en getwist van mensen die
een verdorven denkzin hebben
en van de waarheid
losgeraakt zijn, en van
oordeel zijn dat de
godsvrucht kapitaal is
1 Timotheüs 6:5
Dagelijks verschijnen erg veel
woorden over de Bijbel. Veel
uitleg, veel leraren.
Laten niet velen van jullie
leraren worden, mijn broeders,
beseffend dat wij een groter
oordeel zullen ontvangen
(Jakobus 3:1).
Christus Jezus geeft in Zijn
lichaam leraren (Efeziërs 4:11).
Naast evangelisten en herders.
Apostelen en profeten zijn in
het fundament (Efeziërs 2:20).
De leraar zou de mensen met
gezonde woorden aanspreken.
Dat is nu het evangelie van de
apostel Paulus; woorden die
een ander (geldig) evangelie
uiten, zijn voor deze tijd niet
gezond.
De leraar zou onderricht geven
overeenkomstig de godsvrucht
(1 Tim.6:3), met de woorden
van geloof (1 Tim.4:6): goed
nieuws van de gelukkige God
(1 Tim.1:11). Met centraal de
smadelijke dood van Christus
voor de zonde en zondaren.
Tegelijk spreekt het ook van de
kracht van Zijn opstanding in
het dagelijks leven. Zo zal de
bijbelse leraar groot kapitaal
opbouwen. Niet op de beurs,
maar bij God (1 Kor.3:12-15).