Woord vandaag

‘En als Israël door de grote verdrukking heen is, waar zullen zij dan
hun Messias Jezus ontmoeten?’

Een geweldig ontmoetingsmoment zal zijn in Israël zelf, bij de stad
van de grote Koning, Jeruzalem. In Handelingen schrijft Lucas:

9 En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij
het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
10 En toen zij naar de hemel staarden, terwijl Hij henenvoer, zie,
twee mannen in witte klederen stonden bij hen,
11 die ook zeiden: Galileese mannen, wat staat gij daar en ziet op naar
de hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op
dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen.

12 Toen keerden zij terug naar Jeruzalem van de berg, genaamd de
Olijfberg, die dicht bij Jeruzalem is, een sabbatsreis daarvandaan
.

Zijn terugkeer heeft te maken met de Olijfberg. Strikt genomen zegt
vers 11 alleen iets over de manier waarop Hij terugkeert. Het zegt niet
dat Hij zo op Olijfberg zal neerdalen. Die locatie zou ergens anders
kunnen zijn.

‘Maar, staat er in de Tenach (OT) niet iets over die plaats? Wordt er niet
iets gezegd over de rol van de Olijfberg daarin bijvoorbeeld?

Zeker! Naast de bijzondere plaats Petra (Sela, Bozra, Edom) waar de ge-
lovigen uit Israël minstens 1260 dagen bewaard worden in de laatste
jaarweek van Daniël, wordt in Zacharia (14:3,4) ook iets gezegd:

3. Dan zal de Jahweh uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij
vroeger streed, in de dag van de krijg;
4 zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem
ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts
en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noord-
waarts wijken en de andere helft zuidwaarts
……

Wij zien hier, dat Jahweh zelf uittrekt aan het einde van de zeventigste jaar-
week van Daniël 9:24-27. En Hij zal strijden om Zijn volk te verlossen, er komt
een grote aardbeving en Zijn voeten zullen dan staan op de Olijfberg.

‘Wat zal dat geweldig zijn, dat het voor Israël uitloopt op verlossing, waar ze zo
lang naar uitgekeken hebben!’


Woord vandaag

‘Heel fijn, gisteren, die zekerheid van de genade. Niet door de
komende toorn heen hoeven gaan.’

We hebben het niet verdiend. Maar dat is juist genade he.
Aan de andere kant zal Israël wel door een periode van toorn heen
moeten gaan. dat blijkt uit Openbaring 7, waar de 144000 verzegel-
den en de schare die niemand tellen kan uit de grote verdrukking
bewaard worden.

‘Ik dacht altijd dat die schare die niemand tellen kan heidenen waren.’

Het gaat om mensen van Gods volk Israël. Zij vieren het oogstfeest, dat
in Leviticus 23:39-42 genoemd wordt: loofhuttenfeest, getuige de palm-
takken die zij in hun handen hebben. Wat Johannes ziet, is niet in de
hemel, maar op aarde. De oogst is binnen en zij vieren loofhuttenfeest
nu als feest van Jahweh!

‘Als zij Israëlieten zijn en uit de grote verdrukking komen, dan betekent
het, dat zij wel de toorn van God hebben doorgemaakt.’

En dat is een groot verschil met het lichaam van Christus, dat immers
niet gesteld is tot toorn, maar tot redding door onze Heer Jezus Christus!

Woord vandaag

‘De gemeente gaat geen toorn van God meemaken? Waar staat  dat?’

Paulus schrijft er in 1 Thessalonicenzen 5:9-10 het volgende over:

want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot het verkrijgen van
redding door onze Heer Jezus Christus, die voor ons stierf,
opdat wij, hetzij wij waken, hetzij wij slapen, tezamen met Hem leven.

Dat zijn wel fijne woorden. Ook dan blijkt de genade van God groter te
zijn dan wat Israël beloofd is! Een heerlijke zekerheid voor alle leden!

‘Dus opnieuw anders dan voor Israël in het evangelie van de besnijdenis.’

Voor ons geldt: geen toorn in de toekomst, alleen en uitsluitend genade
wat wij van God ontvangen door onze Heer!

Woord vandaag

‘Wat mooi, wat we gisteren lazen. Het is goed dat steeds weer voor
ogen te hebben en te houden. Je vergeet het soms.’

We worden soms allemaal door het leven op sleeptouw genomen
en dan vergeten we soms dat we zo’n toekomst hebben. Maar die
onsterfelijkheid die wij ontvangen is geweldig, na Christus Jezus
zelf zijn wij de eersten van alle mensen die onsterfelijkheid en
bijzondere heerlijkheid ontvangen.

‘Dat is wel heel bijzonder he. Dat staat beschreven in 1 Corinthiërs 15
zeker? Over die onsterfelijkheid en heerlijkheid?’

Een bijzonder hoofdstuk, dat meestal ‘het hoofdstuk van de opstan-
ding’ wordt genoemd, maar dan doe je het tekort, lijkt mij. Er wordt
over méér gesproken dan alleen opstanding! Dat spreekt over het
lichaam dat opstaat uit de doden, maar de apostel van de genade van
God spreekt ook over opgewekt worden uit de dood en dat verwijst
meer naar de ziel.

‘Hij spreekt in vers 20 over opwekken, toch?’

En in vers 22 gebruikt hij het woord levendmaken. Dat wijst meer
op de geest. Het geeft de totale overwinning van het leven van de
geest van God over de dood aan. Het wijst op doen leven, zodat er
nooit meer een einde aan komt. Het doorgaande levensproces in ons
(en uiteindelijk allen!) zal zó sterk zijn, dat verderf, dood en dergelijke
er geen vat op kunnen krijgen.

Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen
levend gemaakt worden

Wat een geweldig evangelie he. Daar word je echt blij van. Totale over-
winning van God -door Christus Jezus- op alles wat met dood, sterven
en sterfelijkheid te maken heeft!

Woord vandaag

‘Wordt er bij het lichaam van Christus ook iets gezegd over
beschaamd staan bij Zijn komst?’

Nee, als we kijken in 1 Thessalonicenzen 4:17 en 1 Corintiërs 15, komen
we hele fijne dingen tegen. Paulus schrijft daar over onze geweldige ver-
wachting, die geheel en al genade is:

‘daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, tegelijkertijd samen met
hen in wolken in een oogwenk weggerukt worden, tot een ontmoeting
met de Heer in de lucht, en zó zullen wij altijd samen met de Heer zijn’

Dit is de grote verwachting die wij koesteren. Samen met hen die al in
Christus gestorven waren en opgewekt werden bij de bazuin van God,
zullen de levenden zeer snel weggerukt worden en Hem in de lucht ont
moeten. Geweldig!

‘Ja in dit stukje 1 Thessalonicenzen 4:13-18 staat niets over eventueel
beschaamd kunnen staan. Het is voor alle leden gelijk!’

Het is een grote toekomst die ons wacht. Helemaal genade. Alle leden
zijn gezegend met dezelfde geestelijke zegeningen en verzegeld met de
heilige geest van de belofte. Zij worden op dat moment allemaal vrij-
gekocht, het is de vrijkoping van hun lichaam, dat onsterfelijkheid ont-
vangt!