

‘Bij hem vind je inderdaad heel erg vaak het woord ‘genade’, veel meer dan
bij de andere apostelen en in de evangeliën, bijvoorbeeld.’

Het is voor de mens een moeilijke boodschap. De aanstoot van het kruis.
Men kan nooit iets van zichzelf in rekening brengen bij God. Zodra dat het
geval zou zijn, is het geen genade meer, maar werk. En Paulus wist uit zijn
eigen leven heel erg goed, dat je dan kan blijven rennen en presteren wat je
wil, maar je komt er geen stap verder mee. Daarom: Paulus betekent altijd
en steeds weer: GENADE ALLEEN!

Dát is de boodschap die vandaag moet klinken.

Woord vandaag

‘Het wordt duidelijk, dat de positie van de natiën ten opzichte
van Israël ging veranderen door die derde bediening.’

Zoals we gisteren zagen, werd de verzoening bekend tijdens
die derde periode van Paulus bedieningen. Israëls verharding
en verblinding werd steeds duidelijker. Paulus ging meer en
meer rechtstreeks naar de natiën, die zijn boodschap ontvingen.

‘In welke opzichten had Israël eigenlijk voorrang boven de natiën?’

In zowel religieus (priesterschap) als politiek (koningschap) opzicht.
Zij waren het koninklijk priestervolk, dat bedoeld was om leiding te
geven aan de natiën. Zij zouden de zegen via Israël ontvangen.
En die belangrijke lijn werd langzaam maar zeker veranderd.
Israël schoot tekort in de taak om de volkeren tot Jahweh te leiden;
in plaats daarvan dreven zij hen van Hem weg, zoals zichtbaar in
de Jood Barjezus (Elymas), de tovenaar, die wilde verhinderen dat
Sergius Paulus het woord zou horen (Handelingen 13).

‘Dus Israël verloor langzaam de voorrangspositie die het had?’

Ja, tijdens het apostelconvent in Handelingen 15:19-29 namen de
apostelen van de besnijdenis op basis van die positie het besluit
om een aantal decreten op te leggen aan de natiën. Paulus gaf dat
door aan de anderen, omdat Israël nog steeds voorrang had boven
de natiën.

‘Toch zie je in Handelingen, dat Paulus steeds meer op de voorgrond
komt. Daarmee ook zijn boodschap.’

Omdat Israël de toegang voor de heiden blokkeerde en daarmee hun
priesterlijke opdracht niet vervulde, opende God een geestelijke weg,
een toegang tot Hem zelf. Daarmee zien we het wonderlijke proces, dat
Israëls tekortschieten de weg vrijmaakt voor Gods genade om vrij
naar de natiën te stromen.

‘Waar vinden we dat in Paulus’ brieven terug?’

In Romeinen 5-8 en 11; met name voor ons als gelovigen heel belang-
rijk de boodschap van verzoening die daar klinkt, eigen te maken met
alle gevolgen die dat heeft. Het begrijpen en verstaan van dat goede
nieuws leidt tot diepe, blijvende vrede in je hart. Daarin smeekt God
aan de mens alle vijandschap af te leggen en de verzoening te aanvaar-
den die Hij bewerkte door de dood van zijn zoon.

‘Is dat alles wat er aan waarheid in geestelijk opzicht voor ons te leren
valt? Of is er nog meer?’

Jawel, er is meer. De genade die God aan de natiën geeft en door het
lichaam van Christus ontvangen wordt is zó groot, dat we dat niet in
enkele zinnen hier kunnen bespreken.
We gaan daar voorlopig naar kijken! Overvloedige genade!