‘God wordt niet eervol benaderd.’
De stelling werd wel uitgedragen binnen het christendom,
dat de mens zijn vermogen tot redeneren van God ontving.
Hoewel dat het geval is, heeft het vaak niet geleid tot een
zuiver redeneren. En God kennend, zo zegt Romeinen 1 dat,
hebben ze God niet als God verheerlijkt of gedankt.
‘Daarom zijn hun redeneringen leeg.’
Zeker, en God heeft hun redeneren, leeg, ijdel, nutteloos
gemaakt. Gods heerlijkheid wordt weggenomen door bijvoor-
beeld zoiets als de evolutie-theorie. Het is een onzinnige ge-
dachte en wordt niet ondersteund door bewijzen. Bovendien
staat God niet als Schepper aan het begin in deze redenering.
‘Het is duidelijk. Gods kracht wordt weggeredeneerd.’
We lopen allemaal dit risico, dat ons redeneren onzuiver is.
Pas wanneer we zonder reserve God werkelijk als God er-
kennen, kunnen we echt gezond redeneren. Met de Schrift
als basis en voortdurende kritische toets. Hoe verder je op
die weg komt, hoe meer je zal uitgaan van geloof in de Schrif-
ten. Daarmee krijgt redeneren geen kans Vaders woord te
verdraaien.